De nieuwe Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening

Blog

Het wetsvoorstel Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening is op 21 januari 2010 ingediend bij de Tweede Kamer en is vervolgens op 30 juni 2011 aangenomen door de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel wordt nu behandeld bij de Eerste Kamer.

In deze nieuwsflits wordt stilgestaan bij het doel van het wetsvoorstel, de inhoud van het wetsvoorstel en het te beogen resultaat.

Doel van het wetsvoorstel

In 2008 is onderzoek verricht naar gemeentelijke schuldhulpverlening [1].  Uit het rapport dat naar aanleiding van dat onderzoek is opgesteld, volgt dat de onderzochte gemeenten met schuldhulpverlening verschillende doelstellingen nastreven, waaronder:
• het voorkomen van een sociaal isolement;
• het creëren van een stabiele situatie;
• het voorkomen van schulden.

Ter bestrijding van schulden, hanteren gemeenten diverse middelen, waaronder een adviesgesprek, budgetbeheer, een schuldregeling of bijvoorbeeld een betalingsregeling. Ook blijkt uit het onderzoek dat niet alle onderzochte gemeenten lid zijn van de Nederlandse vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren.

Uit de Memorie van Toelichting bij het Wetsvoorstel volgt dat het kabinet wenst te investeren in de participatie van burgers, waarbij deelname aan de arbeidsmarkt centraal staat [2].  Een problematische schuld wordt gezien als een belemmering voor volwaardige participatie. Doordat een integrale landelijke aanpak ontbreekt, meent het kabinet dat de huidige schuldhulpverlening niet effectief is. Het kabinet heeft daarom besloten de  gemeentelijke schuldhulpverlening wettelijk vast te leggen, waarbij een integrale aanpak het uitgangspunt is [3].

Inhoud van het wetsvoorstel

Het integrale karakter van schuldhulpverlening door gemeenten staat centraal. Niet alleen de financiële situatie is van belang, maar ook omstandigheden zoals de woonsituatie, de gezondheid, de verslaving of de gezinssituatie. De medewerking van de schuldenaar geldt als een eerste vereiste. De gemeente dient de schuldenaar daar ook actief op aan te spreken.

De Gemeenteraad dient een plan vast te stellen voor de duur van maximaal vier jaar. In dat plan moet zijn opgenomen op welke wijze in de gemeente richting wordt gegeven aan de integrale schuldhulpverlening [4].  Het plan vermeld in ieder geval [5]:
• de te behalen resultaten;
• kwaliteitswaarborgen voor de uitvoering van de schuldhulpverlening;
• het aantal weken dat wordt nagestreefd waarbinnen het eerste gesprek met de schuldenaar plaats vindt, en
• de vormgeving van schuldhulpverlening aan gezinnen met inwonende minderjarige kinderen.

Het College van Burgemeester en Wethouders [6]  is vervolgens verantwoordelijk voor de uitvoering van het plan. De hoofdregel is dat binnen vier weken na een verzoek van een schuldenaar om schuldhulpverlening, een eerste gesprek dient plaats te vinden [7].

Het College kan de rechtbank om een zogeheten afkoelingsperiode verzoeken van maximaal zes maanden. In die periode kan een schuldeiser zich niet verhalen op goederen van de schuldenaar en kan deze ook geen goederen opeisen. Wanneer een dergelijk verzoek kan worden ingediend, zal afzonderlijk in een algemene maatregel van bestuur worden bepaald.

Degene die om schuldhulpverlening verzoekt, is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is om de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening uit te voeren [8].  Voorts is de schuldenaar verplicht om zich te identificeren indien daarom wordt verzocht door het College.

Een novum is de zogeheten ‘basisbankrekening’. Deze bankrekening is bij amendement opgenomen in het wetsvoorstel. De basisbankrekening wordt verstrekt door een bank aan een aanvrager, indien is voldaan aan de voorwaarden:
• de aanvrager is tevens verzoeker die zich tot het College heeft gewend voor schuldhulpverlening;
• de aanvrager beschikt niet over een basisbankrekening bij een andere bank;

De basisbankrekening wordt ingebed in de Wet op het financieel toezicht [9].  De achtergrond van die basisrekening is dat daar geen roodstand op mogelijk is.

Resultaat

Indien sprake is van een integrale aanpak van schuldhulpverlening met daarbij meetbare doelstellingen, zou het gevolg daarvan moeten zijn dat schuldhulpverlening effectiever wordt [10].

Er komt binnen de gemeente een visie op schuldhulpverlening. Vervolgens wordt schuldhulpverlening geboden en bovendien integraal aangepakt door het College. Bovendien zal ook nazorg dienen plaats te vinden, om een nieuwe schuldensituatie te voorkomen. In september 2011 heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de kosten en baten van schuldhulpverlening, in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid [11].  Daaruit volgt dat het grootste gedeelte van de kosten van schuldhulpverlening, voor rekening komen van de sociale dienst van de gemeente, vanwege uitkeringen en re-integratietrajecten op basis van de Wet werk en bijstand.

Het wetsvoorstel dient plenair te worden in de Eerste Kamer, waarna bekend zal zijn of de Eerste Kamer het voorstel aanvaard. Naar verwachting zal de bekrachtiging en de afkondiging van de wet in het Staatsblad pas in 2012 kunnen plaatsvinden. Gemeenten kunnen hierop anticiperen door te inventariseren welke resultaten met de integrale schuldhulpverlening kunnen worden behaald. Op het moment dat de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening in werking treedt, is een deel van het verplichte plan al in hoofdlijnen bekend. Dat scheelt bij de implementatie van de Wet in de gemeentelijke praktijk. Bovendien geeft dat een aanleiding om de huidige schuldhulpverlening kritisch te belichten, wat wellicht al tot aanpassing kan leiden.

[1]Kamerstukken II, 2008-2008, 24 515, nr. 140, het onderzoek “Schulden? De Gemeente helpt!”.
[2]Kamerstukken II, 2009-2010, 32 291, nr. 3, p. 1.
[3]Kamerstukken II, 2009-2010, 32 291, nr. 3, p. 4
[4]Zie artikel 2 van het gewijzigd voorstel van wet, Kamerstukken I¸2010-2011, 32 291,A.
[5]Zie artikel 2 lid 4 van het gewijzigd voorstel van wet, Kamerstukken I¸2010-2011, 32291, A.
[6]Hierna “het College”.
[7]Zie artikel 4 van het gewijzigd voorstel van wet, Kamerstukken I¸2010-2011, 32 291,A.
[8]Zie artikel 7 van het gewijzigd voorstel van wet, Kamerstukken I¸2010-2011, 32 291,A.
[9]Zie artikel 11 van het gewijzigd voorstel van wet, Kamerstukken I¸2010-2011, 32 291,A.
[10]Het Gemeenteloket SWZ, via www.gemeenteloket.minszw.nl
[11]http://www.gemeenteloket.minszw.nl/binaries/content/assets/Schuldhulpverlening/2011-09/Handreiking-kosten-en-baten_APE_2011.pdf