Bv en dividend uitkeren, dit zijn de regels

Blog

Schenkeveld Advocaten - Munten

Een bv kan niet zomaar dividend uitkeren. Om de crediteuren van bv’s te beschermen zijn winstuitkeringen namelijk gebonden aan wettelijke regels. In dit artikel legt Martijn Smit  uit welke regels dat zijn én wat de gevolgen zijn als ze niet worden nageleefd.

Bevoegdheid besluit tot uitkering

De regels voor uitkering van dividend zijn vastgelegd in artikel 2:216 van het Burgerlijk Wetboek (BW). In dit artikel is de hoofdregel opgenomen dat de algemene vergadering van aandeelhouders bevoegd is te beslissen over de bestemming van de winst en over het vaststellen van uitkeringen. Deze bevoegdheid kan in de statuten worden beperkt of aan een ander orgaan worden toegekend, maar dat komt in de praktijk niet veel voor. De winst kan worden gereserveerd of uitgekeerd aan de aandeelhouders. Wordt de winst uitgekeerd aan de aandeelhouders? Dan mag de algemene vergadering van aandeelhouders deze uitkering vaststellen. De regels zijn niet alleen van toepassing op vaststelling en uitkering van de winst, maar ook op alle andere uitkeringen uit het kapitaal van de bv. Bijvoorbeeld een tussentijdse uitkering ten laste van reserves.

Balanstest dividenduitkering

De algemene vergadering mag een besluit tot uitkering alleen nemen, als het eigen vermogen van de bv groter is dan de wettelijke of statutaire reserves. Een winstuitkering kan dus ook alleen maar zien op dat deel van het eigen vermogen dat groter is dan de wettelijke of statutaire reserves. De algemene vergadering van aandeelhouders moet, voordat zij een besluit neemt, toetsen of dat het geval is. Dit wordt ook wel de (beperkte) balanstest genoemd. Deze test moet zowel worden gedaan bij een (jaarlijks) besluit tot uitkering van de gemaakte winst, als bij tussentijdse uitkeringen. De beperkte balanstest heeft in de praktijk overigens een geringe betekenis. De meeste bv’s kennen namelijk geen wettelijke of statutaire reserves. En als die er al zijn, kunnen deze reserves vaak worden omgezet in kapitaal. Of, bij statutaire reserves, worden opgeheven door een statutenwijziging. Dan staat de balanstest niet meer in de weg aan het gewenste besluit tot uitkering. Zonder wettelijke of statutaire reserves, kan bij de bv in beginsel het hele kapitaal worden uitgekeerd. Dus niet alleen de winst, maar ook reserves en op aandelen gestort kapitaal. Althans, als dit verantwoord is en het bestuur de uitkering goedkeurt.

Uitkeringstest dividenduitkering

Als de aandeelhouders hebben besloten dat er dividend moet worden uitgekeerd, moet het bestuur van de bv daar eerst goedkeuring voor verlenen. Zonder dit besluit tot goedkeuring, heeft het door de algemene vergadering genomen besluit tot uitkering, geen werking. Het bestuur mag deze goedkeuring alleen weigeren als zij weet, of redelijkerwijs behoort te voorzien, dat de bv door de uitkering binnen afzienbare tijd niet meer aan haar betalingsverplichtingen zal kunnen voldoen. Dit is de enige weigeringsrond. Is dit niet het geval, dan moet het bestuur haar goedkeuring verlenen.

