Uitgaan van een Bibob-advies?

Blog

De Wet Bibob geeft bestuursorganen de bevoegdheid om een beschikking te weigeren of in te trekken. Die bevoegdheid bestaat als sprake is van ernstig gevaar dat de beschikking zal worden gebruikt om wit te wassen of om strafbare feiten te plegen. Voordat tot weigering wordt besloten, is vaak vooraf een advies gevraagd aan het Bureau Bibob. Een bestuursorgaan kan echter niet blind varen op dat advies. Het moet zich ervan vergewissen en moet motiveren waarom de weigering wordt gebaseerd op het advies.

Intrekking of weigering

De bevoegdheid om de beschikking te weigeren of in te trekken bestaat pas als sprake is van ernstig gevaar in de zin van artikel 3 Wet Bibob. Bij een mindere mate van gevaar kan de beschikking niet worden geweigerd, maar kunnen voorschriften aan de vergunning worden gebonden ter beperking van het gevaar.

Advies van het Bureau Bibob

Het Bureau Bibob brengt op verzoek advies uit aan een bestuursorgaan. Dit bureau heeft de mogelijkheid om allerlei registers te onderzoeken om na te gaan of sprake is van gevaar dat de beschikking wordt gebruikt om strafbare feiten te plegen of om gelden wit te wassen. In het Bibob-advies beschrijft het Bureau de gevonden gegevens en verbindt daaraan de conclusie of dat gevaar aanwezig is en zo ja, in welke mate.

Vergewisplicht

Als een bestuursorgaan zich laat adviseren, dan dient het te onderzoeken of het advies op een goede motivering berust. Dit volgt uit artikel 3:9 Algemene wet bestuursrecht. De Afdeling heeft meermalen bevestigd dat een bestuursorgaan in beginsel mag afgaan op het advies van het Bureau Bibob. Wel moet het bestuursorgaan zich ervan vergewissen dat het advies en het onderzoek naar de feiten zorgvuldig tot stand is gekomen en dat de feiten de conclusies van het advies kunnen dragen. Als blijkt dat de feiten in het advies in verschillende richtingen wijzen, dan mag het bestuursorgaan niet afgaan op het advies. Dan zal naast het advies andere informatie beschikbaar moeten zijn om alsnog goed te kunnen onderbouwen dat sprake is van ernstig gevaar.

Massagesalon in Leeuwarden

Op 17 februari jl. heeft de Afdeling uitspraak gedaan in een zaak waarin de weigering van een vergunning voor een massagesalon ter discussie is gesteld. De burgemeester van Leeuwarden weigert deze vergunning op basis van een advies van het Bureau Bibob.

Beschreven feiten

In het advies staat dat sprake is van ernstig gevaar dat de vergunning zal worden gebruikt om gelden wit te wassen en om strafbare feiten te plegen. Niet de vergunninghouder maar een andere partij zou in de periode van juni 2008 – maart 2012 vermoedelijk de salon hebben geëxploiteerd. Deze partij en de vergunninghouder zouden daartoe vermoedelijk valsheid in geschrifte hebben gepleegd.

Onvoldoende grondslag

De Afdeling heeft het advies van het Bureau gelezen en stelt dat de genoemde feiten en omstandigheden in het advies onvoldoende grondslag bieden aan de conclusie dat een andere partij feitelijk de exploitant zou zijn. Zo blijkt niet dat strafrechtelijk onderzoek is gedaan naar de vermeende valsheid in geschrifte.

Oud geweldsdelict

Het Bureau wijst in het advies ook op een onherroepelijke veroordeling tot een geldboete van € 190,59 in 2000 en stelt dat die veroordeling samenhangt met de activiteit waarvoor de vergunning is aangevraagd. In het advies is niet gemotiveerd hoe die veroordeling van ruim vijftien jaar geleden nu bijdraagt aan het ernstig gevaar. De burgemeester heeft dit niet nader gemotiveerd.

De uitspraak

De vermoedens die in het advies worden genoemd zijn onvoldoende en de Afdeling vindt dat de burgemeester zich niet op het advies mag baseren. De feiten en omstandigheden in deze zaak kunnen niet tot het oordeel leiden dat sprake is van ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob. De vergunning mag daarom niet geweigerd worden en de burgemeester zal opnieuw een beslissing moeten nemen met in achtneming van de uitspraak van de Afdeling. Verder bepaalt de Afdeling dat tegen het nieuwe besluit alleen beroep kan worden ingesteld bij de Afdeling. Dat volgt uit artikel 8:113 lid 2 Awb.

Motiveren

Het gebruiken van een advies van het Bureau Bibob vergt meer dan alleen het beoordelen van de conclusie. Wordt niet aan de vergewisplicht voldaan of blijkt dat het advies onvoldoende feiten en omstandigheden bevat om de conclusies erin te dragen, dan mag het bestuursorgaan zich niet baseren op dat advies. Gebeurt dat wel, dan bestaat de kans dat de rechter of de Afdeling het daarop gebaseerde besluit vernietigt.

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel of over de Wet Bibob, neem dan contact op met één van onze specialisten.