Huurrecht advocaten

Huurrecht advocaat in Amsterdam, Alkmaar en Hoorn

Wilt u als verhuurder een huurverhoging doorvoeren en is uw huurder het hier niet mee eens? Of heeft u als huurder een huurgeschil met uw verhuurder wegens achterstallig onderhoud? Misschien wilt u zich laten adviseren over het opstellen van een huurovereenkomst? Wat uw situatie ook is, door een advocaat huurrecht van Schenkeveld Advocaten in te schakelen staat u sterker. Kiest u voor Schenkeveld Advocaten, dan kiest u voor een advocatenkantoor met meer dan 110 jaar ervaring. Onze experts hebben alle kennis in huis om u van het juiste advies te voorzien. Mocht het aankomen op een procedure, dan treden onze advocaten daadkrachtig voor u op. Met vestigingen in Amsterdam, Alkmaar en Hoorn staan wij al jarenlang vele cliënten bij in Noord-Holland met diverse zaken omtrent huur en verhuur.

Aangaan of beëindigen huurovereenkomst

Het huurrecht bevat de aspecten die een rol spelen bij het aangaan of beëindigen van een huurovereenkomst. Dit rechtsgebied bevat veel regels van dwingend recht. dat betekent dat van deze wettelijke regels niet mag worden afgeweken. De inhoud van de huurovereenkomst is dus van groot belang doordat met de juiste regels rekening wordt gehouden. Zo wordt voorkomen dat er afspraken worden gemaakt die niet rechtsgeldig zijn. Onze advocaten huurrecht staan zowel huurders als verhuurders bij in uiteenlopende zaken met betrekking tot het huurrecht. Zij stellen overeenkomsten op, beoordelen deze en brengen advies uit. Bijvoorbeeld over gebreken die hersteld moeten worden, over wanbetaling, of overlast.

Veel voorkomende huurconflicten

Veel voorkomende huurconflicten zijn:

  • Onenigheid bij opzegging door de huurder of de verhuurder
  • Huurachterstand
  • Huurverhoging
  • Huurverlaging
  • Achterstallig onderhoud
  • Onderverhuur (Airbnb)
  • De staat van oplevering na de huur
  • Welke zaken moeten achterblijven als de huur eindigt?
  • Overlast van buren
  • Overlast door huisdieren

Neem vandaag nog vrijblijvend contact op met één van onze experts of doe de huurcheck.

Huurrecht bedrijfsruimte, kantoorruimte, woonruimte en overige objecten

De regelgeving binnen het huurrecht verschilt per huurobject. Daarbij kan onderscheid gemaakt worden tussen bedrijfsruimte (winkels, hotels etc.), kantoorruimte, woonruimte en overige objecten, zoals onbebouwde grond.

Bedrijfsruimtes – artikel 7:290 BW

Middenstandsbedrijfsruimtes als winkels, cafés, restaurants, afhaal- en besteldiensten, hotels en kampeerbedrijven vallen onder artikel 7:290 BW. Deze huurobjecten worden 290-bedrijfsruimtes of winkelruimtes genoemd. Om onder deze categorie te vallen moet de ruimte toegankelijk zijn voor publiek en er moeten rechtstreeks zaken of diensten geleverd worden. Huurders van 290-bedrijfsruimtes hebben meer huurbescherming dan huurders van andere bedrijfsruimtes zoals kantoren, banken en fabrieken.

Huurbescherming

Een huurder van 290-bedrijfsruimte heeft recht op een huurperiode van tenminste 2 termijnen van 5 jaar. De verhuurder kan de huurovereenkomst alleen beëindigen op basis van een aantal wettelijke gronden. Na de eerste termijn van 5 jaar is beëindiging op zeer beperkte gronden mogelijk, na de tweede termijn op iets meer gronden. De verhuurder zal in een aangetekende brief de grond voor opzegging aan de huurder moeten meedelen.  Als de huurder niet instemt met opzegging, zal de verhuurder een beëindigingsprocedure moeten starten bij de kantonrechter. Totdat de rechter heeft beslist, blijft de huurovereenkomst van kracht. De huurbescherming geldt niet als de huur wordt aangegaan voor 2 jaar of korter.

