Circulair bouwen in de Omgevingswet: een duurzame revolutie?

Blog
Schenkeveld Advocaten - hardhat-4274430_1280

De Omgevingswet (Ow) is per 1 januari 2024 in werking getreden. De ambitie vanuit de rijksoverheid is dat Nederland circulair is in 2050. Opmerkelijk is dat in de Omgevingswet circulair bouwen niet wordt genoemd. Welke artikelen uit de Omgevingswet zijn bruikbaar voor het circulair bouwen?

De Omgevingswet

Centraal in de Omgevingswet staat de fysieke leefomgeving. De Omgevingswet streeft volgens artikel 1.3 Omgevingswet naar het bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit. Tot de fysieke leefomgeving hoort de natuurlijke omgeving, waaronder cultuurlandschappen, lucht, water, bodem en natuur. Ook door de mens gemaakte objecten die langdurig op dezelfde plaats staat behoren tot de fysieke leefomgeving. In de Omgevingswet wordt het woord ‘circulair’ niet gebruikt, wel het woord ‘duurzaam.’

Rijksbrede programma circulair economie

In het Rijksbrede programma circulair economie uit 2016 is de bouwsector aangemerkt als prioritaire sector. Circulair bouwen kan goedkoper zijn door hergebruik van grondstoffen en daarnaast kan een materialentekort hiermee in potentie worden opgelost. Mogelijk kan er ook sneller worden gebouwd. De circulariteit kan worden gebruikt als katalysator voor het naar beneden brengen van de CO2 uitstoot. Hierdoor kan ook qua stikstof een verbetering worden bereikt. Een kanttekening hierbij is dat circulair bouwen (in eerste instantie) ook duurder kan zijn, omdat het innovaties vergt en mogelijk ook extra faalkosten ontstaan.

Maatregelen circulaire economie

Op 16 mei 2023 heeft de voormalig Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat aan de Tweede Kamer een compleet overzicht gegeven van de mogelijke maatregelen om de circulaire economiedoelen te halen.

Bij de brief van de Staatssecretaris zijn twee bijlagen gevoegd. Opvallend is dat in de Kamerbrief niets is opgenomen over de Omgevingswet.

Artikelen Omgevingswet voor circulair bouwen

Onderstaand staan de artikelen uit de Omgevingswet genoemd die mogelijk gebruikt kunnen worden in relatie tot circulair bouwen.

Artikel 2.14 van de Omgevingswet

Dit artikel bepaalt dat bij algemene maatregel van bestuur kunnen, met inachtneming van de grenzen van artikel 2.3, derde lid Omgevingswet, omgevingswaarden kunnen worden vastgesteld. Als de omgevingswaarde wordt overschreden, leidt dit tot de plicht voor het opstellen van een programma met maatregelen (artikel 3.10 Omgevingswet). De omgevingswaarden kunnen voor circulair bouwen alleen indirect worden gebruikt.

Artikel 2.15 Omgevingswet – Kwaliteit van de fysieke leefomgeving

Dit artikel biedt mogelijkheden om met een Algemene Maatregel van Bestuur regels op te stellen voor de kwaliteit van de fysieke leefomgeving. Hierin kan circulair bouwen worden gestimuleerd met eisen en richtlijnen over hergebruik van materialen, energiezuinigheid en verminderde milieubelasting.

Artikel 2.24 lid 1 en artikel 2.25 Omgevingswet- Ruimtelijke kwaliteit

Dit artikel geeft de mogelijkheid om regels op te stellen ter bevordering van ruimtelijke kwaliteit, inclusief duurzaamheid en circulariteit. Het kan worden gebruikt om circulair bouwen te stimuleren door bijvoorbeeld het bevorderen van demontabel en herbruikbaar ontwerp, het gebruik van duurzame materialen en het verminderen van grondstoffenverbruik. Dit zal dan echter in een Algemene Maatregel van Bestuur, bijvoorbeeld in het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL) opgenomen moeten worden.

