Gevolgen PAS-uitspraken van de Raad van State

In mei 2019 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) bepaald dat het Programma Aanpak Stikstof (PAS), in strijd is met Europese natuurwetgeving. Het PAS bood namelijk onvoldoende waarborgen voor natuurbehoud en herstel in de Natura 2000-gebieden om daarop de toestemming te baseren voor een activiteit.

Via het PAS, de Spoedwet stikstof en het Besluit stikstofreductie en natuurverbetering heeft het Rijk geprobeerd om voor het overschot aan stikstof (ammoniak en stikstofoxiden) een oplossing te vinden. Door het overschot aan stikstof konden veel ontwikkelingen geen doorgang vinden omdat er teveel stikstofneerslag /depositie op het Natura 2000-gebied was. Met het PAS hoefden projecten tot een bepaalde depositie (>1 mol depositie per hectare per jaar) alleen een melding in te dienen. Deze regeling gold tot het moment dat 95% of meer depositieruimte was verleend. Vanaf dat moment werd de grens verlaagd naar  >0,05 mol depositie per hectare per jaar. Projecten die meer dan 1 mol veroorzaakten, konden een vergunning krijgen met ontwikkelingsruimte uit het PAS.

Op 29 mei 2019 oordeelde de ABRvS dat het PAS in strijd is met Europese natuurwetgeving. Als gevolg van deze uitspraak heerst er tot op de dag van vandaag veel onzekerheid. Bedrijven die een melding onder het PAS hebben gedaan, hebben vaak achteraf gezien alsnog een vergunning nodig. Bedrijven met een vergunning via het PAS, hebben een vergunning die mogelijk kan worden ingetrokken.

Gevolgen uitspraak ABRvS

De uitspraak van de ABRvS heeft verschillende gevolgen gehad. Wij zetten ze voor u op een rijtje.

A. Het PAS is niet langer bruikbaar voor vergunningverlening

Het PAS kan niet langer worden ingezet voor vergunningverlening voor bouwwerkzaamheden of de exploitatie van een agrarisch bedrijf. Dat betekent dat per individueel plan of project beoordeeld moet worden of voor de activiteit een vergunning nodig is.

De verschillende habitattypen in de Nederlandse Natura 2000-gebieden zijn in veel gevallen stikstofoverbelast. Sommige gebieden zijn echter minder stikstofgevoelig, maar zijn bijvoorbeeld gevoelig voor droogte.

Om te beoordelen of een vergunning nodig is, kan een voortoets worden gedaan. Met deze voortoets kan ook gebruik worden gemaakt van intern salderen (in ieder geval tot 1 januari 2024). Als uit de voortoets blijkt dat geen sprake is van een negatief significant effect op een Natura 2000-gebied, dan is er geen vergunning nodig.

Inmiddels is duidelijk dat met stikstofneerslag buiten 25 km van de activiteit geen rekening hoeft te worden gehouden bij het verlenen van de vergunning. Hierdoor kan in ieder geval voor een deel van de Pas-melders/vergunninghouders legalisatie plaatsvinden.

Als een negatief significant effect aanwezig kan zijn, dan kan een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming alleen worden verleend als daarvoor een zogenaamde passende beoordeling is opgesteld.

Als uit die passende beoordeling volgt dat de natuurlijke kenmerken van de Natura 2000-gebied(en) kunnen worden aangetast waardoor dus negatief significante affecten aanwezig kunnen zijn op Natura 2000-gebieden, dan kan alleen een vergunning worden verleend als is voldaan aan de volgende voorwaarden (de ADC-toets):

  1. er zijn geen alternatieve oplossingen;
  2. het plan is nodig om dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard; en
  3. de nodige compenserende maatregelen worden getroffen om te waarborgen dat de algehele samenhang van Natura 2000 bewaard blijft.

Bij private ruimtelijke ontwikkelingen zal niet snel sprake zijn van een dwingende reden van groot openbaar belang. Dat betekent dat daarvoor geen vergunning kan worden verleend en de activiteit niet kan worden uitgevoerd. Dit raakt vooralsnog ook woningbouwprojecten. Voor windprojecten is een Guidance document opgesteld in 2020 waarin wordt beschreven hoe de ADC-toets kan worden doorlopen.

B. Er is een vergunning nodig voor beweiden en bemesten

Door de PAS-uitspraken geldt er voor agrariërs in beginsel een vergunningplicht voor beweiden en bemesten.

C. Extern salderen

Onder omstandigheden is extern salderen weer mogelijk is. Daarvoor gelden wel strikte eisen.

Lees ook:

Vragen?

Heeft u vragen over de gevolgen van de PAS-uitspraken voor uw situatie? Neem dan gerust  contact met ons op. Dat kan door te bellen met 072 514 46 66. U kunt ook het contactformulier invullen.