Is keuringsdierenarts van verkoper aansprakelijk jegens koper indien zijn keuringsrapport te rooskleurig blijkt te zijn?

Blog

Inleiding

Hoe vaak komt het niet voor dat de verkoper van paarden de paarden voor de verkoop heeft laten keuren door zijn dierenarts. De keuringsrapporten worden dan verstrekt aan de koper en de koper denkt op basis van de keuringsrapporten een gezond paard te hebben gekocht. Het is echter mogelijk dat de keuringsarts, al dan niet bewust, een te rooskleurig conclusie opschrijft in het keuringsrapport. Als de koper nu juist naar aanleiding van het rapport het paard koopt en later wordt geconfronteerd met mankementen die hij niet had hoeven verwachten? De vraag die in dit stuk wordt besproken is of de koper zich alsdan kan verhalen op de keuringsarts. Met andere woorden: dient de dierenarts dan de schade of een deel daarvan aan de koper te betalen als deze op basis van zijn te rooskleurige conclusie het paard heeft gekocht?

Veterinair Tuchtcollege

Ik beschrijf een zaak die recentelijk bij het Veterinair Tuchtcollege speelde om de juridische problematiek goed te begrijpen (klik hier voor de uitspraak). Tien maanden voor de verkoop laat de verkoper van een merrie in 2011 röntgenfoto’s maken bij een Erkend Keuringsdierenarts Paard (een EKP) in het kader van een aanvraag voor het PROK certificaat. De dierenarts maakt daarbij kennelijk een keuringsrapport voor de verkoper op en waardeert de straalbeenderen van de beide voorbenen met een 2 hoewel hij later stelt dat hij niet helemaal zeker was en wellicht ook een 3 had kunnen kiezen. Hij stelt vervolgens in zijn rapport, zonder het paard klinisch te hebben gekeurd, “Het paard is radiologisch acceptabel voor gebruik in de sport”. Het paard wordt vervolgens niet PROK bevonden. Het rapport en de foto’s worden tien maanden later voor de aankoop aan de koper verstrekt door de verkoper. Waarom het rapport is opgesteld maakt de zaak niet duidelijk maar hij was er dus wel. De koper koopt daarop het paard en laat het niet meer zelf keuren.

Na verkoop concluderen andere dierenartsen anders op basis van de PROK foto’s

Na de verkoop wordt het paard nauwelijks door de koper gebruikt (voor de sport) omdat het steeds kreupel werd. In 2015 worden op verzoek van de koper opnieuw röntgenfoto’s gemaakt en daaruit blijkt een matige kwaliteit van de straalbeenderen. De behandelend dierenarts concludeert dat dit ook al het geval was in 2011 na het zien van de foto’s uit 2011. Hij meldt de koper dat hij zou indelen op een 3 en dus het paard niet zo maar – zonder klinische keuring – voor de sport acceptabel zou hebben bevonden. Koper vraagt voor de zekerheid een second opinion bij een andere dierenarts die ook EKP is. Die concludeert ook dat de straalbeenderen een 3 hadden moeten krijgen. De koper dient vervolgens een klacht in bij Veterinair Tuchtcollege tegen de dierenarts die het keuringsrapport voor de verkoper had opgesteld.

Aan te leggen norm

De aan te leggen tuchtrechtelijke norm is volgens het Veterinair Tuchtcollege of de dierenarts tekort is geschoten in de zorg die hij als dierenarts jegens een dier had moeten betrachten dan wel of hij anderszins tekort is geschoten in hetgeen van hem als beoefenaar van de diergeneeskunde mocht worden verwacht.

Klacht mag worden ingediend hoewel de koper niet de opdrachtgever was van de dierenarts

De eerste juridische hindernis die moet worden genomen is of iemand die niet de opdrachtgever is van de dierenarts bevoegd is een klacht in te dienen. Het Veterinair Tuchtcollege oordeelt dat het College kan oordelen over de klacht van de koper hoewel hij niet opdrachtgever van de EKP was. Het College stelt daarbij: “Aan verklaringen van dierenartsen wordt in het maatschappelijk en economisch verkeer veel waarde gehecht en daarop dient in beginsel een ieder bijv. ook iemand die nadien eigenaar van het dier wordt af te mogen gaan en te mogen vertrouwen”. Dus ook een derde moet kunnen vertrouwen op die verklaringen. Een dierenarts mag dus (anders dan een advocaat) niet partijdig maar moet objectief zijn. Overwogen wordt daarbij dat dit ook in het belang is van het dier zodat het dier niet wordt gebruikt voor een doel waarvoor het niet geschikt is. Het Veterinair Tuchtcollege kon dus oordelen over de klacht.