Artikel 4.1 en 4.2 Omgevingswet -stellen regels

In het omgevingsplan kunnen ook voor niet ruimtelijk relevante regels -die toezien op de omgevingskwaliteit- regels worden opgenomen. Er is beleidsvrijheid voor gemeenten om in het belang van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties regels te stellen in het omgevingsplan. Artikel 4.1 en 4.2 Omgevingswet zouden de grondslag kunnen vormen om een scoresystematiek toe te passen. Een bepaalde score zou dan bijvoorbeeld ontwikkelmogelijkheden kunnen bieden. De norm voor de score kan worden opgenomen in beleidsregels. In verband met de rechtszekerheid zal de norm wel voldoende objectief begrensd moeten zijn.

Een scoresystematiek zou kunnen betekenen dat het omgevingsplan ruimte biedt voor het realiseren van extra bouwwerken. De in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) opgenomen maatwerkbevoegdheden zijn echter geschrapt, waardoor maatregelen voor circulair bouwen alleen vanuit de rijksoverheid opgelegd kunnen worden. Dat licht ik toe.

Besluit Bouwwerken leefomgeving (Bbl)

In het Besluit bouwwerken leefomgeving was voor gemeenten de mogelijkheid opgenomen om in het omgevingsplan maatwerkregels (strengere eisen) te stellen aan de energieprestatie (BENG) en de milieuprestatie (MPG). Deze maatwerkmogelijkheid is vervallen. De Minister geeft hiervoor in de Kamerbrief van 12 april 2022 hiervoor onder meer de volgende toelichting: ”In het Programma Woningbouw geef ik aan dat ik circulair en industrieel bouwen wil bevorderen, zowel om de woningbouw te versnellen als voor het verbeteren van de energie- en milieuprestatie van woningen. Van belang daarbij is dat de technische bouwvoorschriften voor woningen in heel Nederland zoveel mogelijk uniform zijn en op een zo hoog mogelijk ambitieniveau, zodat niet in afzonderlijke gemeenten technische aanpassingen noodzakelijk zijn van het bouwconcept.” De vraag is echter of door het schrappen van deze regel bereikt gaat worden dat er meer circulair wordt gebouwd. Dat is niet mijn verwachting. Wel zal het aanscherpen van de MPG-norm. waarin circulariteit een steeds grotere rol zal spelen, dit effect kunnen hebben.

Artikel 4.158 en 4.159 Besluit Bouwwerken leefomgeving (BBL) – Milieuprestatie-eisen voor bouwwerken (MPG)

In artikel 4.158 staat opgenomen dat bij een bouwwerk de belasting van het milieu door de in het bouwwerk toe te passen materialen wordt beperkt. Dit betreft het artikel over de milieuprestatie van bouwwerken. In artikel 4.159 BBL staat opgenomen waarin aan dit artikel wordt voldaan. Circulair bouwen zou kunnen worden gestimuleerd door het stellen van prestatie-eisen voor onder andere materiaalgebruik, energie-efficiëntie en emissies gedurende de levenscyclus van een gebouw.

Materialenpaspoort

In de Omgevingswet en het BBL staat geen grondslag opgenomen voor het verplicht stellen van het materialenpaspoort. Dit zou wel van toegevoegde waarde kunnen zijn voor circulair bouwen.

Artikel 4.26 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (BKL) Beheerplan

De provincie mag op basis van artikel 4.26 van het Besluit kwaliteit leefomgeving een beheerplan vaststellen voor natura-2000 gebieden. Ook kunnen andere vrijwillige programma’s worden opgenomen. Dit artikel lijkt echter niet bruikbaar voor het opnemen van omgevingswaarden die zien op circulariteit.

Artikel 23.3 van de Omgevingswet Experimenteerbepaling

In artikel 23.3 van de Omgevingswet staat de experimenteerbepaling opgenomen. Via deze bepaling kan worden afgeweken voor milieuprestaties, zoals opgenomen in hoofdstuk 13 van de Omgevingswet.

 Conclusie

De Omgevingswet biedt beperkt mogelijkheden voor het verplicht stellen van circulair bouwen. De Rijksoverheid is aan zet indien de wens is dat er meer circulair wordt gebouwd.

Heeft u vragen heeft over de Omgevingswet en/of over circulariteit? Neem dan vooral contact met ons op.