Huurprijs roerende zaak: na faillietverklaring boedelschuld!

Blog

Van groot belang voor de rechtspraktijk is een uitspraak die de Hoge Raad op 9 januari jl. heeft gewezen. In die zaak stond de vraag centraal of de huurprijs van een na faillietverklaring doorlopende huurovereenkomst als boedelschuld heeft te gelden en dus door de curator moet worden betaald als sprake is van de verhuur van een roerende zaak. Die vraag is eerder al bevestigd met betrekking tot de verhuur van onroerende zaken.

De casus

Aannemersbedrijf Veenstra heeft met Doka een huurovereenkomst gesloten op grond waarvan Veenstra bekistingsmaterialen van Doka huurde ten behoeve van een bouwproject. Veenstra is op enig moment door de rechtbank in staat van faillissement verklaard. Ten tijde van het uitspreken van het faillissement waren niet alle facturen van Doka betaald. De curator heeft na het uitspreken van het faillissement de huurovereenkomst met Doka niet opgezegd. Doka is de bekistingsmaterialen ter beschikking blijven stellen en heeft in de daaropvolgende maanden daarvoor facturen gestuurd aan de curator. Toen die onbetaald bleven, heeft Doka de huurovereenkomst met Veenstra opgezegd.

Het geschil

Doka heeft een verklaring voor recht gevorderd dat de huurvorderingen van Doka als boedelvorderingen in de zin van artikel 39 Faillissementswet moeten worden aangemerkt. Daartoe heeft Doka aangevoerd dat artikel 39 Faillissementswet ook van toepassing is op roerende zaken zoals bekistingsmaterialen.

De kantonrechter heeft die vraag aan de Hoge Raad voorgelegd.

De beslissing van de Hoge Raad

De Hoge Raad heeft overwogen dat artikel 39 Faillissementswet ook geldt voor de verhuur van roerende zaken. De Faillissementswet spreekt van huur zonder onderscheid te maken tussen huur van onroerende zaken en huur van roerende zaken. Dit volgt ook uit de ratio van de regeling, te weten dat de wetgever de curator de mogelijkheid heeft willen bieden om relatief gemakkelijk van lopende huurovereenkomsten af te komen en dat als compensatie daartegenover staat dat de verhuurder de zekerheid heeft dat hij voor de huur gecompenseerd wordt door de huurprijs vanaf de dag der faillietverklaring tot boedelschuld te verklaren.

Conclusie

Als u dus roerende zaken verhuurt, weet dan dat als er een faillissement komt, de curator van de huurovereenkomst af kan, maar dat de huur als boedelschuld aan u verschuldigd is. Met deze uitspraak van de Hoge Raad in de hand kunt u uw rechten opeisen.

Bent u geïnteresseerd in de volledige beslissing, klik dan hier.

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel, neem dan contact op met één van onze specialisten.