Fout van de dierenarts

De volgende vraag is natuurlijk of de dierenarts een fout had gemaakt. Dat heeft hij. Het Veterinair Tuchtcollege verwijt de dierenarts niet zozeer dat hij de straalbeenderen van het paard in klasse 2 heeft ingedeeld hoewel het Veterinair Tuchtcollege het eens is met de vaststelling dat het een 3 had behoren te zijn. Wat het College de dierenarts in deze zaak verwijt is dat hij zonder voorbehoud heeft verklaard “dit paard is radiologisch acceptabel voor gebruik in de sport”. Gezien de twijfel tussen een 2 en een 3 en het feit dat het paard niet klinisch was gekeurd was dit oordeel volgens het College te voorbarig en lichtvaardig genoteerd. De dierenarts diende er daarbij rekening mee te houden dat zijn oordeel zou worden gebruikt in een eventueel verkoopproces. Het was dus voor hem voorzienbaar dat zijn conclusie ook door derden zou worden gebruikt als een (soort) aankoopkeuring. Aldus heeft hij volgens het College niet voldaan aan de aan te leggen norm jegens de opdrachtgever en iedere willekeurige derde koper. Het feit dat het om een verklaring ging in het kader van de PROK keuring en raadzaam is het paard door het tijdsverloop te laten herkeuren doet volgens het College niet af aan het oordeel dat de dierenarts tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld jegens de derde. De dierenarts heeft dus tuchtrechtelijk een fout en mogelijk zelfs een ernstige fout gemaakt. Het College geeft de dierenarts vervolgens een tuchtrechtelijke waarschuwing.

Hoe werkt dit nu financieel en civielrechtelijk uit?

Het Veterinair Tuchtcollege kent geen schadevergoedingen toe en neemt geen verdere maatregelen. De koper heeft nu wel een oordeel maar hij zal voor een vergoeding van zijn schade (een onbruikbaar paard) door moeten naar de burgerlijke rechter als de dierenarts weigert te betalen. Hoe zou die oordelen? Ik ga er daarbij vanuit dat het paard juist door de matige straalbeenderen steeds kreupel werd (hetgeen niet zeker is in deze zaak). De burgerlijke rechter zal alsdan toetsen aan andere normen dan de tuchtrechter. Vaststaat dat de dierenarts geen contractuele relatie had met de koper. Kan de koper nu de dierenarts civielrechtelijk aansprakelijk stellen op basis van het leerstuk van de onrechtmatige daad? Een andere civielrechtelijke norm is er niet waaraan kan worden getoetst. Dus de vraag is: heeft de dierenarts door het schetsen van het te positieve beeld (te lichtvaardig en voorbarig) onrechtmatig jegens de latere koper gehandeld?

De taxateur lijkt in dit opzicht op de keuringsdierenarts

Rechtspraak van de civiele rechter over de aansprakelijkheid van dierenartsen ten aanzien van derden is er nauwelijks. Aansluiting kan echter worden gezocht bij de rechtspraak over taxateurs. Zij dienen zich civielrechtelijk net als artsen en advocaten als goed opdrachtnemer te gedragen vis à vis hun opdrachtgevers. Zij moeten jegens hun opdrachtgevers de zorg betrachten die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht. Taxateurs dienen daarbij tot op zekere hoogte in te staan voor de juistheid van de door hun gemaakte taxatierapporten. Indien het rapport op onzorgvuldige wijze tot stand is gekomen dan is de taxateur aansprakelijk voor de door opdrachtgever geleden schade.

Uit de rechtspraak ten aanzien taxateurs in combinatie met de mening van het Veterinair Tuchtcollege dient te worden afgeleid dat de dierenarts inderdaad ook civielrechtelijk aansprakelijk kan zijn jegens de gedupeerde derde koper. Daarvan zal in ieder geval sprake zijn indien de dierenarts weet dat zijn verklaring/keuringsrapport aan derden zal worden verstrekt door de opdrachtgever in het aankoopproces. De zorgplicht van de keurende dierenarts geldt dan ook ten aanzien van deze derde. Zie in dit kader bijvoorbeeld Rechtbank Arnhem 7 november 2012, LJN: BY3463. Dat zal meestal het geval zijn. De keuringsrapporten worden bij verkoop immers vaak overgelegd aan de kopers om de gezondheid van het paard aan te tonen. Het Veterinair Tuchtcollege heeft dat de in bovenstaande uitspraak ook bevestigd. Een EKP moet daarmee rekening houden.

