Nuanceren van verwijtbaarheid bij toepassing van artikel 13b Opiumwet?

Blog

Schenkeveld Advocaten - hennep1

Steeds vaker wordt er een hennepkwekerij in een woning of bedrijfspand aangetroffen. De vraag die in deze uitspraak van 13 maart 2019 wordt beantwoord is of een burgemeester tot sluiting van een pand mag overgaan als de verhuurder niet van de hennepkwekerij op de hoogte is.

Sluiting vanwege hennepkwekerij in bedrijfspand

In een bedrijfspand van verhuurster is op 16 juni 2017 een hennepkwekerij aangetroffen. Het gaat om 486 hennepplanten, 39 assimilatielampen en 5 koolstoffilters verdeeld over 4 ruimtes. In alle vier de ruimtes werden de luchtverversing en luchtafvoer geregeld door een aan- en afzuiginstallatie. De hennepkwekerij was nog niet geoogst.

De burgemeester van Helmond heeft vervolgens op grond van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet besloten om het pand te sluiten voor de duur van zes maanden.

De verhuurster was het niet eens met het besluit en heeft bezwaar gemaakt. Haar bezwaar komt er in de kern op neer dat haar geen verwijt te maken valt. Zij wist niets van de situatie af. Het bezwaar is door de burgemeester ongegrond verklaard.

Rechtbank: sluiting was toegestaan

Tegen de beslissing op bezwaar is beroep ingesteld. Het beroep is door de rechtbank ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelt dat de burgemeester in redelijkheid van zijn bevoegdheid om een pand te sluiten gebruik heeft gemaakt. Daarbij komt dat de burgemeester heeft gehandeld overeenkomstig zijn beleidsregel en dat een sluiting van zes maanden niet disproportioneel was. Voorts zou de burgemeester mogen verwachten dat de verhuurster vaker en uitgebreider controles uit zou voeren; oftewel zij heeft een zorgplicht. Tegen de uitspraak van de rechtbank heeft de verhuurster hoger beroep bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: “Afdeling”) ingesteld.

Hoger beroep: geen sluiting vanwege bijzondere omstandigheden?

De verhuurster is van mening dat aan dat haar geen verwijt treft. Vanwege onderstaande bijzondere omstandigheden zou niet tot sluiting mogen worden overgegaan:

  • De verhuurster had het pand niet zelf in gebruik, maar het pand was verhuurd;
  • Het pand is verhuurd met tussenkomst van een makelaar die de identiteit van de huurder heeft vastgesteld;
  • De huur werd per bank overgemaakt;
  • In de huurovereenkomst is een ontbindingsmogelijkheid opgenomen wanneer het gehuurde gebruikt wordt voor illegale activiteiten;
  • De verhuurster heeft een andere vestiging van de huurder bezocht;
  • Eind maart 2017 heeft de verhuurster het hele pand gecontroleerd;
  • In april en mei 2017 is de verhuurster een aantal maal langs geweest om de huurder te leren kennen, maar heeft toen niet het hele pand gecontroleerd.
  • Na de vondst van de hennepkwekerij heeft de verhuurster zelf de politie ingeschakeld, de huurovereenkomst laten ontbinden en de hennepkwekerij opgeruimd.

Daarbij heeft de verhuurster gehandeld overeenkomstig een folder van de gemeente Helmond waarin werd aangeraden om elk kwartaal te controleren om te voorkomen dat een hennepkwekerij zou worden opgezet. In de folder staat: “Houd regelmatig toezicht op uw pand. Eén keer per jaar is zeker niet genoeg. Hennepteelt heeft een cyclus van acht tot tien weken. Elk kwartaal is een goed uitgangspunt. […] Treft u een hennepkwekerij aan, of hebt u het vermoeden van een hennepkwekerij? Neem dan contact op met de politie.”

