Girale overboeking rondom faillissement

Blog

Het komt regelmatig voor, dat een schuldenaar kort voor zijn faillissement nog een betalingsopdracht aan zijn bank geeft voor een girale overboeking naar een van zijn schuldeisers. De curator in het hierop volgende faillissement kan deze girale betaling onder omstandigheden terugvorderen van de begunstigde.

Gevolgen faillietverklaring

Op grond van de Faillissementswet verliest de schuldenaar door zijn faillietverklaring van rechtswege het beheer en de beschikking over zijn tot het faillissement behorende vermogen, terug te rekenen tot 0:00 uur van de dag van zijn faillietverklaring. Indien de schuldenaar op of vanaf de dag van zijn faillissement nog betalingen verricht, dan is de faillissementsboedel hiervoor in beginsel niet aansprakelijk.

Op de dag van faillietverklaring wordt het vermogen van de schuldenaar gefixeerd. Dat wil zeggen, dat het faillissement het gehele vermogen van de schuldenaar betreft op de dag van zijn faillietverklaring en ook op al hetgeen de schuldenaar daarna mocht verkrijgen. Indien de levering van een bepaald goed, bijvoorbeeld een onroerende zaak, voor het faillissement nog niet is voltooid, kan deze levering als gevolg van de faillietverklaring ook niet meer geldig plaats vinden. Het betreffende goed heeft in dat geval het vermogen van de schuldenaar niet verlaten en valt daarmee in de boedel.

Wanneer is een girale betaling voltooid?

Hetzelfde probleem kan zich voordoen bij girale betalingen. Indien een girale betaling van de schuldenaar pas tijdens het faillissement wordt voltooid, is dat te laat en kan de curator het overgeboekte bedrag van de begunstigde terugvorderen. Het is daarom belangrijk om te weten wanneer een girale betaling van de schuldenaar als voltooid wordt aangemerkt.

Tot 20 maart 2015 gold hiervoor de maatstaf uit het arrest van de Hoge Raad Vis q.q./NMB uit 1989, op grond waarvan moest worden nagegaan of de bank van de schuldenaar voor het faillissement van de schuldenaar alle handelingen heeft verricht die nodig zijn ter voltooiing van de betaling. Indien de schuldenaar en de begunstigde bankieren bij dezelfde bank, diende ook de bijschrijving op de bankrekening van de begunstigde voor de faillietverklaring te hebben plaatsgevonden. Deze maatstaf geldt tot 20 maart 2015 en is daarmee met name voor oude faillissementen nog van belang.

Vanaf 21 maart 2015 geldt een nieuwe maatstaf volgens het arrest van de Hoge Raad JPR/Gunning q.q., op grond waarvan de curator steeds de girale betaling door de schuldenaar kan terugvorderen, indien de bankrekening van de begunstigde na de faillietverklaring van de schuldenaar hiermee is gecrediteerd.

Met andere woorden, indien de betalingsopdracht voor het faillissement door de schuldenaar aan de bank is verleend, maar de bijschrijving op de bankrekening van de begunstigde pas op of vanaf de dag van de faillietverklaring van de schuldenaar plaats vindt, is dat te laat. De curator kan in dat geval het door de begunstigde ontvangen bedrag steeds terugvorderen.

Wilt u het arrest JPR/Gunning q.q. nog eens nalezen? Hier vindt u de link naar de uitspraak.

Wilt u op de hoogte blijven van de ontwikkelingen op het gebied van financiering, zekerheden en faillissementen of heeft u hierover vragen, neem dan contact op met één van onze specialisten.