Slapend dienstverband, toch schadevergoeding ter hoogte van de transitievergoeding

Blog

Schenkeveld Advocaten - slapende dame

UPDATE 2 april 2020: Inmiddels is het mogelijk om compensatie voor eerder betaalde transitievergoedingen bij het UWV aan te vragen. U kunt dit doen middels deze link.

Over de uitspraak van de Hoge Raad over slapende dienstverbanden schreven wij al eerder: als een werknemer verzoekt het dienstverband te beëindigen, is de werkgever in principe verplicht om daaraan mee te werken. Uit een recente uitspraak blijkt dat dit voor werkgevers ook verstandig is om te doen.

De feiten

Een werknemer, geboren in 1953, raakt in november 2015 arbeidsongeschikt door een val van de trap in zijn huis, waarbij hij beperkingen aan zijn knie, heup en onderrug oploopt. Bij de WIA beoordeling in 2017 wordt de mate van arbeidsongeschiktheid bepaald op 17,35%. Om die reden heeft hij geen recht op een WIA uitkering. Omdat zijn werkgever geen passende werkzaamheden voorhanden heeft, ontvangt hij wel WW.

In oktober 2018 verzoekt de werknemer om beëindiging van de (slapende) arbeidsovereenkomst en betaling van een transitievergoeding. Hij wijst daarbij op de wettelijke Compensatieregeling, die in april 2020 van kracht zal worden. De werkgever  weigert aan dit verzoek te voldoen, omdat zij geen middelen zou hebben om de transitievergoeding te betalen en omdat zij ook geen gebruik wil maken van de genoemde Compensatieregeling.

Vervolgens verzoekt de werknemer bij de kantonrechter om betaling van een transitievergoeding van zo’n 30.000 euro en subsidiair om vergoeding van een gelijk bedrag op grond van slecht werkgeverschap. De kantonrechter wijst beide vorderingen af. Hierop stelt de werknemer hoger beroep in. Tussen de uitspraak van de kantonrechter en de behandeling door het Hof bereikt de werknemer de pensioengerechtigde leeftijd.

Beoordeling

Het Hof komt tot een andere afweging dan de kantonrechter. Onder verwijzing naar de recente uitspraak van de Hoge Raad oordeelt het Hof dat de werkgever op grond van goed werkgeverschap had moeten instemmen met het voorstel van de werknemer tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden, onder toekenning van een vergoeding ter hoogte van de wettelijke transitievergoeding.

Dit had alleen anders kunnen zijn als de werkgever een gerechtvaardigd belang had bij instandhouding van de arbeidsovereenkomst, bijvoorbeeld omdat er sprake was van reële re-integratiemogelijkheden. Daarvan was in deze zaak geen sprake.

Het verweer van de werkgever dat de te betalen transitievergoeding misschien niet gecompenseerd zal worden door het UWV, omdat het dienstverband inmiddels is geëindigd door pensionering en niet door langdurige arbeidsongeschiktheid, treft geen doel. Volgens het Hof had de werkgever op grond van goed werkgeverschap al ruim voor het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd moeten instemmen met het ontslag. In dat geval had de werkgever zeker aanspraak kunnen maken op de Compensatieregeling.

Bovendien had de werkgever volgens het hof al vanaf medio 2018 kunnen weten dat de Compensatieregeling eraan kwam. De regeling is destijds in het Staatsblad gepubliceerd. De werknemer had er in zijn verzoek ook op gewezen.

Om deze redenen wordt de werkgever veroordeeld tot betaling van de transitievergoeding en wordt hij veroordeeld in de proceskosten.

Conclusie

Deze uitspraak laat zien dat het verstandig is om gehoor te geven aan een verzoek van een werknemer tot beëindiging van een slapend dienstverband. Ook als de werknemer (bijna) aanspraak kan maken op pensioen. Vanaf 1 april van dit jaar kunt u bij het UWV een verzoek doen om compensatie van de betaalde transitievergoeding. Heeft u nog vragen, neem dan contact op met onze advocaten arbeidsrecht.