Turboliquidatie en de positie van de schuldeiser

Blog

De turboliquidatie van een besloten vennootschap komt vaak voor en is regelmatig aanleiding voor procedures waarbij de voormalig DGA door een onbetaalde schuldeiser aansprakelijk wordt gesteld. Wat is nu eigenlijk een turboliquidatie en waarin wijkt deze af van de normale manier van het liquideren van een besloten vennootschap? En heeft een schuldeiser die met een turboliquidatie wordt geconfronteerd, juridische mogelijkheden om zich hiertegen te verzetten?

De gewone procedure: ontbinding en vereffening

Als een ondernemer een activiteit vrijwillig (buiten faillissement) wil staken, kan de besloten vennootschap waarmee de activiteit wordt uitgeoefend, worden ontbonden. Ontbinding van een besloten vennootschap vindt plaats op het moment van het nemen van een ontbindingsbesluit door de algemene vergadering van aandeelhouders.

Het vermogen van de vennootschap moet na het ontbindingsbesluit door de vereffenaar, normaal gesproken de bestuurder(s), worden vereffend (“geliquideerd”). Aan het einde van de liquidatie, moet de vereffenaar rekening en verantwoording van de vereffening opstellen. Deze moet voor iedereen ter inzage worden gelegd en die inzage moet in een nieuwsblad worden aangekondigd. Belanghebbenden, zoals schuldeisers, kunnen binnen twee maanden verzet instellen. De besloten vennootschap blijft na het ontbindingsbesluit “in leven” voor zover dat nodig is voor de afwikkeling van de liquidatie. Na afloop van de liquidatie houdt de besloten vennootschap op te bestaan. Als tijdens de liquidatie blijkt dat de schulden de baten overtreffen, is de vereffenaar verplicht het faillissement aan te vragen. Er wordt dan een curator benoemd die het faillissement afwikkelt en in dat kader ook beoordeelt of er bijvoorbeeld sprake is van onbehoorlijk bestuur.

Deze procedure biedt door de verplichte rekening en verantwoording en de verplichting faillissement aan te vragen bij onvoldoende baten, een bepaalde mate van inzicht voor schuldeisers van de ontbonden vennootschap en controle achteraf door de curator van het handelen van de DGA.

Wat is een turboliquidatie?

De wet biedt echter de mogelijkheid om de vereffening helemaal over te slaan, als de vennootschap op het moment van ontbinding geen bekende baten meer heeft. De vennootschap houdt dan op te bestaan, op het moment waarop het ontbindingsbesluit wordt genomen. Dit wordt wel een turboliquidatie genoemd. De vennootschap is dan van het ene op het andere moment verdwenen. Hiervan moet alleen melding worden gedaan bij de Kamer van Koophandel, die de liquidatie en uitschrijving publiceert in het handelsregister. De turboliquidatie is ook mogelijk als de vennootschap nog wel schulden heeft.

Enerzijds is de turboliquidatie een logische aanvulling op de hoofdregel. Als er echt geen baten zijn, valt er niets te liquideren. Het heeft op het eerste gezicht ook dus weinig zin om een curator te benoemen. Waarbij bovendien vast staat dat er geen middelen zijn om het salaris van de curator te betalen.

Anderzijds biedt de turboliquidatie voor DGA’s die hun schuldeisers niet willen of kunnen betalen, een snelle en makkelijke manier om schuldeisers met lege handen achter te laten. Als de DGA zich voor de turboliquidatie keurig heeft gedragen en in het belang van de vennootschap en schuldeisers heeft gehandeld, is er niets tegen op deze wijze van afwikkeling. Het probleem is dat dit voor schuldeisers niet inzichtelijk is. Er bestaat geen wettelijke verplichting om bij een turboliquidatie aan schuldeisers inzicht te bieden in het vermogen van de vennootschap. Zij kunnen alleen maar via het handelsregister de (vaak nietszeggende) publicatiejaarrekening inzien. Het zou zomaar kunnen dat de DGA de vennootschap voor de liquidatie heeft leeggehaald, door bijvoorbeeld uitkeringen aan zichzelf of gelieerde partijen te doen. Voor DGA’s die zich wat minder keurig hebben gedragen, biedt de turboliquidatie het grote voordeel, dat geen faillissement wordt uitgesproken en hun handelen dus niet door een curator kan worden gecontroleerd.

Mogelijkheden voor schuldeisers

De eerste mogelijkheid is om bij de rechter heropening van de vereffening te verzoeken. Er moet dan alsnog een vereffenaar worden benoemd. Aangezien er geen baten aanwezig waren, maar wel schulden, zal de vereffenaar alsnog het faillissement moeten aanvragen. Deze manier kan dus een drukmiddel voor de schuldeiser opleveren. De DGA probeerde immers nu juist faillissement te vermijden door het toepassen van de turboliquidatie.

De heropeningsprocedure kan soms ook worden overgeslagen. Uit de jurisprudentie volgt dat als een schuldeiser aannemelijk kan maken, dat de vennootschap nog wel over een vermogensbestanddeel beschikte toen er werd geliquideerd, het faillissement van de vennootschap meteen kan worden aangevraagd. Ook dit biedt een drukmiddel aan de crediteur. Het is alleen moeilijk om aannemelijk te maken dat er nog vermogen was; in de praktijk wordt hiervoor de (mogelijke) vordering op de DGA zelf wegens onbehoorlijk bestuur aangevoerd. Dit standpunt heeft een redelijke kans van slagen, als uit het handelsregister blijkt dat de jaarrekening niet of niet tijdig is gepubliceerd.

Naast aansturen op faillissement als drukmiddel, is het in sommige situaties ook mogelijk de DGA als schuldeiser rechtstreeks aansprakelijk te stellen wegens onrechtmatig handelen. Er zijn wel voorbeelden in de jurisprudentie waarbij werd geoordeeld dat de DGA onrechtmatig handelde, door ten onrechte de turboliquidatie toe te passen. Dit zijn voor schuldeisers wel moeilijke procedures, met name omdat er meestal sprake is van een informatieachterstand. De schuldeiser moet feiten kunnen aanvoeren waaruit voldoende concreet blijkt dat de DGA de kluit heeft belazerd, die informatie heeft de schuldeiser meestal niet.

Conclusie

Er zijn juridische mogelijkheden voor schuldeisers, die worden geconfronteerd met de turboliquidatie van hun debiteur. Het grote probleem in de praktijk is dat de schuldeiser kosten moet maken om de zojuist beschreven wegen te bewandelen. Terwijl de kans bestaat, dat de DGA niet alsnog over de brug komt en het faillissement wordt uitgesproken. De schuldeiser houdt er dan in financiële zin niets aan over. Voor een schuldeiser met een grote vordering zal het vaak de tijd en moeite waard zijn om te proberen het de DGA zo moeilijk mogelijk te maken, maar voor een schuldeiser met een relatief kleine vordering niet. Ondanks de juridische mogelijkheden, kan de turboliquidatie dus nog steeds worden misbruikt om schuldeisers het nakijken te geven zonder verantwoording af te hoeven leggen.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Martijn Smit.