Kantoorruimtes – artikel 7:230A BW

Gebouwde onroerende zaken die geen woonruimte of 290-bedrijfsruimte zijn, vallen onder artikel 7:230a BW. Deze huurobjecten worden 230a-bedrijfsruimtes of kantoorruimtes genoemd. Dit zijn bijvoorbeeld kantoorpanden, praktijkruimtes, werkplaatsen, loodsen en fabrieken. Alles waar niet direct iets wordt verkocht of geleverd.

Partijen zijn bij de huur van 230a-bedrijfsruimte vrij om de duur van de huurovereenkomst af te spreken. Zowel de huurder als de verhuurder kan de huur opzeggen zonder wettelijke gronden. Als de verhuurder opzegt, krijgt de huurder wel zogenaamde ontruimingsbescherming. Hij kan de kantonrechter verzoeken de huurovereenkomst te verlengen voor 1 jaar. Dat verzoek kan de huurder maximaal 3 keer doen.

Woonruimte – artikel 7:233 BW

Woonruimte is volgens de wet een gebouwde onroerende zaak. Woonboten vallen er bijvoorbeeld niet onder. De woonruimte kan zelfstandig of onzelfstandig zijn. Zelfstandige woonruimte heeft een eigen toegang en zogenaamde ‘wezenlijke voorzieningen’: een toilet, wasruimte en een keuken. Woonruimtes die hier niet aan voldoen, zijn onzelfstandig. Denk hierbij aan studentenwoningen.

Woongenot

Een huurder van woonruimte heeft recht op ongestoord woongenot. Alles wat dat genot beperkt, is een gebrek. Dit kan iets tastbaars zijn, zoals achterstallig onderhoud. Maar ook iets minder tastbaars, zoals overlast van buren of van bouwwerkzaamheden. De verhuurder moet op verzoek van de huurder gebreken herstellen aan zaken waarvoor hij verantwoordelijk is. Zogenaamde kleine herstellingen moet de huurder zelf herstellen, denk aan het bijvullen van de cv-installatie.

Huurbescherming

Een huurder van een woonruimte geniet huurbescherming, behalve als de overeenkomst voor een korte periode wordt aangegaan. Voor zelfstandige woonruimte mag dit één keer tot maximaal 2 jaar. Buiten die gevallen mag de verhuurder de huurovereenkomst niet zomaar beëindigen. De verhuurder heeft hier een geldige reden voor nodig. De huurder kan die door de rechter laten toetsen. Alleen de kantonrechter kan besluiten dat de huur eindigt. De verhuurder mag zelf geen maatregelen nemen. De huurder mag de huur altijd opzeggen zonder reden. Voor de huurder geldt in de regel een opzegtermijn van 1 maand. De huurovereenkomst kan daar iets anders over bepalen.

Plichten

Naast bovengenoemde rechten heeft een huurder van woonruimte ook een aantal plichten. De belangrijkste is het op tijd betalen van de huur. De huurder moet zich ook als een ‘goed huurder’ gedragen en bijvoorbeeld geen overlast veroorzaken. Als een huurder zich niet aan deze plichten houdt, kan de verhuurder ontruiming afdwingen bij de rechter.

Overig – Artikel 7:228 BW

Voor de huur en verhuur van overige objecten, zoals onbebouwde grond of auto’s door een verhuurbedrijf, gelden geen regels van dwingend recht. De huur van onbebouwde grond eindigt niet door het verstrijken van de tijd. Die moet worden opgezegd. De huur van andere zaken, zoals auto’s of gereedschappen, eindigt na de overeengekomen tijd van rechtswege. Van deze regels mag vrij worden afgeweken. Partijen zijn vrij om voor huur van deze zaken af te spreken wat zij willen.

Meer weten over de juridische kant van huur en verhuur? Neem direct contact op met een van onze huurrecht advocaten via het contactformulier of telefonisch via:
Alkmaar                              072-5144666
Amsterdam                       020-3338050
Hoorn                                 0229-212815

Huur opzeggen? Doe de huurcheck!

Bent u huurder of verhuurder en wilt u weten of u uw huurovereenkomst zelf kunt opzeggen? Doe dan de huurcheck van Schenkeveld Advocaten. Hiermee weet u binnen enkele minuten of u uw huurovereenkomst zelf als huurder of verhuurder kunt opzeggen. Ook ziet u of uw huurder of verhuurder de huurovereenkomst op kan zeggen.