Oordeel Afdeling bijzondere omstandigheden

De Afdeling overweegt dat wanneer sprake is van een handelshoeveelheid softdrugs (> 5 gram hennep) de bevoegdheid tot sluiting op grond van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet ontstaat. Echter, de bevoegdheid tot sluiting moet worden onderscheiden van de vraag of gebruikmaking van die bevoegdheid overeenkomstig de beleidsregel in het onderhavige geval redelijk is. Alle (bijzondere) omstandigheden van de verhuurster moeten worden afgewogen tegen het (algemeen) belang dat gediend is met de sluiting van het pand.

Op grond van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) handelt een bestuursorgaan overeenkomstig zijn beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. De Afdeling heeft op 26 oktober 2016 uitgemaakt dat ook bepaalde omstandigheden die al in een beleidsregel zijn opgenomen, of worden geacht te zijn opgenomen, als bijzondere omstandigheden kunnen worden aangemerkt en dus deel moeten uitmaken van een zorgvuldige belangenafweging. In dat kader toetst de Afdeling in deze uitspraak of de omstandigheden van de verhuurster dusdanig bijzonder van aard zijn dat de sluiting onevenredig is met het doel dat de beleidsregel dient. De beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Helmond heeft als doel te realiseren dat er door de gekozen maatregel een einde komt aan de overtreding en dat herhaling van de overtreding wordt voorkomen.

Anders dan de rechtbank oordeelt de Afdeling dat de omstandigheden van verhuurster moeten worden aangemerkt als bijzondere omstandigheden in de zin van artikel 4:84 van de Awb die maken dat het handelen overeenkomstig de beleidsregel gevolgen heeft die onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. De Afdeling vindt het van belang dat de gemeente zelf in een folder heeft aangegeven dat per kwartaal dient te worden gecontroleerd op de aanwezigheid van hennepkwekerijen en verhuurster dat ook heeft gedaan. Voorts heeft de verhuurster uit eigen beweging de politie in kennis gesteld en vond de melding plaats in het stadium waarin nog geen oogst had plaatsgevonden.

De conclusie luidt dat de burgemeester in dit geval niet in redelijkheid een last onder bestuursdwang heeft kunnen opleggen. Het gevolg is dat de Afdeling de beslissing op bezwaar heeft vernietigd en het primaire besluit heeft herroepen. De uitspraak vervangt het vernietigde besluit.

Betekenis voor de praktijk

Het komt in de praktijk steeds vaker voor dat omstandigheden worden aangevoerd om van sluiting af te zien. Het is daarom van belang dat een burgemeester alle omstandigheden van het geval betrekt en beziet of deze op zichzelf dan wel tezamen met andere omstandigheden, moeten worden aangemerkt als bijzondere omstandigheden in de zin van artikel 4:84 van de Awb. Het is van belang dat in de motivering van het besluit deze belangenafweging staat opgenomen. Het is daarbij raadzaam om alle argumenten en belangen uit de bestuurlijke rapportage en de zienswijze zorgvuldig af te wegen tegen het doel dat met de beleidsregel gediend is.

In deze zaak krijgt de gemeente niet meer de kans om het besluit opnieuw te motiveren. De Afdeling voorziet zelf in de zaak. Het gevolg is dat de gemeente Helmond wellicht een civiele schadevergoedingsclaim op grond van onrechtmatige daad kan verwachten. Immers, met de vernietiging van een besluit is de onrechtmatigheid een gegeven en staat toerekening daarvan aan de gemeente als publiekrechtelijke rechtspersoon in beginsel vast. Wel kan nog gediscussieerd worden over de vraag of schade is geleden. Dergelijke geschillen kunnen in de toekomst voorkomen worden door het bovenstaande in acht te nemen bij het nemen van besluiten.

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel, neem dan gerust contact met één van onze specialisten overheidsrecht op.

Zie ook:
Kan één opslagruimte in een complex worden afgesloten vanwege aantreffen drugs?
Sluiting  13b Opiumwet criminal charge?
Aantreffen drugs op geringe afstand van woning voldoende voor sluiting woning?