Fosfaatrechten zijn van de pachter of toch niet?

Blog

De pachtkamer van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 26 maart 2019 geoordeeld, dat fosfaatrechten in beginsel van de pachter zijn. Wanneer kan de verpachter toch de fosfaatrechten claimen? En welke vragen blijven nog onbeantwoord?

Inleiding

Met ingang van 1 januari 2018 geldt er voor de melkveehouderij een stelsel van fosfaatrechten. Melkveehouders mogen sindsdien op het bedrijf niet meer koeien houden dan zij aan fosfaatrechten hebben gekregen van de overheid. Eén recht staat gelijk aan één kilogram fosfaat uit de mest van het vee. De fosfaatrechten zijn toegekend op basis van het aantal koeien dat op 2 juli 2015 op het bedrijf werd gehouden.

Kernvraag

Sinds de invoering van de fosfaatrechten bestaat er onduidelijkheid over de vraag of de fosfaatrechten bij het einde van de pachtovereenkomst toekomen aan de pachter of aan de verpachter.

Oude oplossing melkquotum

Tot 1 april 2015 werd de melkveesector begrensd door het Europese stelsel van melkquota. Onder dit stelsel was de pachter bij het einde van de pacht verplicht het aan de grond gekoppelde melkquotum over te dragen aan de verpachter tegen vergoeding door de verpachter van de helft van de waarde van het melkquotum.

Beslissing Pachthof

In deze zaak heeft de verpachter, ASR, betoogd dat de fosfaatrechten op dezelfde wijze als bij het melkquotum verdeeld dienen te worden tussen pachter en verpachter. Het Pachthof gaat hierin niet mee. Volgens het Pachthof sluit de regeling van de fosfaatrechten in tijd niet aan op de regels van het melkquotum en bestaan er ook op andere punten verschillen. De oude verdeling van het melkquotum kan hierdoor niet lijnrecht worden toegepast op de fosfaatrechten.

Uitgangspunt: fosfaatrechten bij pachter
Het Pachthof oordeelt dat de fosfaatrechten in beginsel van de pachter zijn en dat er geen reden is de rechten aan de verpachter over te dragen bij het einde van de pacht. Op dit uitgangspunt formuleert het Pachthof de volgende uitzondering.

Uitzondering: overdracht fosfaatrechten aan verpachter
Alleen in het geval de verpachter langdurig bedrijfsmiddelen aan de pachter ter beschikking heeft gesteld die voor het bedrijf van de pachter van overwegend belang zijn om zijn bedrijf te kunnen exploiteren, heeft de verpachter een aanspraak op de fosfaatrechten. Aan deze uitzondering verbindt het Pachthof de volgende voorwaarden.

Indien partijen in de pachtovereenkomst geen afspraken hebben gemaakt over de verdeling van fosfaatrechten bij het einde van de pacht, is de pachter alleen verplicht tot overdracht van de fosfaatrechten aan de verpachter indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  1. Tussen pachter en verpachter bestond op 2 juli 2015 een reguliere pachtovereenkomst of een geliberaliseerde pachtovereenkomst die bij het aangaan 12 jaar of langer duurt;
  2. Het betreft hoevepacht of pacht van minimaal 15 hectare grond of pacht van een gebouw; het gebouw moet specifiek zijn ingericht voor de melkveehouderij en voor de uitoefening daarvan noodzakelijk zijn en door de verpachter ten behoeve van het bedrijf van de pachter aan de pachter ter beschikking zijn gesteld;
  3. De fosfaatrechten worden voor 50% toegerekend aan de gebouwen en 50% aan de grond die de pachter op 2 juli 2015 ten behoeve van het gehouden vee ten dienste stonden en naar verhouding toegerekend aan het gepachte;
  4. De verpachter dient aan de pachter 50% van de marktwaarde van de over te dragen fosfaatrechten per de datum van de beëindiging van de pachtovereenkomst te betalen.

Het Pachthof baseert deze beslissing op de aard van de pachtovereenkomst en op de eisen van redelijkheid en billijkheid (art. 6:248 lid 1 BW).

Vragen onbeantwoord

De uitspraak van het Pachthof geeft de pachtpraktijk in ieder geval richting bij de verdeling van fosfaatrechten, maar laat nog diverse vragen onbeantwoord. Ik noem er hier één.

Afroming fosfaatrechten en berekening vergoeding
De tweede vraag is voor wiens rekening de wettelijke afroming van 10% van de fosfaatrechten komt en over welke fosfaatrechten de vergoeding voor de pachter wordt berekend. Hier gaat het Pachthof niet op in.

Op grond van de Meststoffenwet worden de fosfaatrechten bij elke overdracht met 10% afgeroomd. Er worden hierdoor 100% rechten overgedragen, maar slechts 90% van de fosfaatrechten verkregen. Bij een overdracht van fosfaatrechten aan het einde van de pacht, zal de verpachter dus slechts 90% van de rechten verkrijgen. Volgens het Pachthof dient de verpachter 50% van de marktwaarde van de “over te dragen fosfaatrechten” te vergoeden aan de pachter. Is dit nu 50% van de marktwaarde van de 100% overgedragen bruto fosfaatrechten of moet er 50% worden vergoed over de 90% netto ontvangen fosfaatrechten? Omdat het Pachthof spreekt de “over te dragen fosfaatrechten” en de pachter 100% fosfaatrechten dient over te dragen, lijkt het erop dat de vergoeding berekend moet worden op basis van de 100% bruto fosfaatrechten. Helemaal duidelijk is dit nog niet. Deze vragen zullen verder in de rechtspraak beantwoord moeten worden.

Slot

Heeft u vragen over pacht, neemt u dan gerust contact op met een van onze specialisten agrarisch recht.