Aangenomen kan dus voorshands worden dat de dierenarts in de bovenstaande casus en in navolging van de rechtspraak ten aanzien van taxateurs onrechtmatig heeft gehandeld jegens de koper omdat het voorzienbaar was dat zijn opinie bij een verkoopproces zou worden gebruikt en omdat hij een fout heeft gemaakt (die andere EKP’s niet zouden hebben gemaakt).

Exoneratie-beding

Er is echter een volgende juridische hindernis die in deze zaak ook moet worden genomen. Op de model onderzoeksrapporten voor paarden staat – voor zover hier van belang – namelijk het volgende aangegeven:

  1. De keuringsarts en/of de dierenartsenpraktijk is niet aansprakelijk voor enige schade – vermogens- en gevolgschade daaronder uitdrukkelijk begrepen – veroorzaakt door het uitvoeren van de keuring dan wel door onjuistheden en onvolledigheden in het opstellen van dit keuringsrapport tenzij vaststaat dat deze schade te wijten is aan opzet of grove schuld van de keuringsdierenarts.
  2. Terzake de onder 1 genoemde aansprakelijkheid komt slechts de opdrachtgever een vorderingsrecht toe jegens de keuringsarts en/of de dierenartsen praktijk: anderen dan de opdrachtgever kunnen aan dit keuringsrapport geen enkel recht op schadevergoeding ontlenen.

Hoe zit het nu met dit exoneratie-beding? Uit de rechtspraak over taxateurs blijkt dat wanneer er op het taxatierapport uitdrukkelijk staat dat de taxateur geen aansprakelijkheid aanvaardt jegens derden de gedupeerde derde deze exoneratie ook tegen zich moet laten werken. Dat is juridisch enigszins vreemd (de derde is geen contractuele wederpartij) maar wel redelijk. Het vertoont veel overeenkomsten met de zogenaamde blokkering van de paardensprong. Het zou vreemd zijn als het exoneratie-beding nu plotseling niet zou gelden terwijl de derde zich nu juist op het rapport beroept.  Dat is echter anders indien er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid bij de taxateur of de dierenarts. De taxateur/dierenarts kan zich alsdan niet beroepen op de exoneratie waardoor zijn aansprakelijkheid vaststaat. Voor de duidelijkheid: hij kan dat wel indien er sprake is van “slechts” een fout. Voor de doorbreking van de exoneratie is meer nodig.

Punt 2 van de exoneratie op het keuringsrapport stelt dat een derde geen enkel recht heeft jegens de dierenarts. Indien er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid is het zeer de vraag of de dierenarts dat gezien de praktijk de koper kan tegenwerpen. Het is zeer wel mogelijk dat het antwoord daarop “neen” is. Blijft dus slechts het punt of er sprake is geweest van opzet of bewuste roekeloosheid. Of daar in de bovenstaande casus sprake van is weten we niet. Dat zal nader moeten worden onderzocht. Echter de casus geeft wel handvatten om dit nadere onderzoek in te stellen. Hoe? Te denken valt bijvoorbeeld aan voorlopige getuigenverhoren. Hierbij dient de hulp te worden ingeroepen van een advocaat.

Eigen schuld

Tenslotte nog een hindernis: het aansprakelijkheidsrecht kent ook het leerstuk van de eigen schuld. Een dierenarts bij wie inderdaad aansprakelijkheid wordt aangenomen zou de koper eigen schuld kunnen tegenwerpen. Daarbij zal het tijdsverloop en het niet doen van een eigen keuringsonderzoek een rol kunnen spelen. Als dat wordt aangenomen dan kan de vergoedingsplicht weer aanzienlijk afnemen. Of dat kan in de beschreven zaak is de vraag.

Conclusie

Een koper zal onder omstandigheden (een deel van) zijn schade dus kunnen verhalen op een keuringsarts indien deze een fout heeft gemaakt in het keuringsrapport dat is gemaakt voor de verkoper. Hij zal dan echter wel een aantal hindernissen met succes moeten nemen. Voor de volledigheid meld ik daarbij dat ik de belangrijkste punten en hindernissen in dit artikel heb besproken maar dat er ook andere verweren denkbaar zijn. Daarbij dient dan ook rekening te worden gehouden met goede agrarisch recht advocaten in de verdediging. De betreffende dierenarts zal zich in de regel immers melden bij zijn verzekeraar die de verdediging zal overnemen. De koper dient zich alsdan dus te verzekeren van ook goede rechtsbijstand (hippisch recht). De meest economische oplossing? Laat uw paard bij aankoop altijd nogmaals keuren door uw eigen EKP. Voorkomen is beter dan genezen.