Bestuurders moeten dus, voordat zij tot uitkering overgaan, toetsen of de uitkering wel verantwoord is en de continuïteit van de bv niet in gevaar brengt. Dit wordt de uitkerings- of liquiditeitstest (of toets) genoemd. Hoewel het volledig aan het bestuur zelf is, om te bepalen hoe zij invulling geeft aan de toets, worden in de praktijk wel bepaalde richtlijnen gehanteerd. De wetgever heeft bij het ingaan van de regels over uitkering, voor invulling bijvoorbeeld verwezen naar een Notitie van de Werkgroep Fiscaal Jaarrapport). Voor de toets geldt het moment van de uitkering als peildatum. Als algemene regel wordt aangenomen dat het bestuur bij haar beoordeling, vanaf die peildatum ongeveer een jaar vooruit moet kijken. Deze periode van één jaar is echter geen “harde” periode. Weten bestuurders bijvoorbeeld dat er over anderhalf jaar een grote vordering opeisbaar wordt? En dat door de uitkering nu, de bv niet over voldoende middelen zal beschikken om die vordering over anderhalf jaar te voldoen? Dan moeten zij daar bij de uitkeringstoets wel degelijk rekening mee houden.

Onterechte dividenduitkering en betalingsproblemen: bestuurders aansprakelijk

Blijkt na de uitkering dat de bv niet meer aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen? En het bestuur de uitkeringstoets niet, of niet goed heeft uitgevoerd? Met andere woorden, blijkt dat de bestuurders wisten of behoorden te voorzien dat deze betalingsonmacht het gevolg zou zijn van de uitkering? Dan kunnen zij, afhankelijk van de omstandigheden van het geval,  persoonlijk aansprakelijk zijn voor het tekort dat door de uitkering is ontstaan.

Het is voor bestuurders lang niet altijd makkelijk om vast te stellen of zij goedkeuring moeten geven aan het besluit tot uitkering. Maar aan de andere kant, rust op hen dus wel een stevige verantwoordelijkheid. Om aansprakelijkheid of discussie daarover te voorkomen, is ons advies dan ook om ieder bestuursbesluit tot goedkeuring, schriftelijk uit te werken. En daarbij bij voorkeur ook goed te beschrijven van welke uitgangspunten en cijfers het bestuur is uitgegaan. Zeker als er ten tijde van het besluit enige twijfel bestaat. Als er niets op papier is gezet, hebben de bestuurders ook niets om achteraf aan te kunnen tonen dat zij aan hun verplichting hebben voldaan.

Vindt u als bestuurder dat het bestuur geen goedkeuring kan geven, maar wordt u overstemd door uw medebestuurders? U kunt dan aan aansprakelijkheid ontkomen. Van belang is dat u aan uw medebestuurders toelicht waarom u vindt dat er geen goedkeuring kan worden gegeven en dat u aantoonbaar tegen het besluit stemt. Dit moet in de notulen worden opgenomen. De wet eist dat u daarna ook doet wat u in uw hoedanigheid van bestuurder kunt doen, om de negatieve gevolgen van de uitkering te voorkomen.

Waren ook de aandeelhouders er ten tijde van hun besluit van op de hoogte dat niet aan de uitkeringstoets werd voldaan? Of hebben aandeelhouders een uitkering ontvangen zonder dat het bestuur het besluit tot goedkeuring heeft genomen? Of zonder dat aan de (beperkte) balanstest is voldaan? Dan kunnen ook zij aansprakelijk zijn, maar in beginsel alleen voor het aan hen uitgekeerde bedrag.

Conclusie

Een winstuitkering van een bv is gebonden aan regels. Worden deze regels niet nageleefd en raakt de bv na de uitkering financieel in zwaar weer? Dan kunnen de bestuurders en soms ook aandeelhouders aansprakelijk worden gesteld. Om discussie hierover zo veel mogelijk te voorkomen is het dus belangrijk om zorgvuldig te handelen.

Wij adviseren dan ook om zowel het besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders en met name ook het besluit tot goedkeuring van het bestuur schriftelijk vast te leggen. Daarnaast adviseren wij om vast te leggen op basis van welke cijfers het besluit is genomen en op basis van welke cijfers en uitgangspunten de goedkeuring is verleend. Indien u daarbij ergens over twijfelt is het altijd goed om u te laten adviseren.

Advies nodig? Neemt u dan gerust contact op met een van onze advocaten ondernemingsrecht.