Wanneer ontbreken provinciale belangen bij een reactieve aanwijzing?

Blog

Aanwijzing

Gedeputeerde staten van Flevoland (GS) geven een reactieve aanwijzing aan de raad van de gemeente Dronten over het bestemmingsplan Zuiderzee op Zuid. GS mag alleen een reactieve aanwijzing geven als GS met betrekking tot het onderdeel van het plan een zienswijze heeft ingediend en die bij de vaststelling van het plan niet volledig is overgenomen, of als de raad bij de vaststelling van het plan wijzigingen heeft aangebracht ten opzichte van het ontwerp, anders dan op grond van de zienswijze van GS. Dit volgt uit artikel 3.8 lid 4 in samenhang gelezen met artikel 3.8 lid 6 Wro.

Daarnaast moet sprake zijn van provinciale belangen, die het noodzakelijk maken gelet op een goede ruimtelijke ordening, om een aanwijzing te geven. Dit volgt uit artikel 3.8 lid 6 en artikel 4.2 lid 1 Wro.

Gevolgen aanwijzing

Door de aanwijzing maakt het onderdeel van het inmiddels vastgestelde bestemmingsplan waarop de aanwijzing betrekking heeft, geen onderdeel meer uit van het bestemmingsplan. De aanwijzing ‘overrulet’ het bestemmingsplan (artikel 3.8 lid 6 Wro). Het aanwijzingsbesluit en het vaststellingsbesluit worden gelijktijdig bekend gemaakt, waartegen beroep open staat bij de Afdeling.

Permanente bewoning

Het appartementencomplex Zuiderzee op Zuid bevat 157, waarvan 40 % leegstaat. Het complex is bestemd voor recreatief gebruik. Vanwege de leegstand (gedurende vijf jaar na de oplevering) besluit de raad om ook permanente bewoning mogelijk te maken, ter voorkomen van verdere leegstand en verpaupering.

Precendentwerking

GS meent dat precedentwerking moet worden tegengegaan, om te voorkomen dat  andere ondernemers met recreatieparken hun recreatiewoningen te koop gaan aanbieden voor reguliere bewoning. Ook zou buiten de provincie in de behoefte in de woningen kunnen worden voorzien.

Grondslag aanwijzing

De raad meent dat de aanwijzing moet zijn gebaseerd op een provinciale verordening of in voorbereiding zijnde algemene regels. De raad gaat daarom in beroep tegen de aanwijzing. De Afdeling heeft op 12 juli 2017 uitspraak gedaan in die procedure.

Niet beperkt tot algemene regels

De Afdeling bevestigt opnieuw dat de bevoegdheid een reactieve aanwijzing te geven niet is beperkt tot de gevallen waarin provinciale algemene regels zijn vastgesteld of in voorbereiding zijn.  Ook in andere gevallen kan een provinciaal ruimtelijk relevant belang het geven van een reactieve aanwijzing noodzakelijk maken. Dit volgt ook uit al de uitspraak van de Afdeling van 29 juni 2011. De toepassing van een reactieve aanwijzing mag door GS worden gebaseerd op bijvoorbeeld een verordening maar ook op een provinciale structuurvisie.

Provinciale belangen

Het beroep van de raad slaagt waar het de provinciale belangen betreft. De unieke situatie van het complex dat met leegstand wordt bedreigd, maakt dat onvoldoende grond bestaat voor de gevreesde precedentwerking. Het complex is al gebouwd en de raad moet bij de vaststelling van het plan op grond van artikel 3.1 Wro rekening houden met een goede ruimtelijke ordening. Daaronder vallen ook de nadelige gevolgen van leegstand voor de directe omgeving.

Onredelijk

De Afdeling vindt dat GS in dit geval zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat provinciale belangen het geven van de aanwijzing, met het oog op een goede ruimtelijke ordening (artikel 3.1 Wro) noodzakelijk maken.

Gevolgen

De gemaakte belangenafweging door de raad bij het toestaan van permanente bewoning in het complex prevaleert en de aanwijzing van GS wordt vernietigd door de Afdeling, omdat deze aanwijzing in strijd is met de wet, de artikelen 3.8 lid 6 en artikel 4.2 lid 1 Wro. Dit heeft tot gevolg dat het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan Zuiderzee op Zuid alsnog voor de onderdelen waarvoor de aanwijzing is vernietigd, alsnog bekendgemaakt dient te worden.

Heeft u te maken met een reactieve aanwijzing neem dan contact op ons op.