Nieuwe aanbestedingswet alweer in aantocht!

Blog

Het concept van de wet die de Aanbestedingswet 2012 wijzigt, is gepubliceerd voor internetconsultatie. Waarom nu alweer? Nederland is verplicht de nieuwe Aanbestedingsrichtlijnen uiterlijk op 18 april 2016 om te zetten in wetgeving. Daarom moet de Aanbestedingswet 2012 worden gewijzigd.

De wet is nog niet officieel aangeboden aan de Tweede Kamer, maar ter consultatie op internet gepubliceerd. Daarmee is allerminst zeker dat alle wijzigingen ook daadwerkelijk in de uiteindelijke wet terecht komen, maar van een aantal is dat wel waarschijnlijk. Wat zijn de meest in het oog springende veranderingen?

Het aanbestedingsrecht wordt de laatste jaren ‘geplaagd’ door schandalen die verband houden met belangenverstrengeling of het doorspelen van informatie, bijvoorbeeld in de kwestie rondom de aanbesteding van het openbaar vervoer in Limburg of de ICT- aanbesteding waarbij Ordina was betrokken. In de (nieuwe) artikelen 1.10a en 1.10b Aanbestedingswet 2012 (‘AW 2012‘) zijn voorschriften opgenomen om belangenverstrengeling en het beperken van de mededinging te voorkomen.

Een opdracht moet, tenzij dat niet passend is, in percelen worden gesplitst. Aanbestedende diensten vragen regelmatig of zij dan wél mogen bepalen dat een inschrijver maar één perceel gegund kan krijgen. Daarvoor biedt artikel 2.10 AW 2012 straks een wettelijke basis. De omgekeerde situatie mag overigens ook; bepalen dat een inschrijver meerdere percelen gegund mag krijgen. Het mag zelfs nog verder gaan: inschrijvers laten bieden op een combinatie van percelen. Het is dan wel aan de aanbestedende dienst om de gunningssystematiek daarop in te richten.

De 2B-diensten verdwijnen, maar daarvoor komen terug de ‘sociale diensten’, deze zijn genoemd in bijlage XIV bij de richtlijn (2014/24/EU). Deze moeten worden aanbesteed met dezelfde procedure die gold voor de 2B-diensten, als de opdracht een waarde van EUR 750.000,- of meer heeft. De voorgestelde bepaling regelt niet of aan de procedure meerdere inschrijvers moeten deelnemen, of dat (enkelvoudig) onderhands gunnen is toegestaan. Het staat een aanbestedende dienst vrij om uit eigen beweging een ‘normale’ procedure toe te passen.

Artikel 2.24 AW 2012 bepaalt dat bepaalde diensten, waaronder die van advocaten voor procedures en de voorbereiding daarvan en die van notarissen, helemaal niet meer (Europees) aanbesteed hoeven worden.

Het uitgangspunt is dat er straks geheel digitaal/ elektronisch wordt aanbesteed, uitzonderingen daargelaten, bijvoorbeeld als een model wordt gevraagd (dat overigens in de toekomst misschien wel met toepassing van 3D-techniek zou kunnen worden geprint). Daarom zijn de termijnen fors verkort.

Verder is in de richtlijn een nieuw model voor de Eigen Verklaring opgenomen, het zogenaamde Uniform Europees Aanbestedingsdocument. Het model hiervan is nog niet bekend.

Over de uitsluitingsgronden is ook veel te doen geweest, denk aan de mogelijkheid om een inschrijver uit te sluiten wegens slechte ‘past performance’. De lijsten met verplichte en optionele uitsluitingsgronden van artikel 2.86 en 2.87 AW 2012 zijn uitgebreid. Inschrijvers die hun sociale premies niet betalen, moeten in principe worden uitgesloten. Past performance mag inderdaad als facultatieve uitsluitingsgrond worden opgenomen, zij het dat het moet gaan om ‘aanzienlijke of voortdurende tekortkomingen’ van ‘wezenlijke voorschriften’ die heeft geleid tot beëindiging van een vorige opdracht of schadevergoeding. Dat beperkt deze grond aanzienlijk.

Een inschrijver kan aan uitsluiting wegens bepaalde gronden ontkomen door aan te tonen dat hij voldoende maatregelen heeft genomen om zijn betrouwbaarheid aan te tonen. Dat kan als de inschrijver:

  • schade die voortvloeit uit veroordelingen voor strafbare feiten heeft vergoed of zal vergoeden;
  • heeft bijgedragen aan het ophelderen van feiten door met de autoriteiten mee te werken;
  • concrete maatregelen heeft genomen (‘compliance’).

Straks is het enige gunningscriterium nog EMVI, maar EMVI mag ook inhouden gunning op basis van de laagste prijs of de laagste levenscycluskosten. Dat moet wel voldoende worden gemotiveerd in de aanbestedingsstukken. Rechters zijn ook geneigd aanbestedende diensten daar steeds meer aan te houden, gelet op recente rechtspraak.

Dit zijn een aantal belangrijke wijzigingen. Uiterlijk op 18 april 2016 moet dit voorstel tot wet verheven zijn. Binnenkort zal Schenkeveld een seminar organiseren om geïnteresseerden op de hoogte te brengen van de meest recente uitspraken en de nieuwe wet. Houdt de website in de gaten of laat nu alvast weten dat u een uitnodiging voor dit seminar wilt ontvangen.