Matiging van de contractuele boete met 60%

Blog

Wanneer partijen in hun overeenkomst een contractuele boete afspreken voor het geval een bepaalde prestatie niet of niet tijdig wordt verricht, dan zal de rechter de boete in beginsel toewijzen. Een beroep op matiging van de boete kan soms slagen.

Van de rechterlijke bevoegdheid tot matiging moet terughoudend gebruik worden gemaakt. Matiging is alleen toegestaan indien de billijkheid dat klaarblijkelijk eist aldus artikel 6:94 BW. Daarbij geldt bovendien dat matiging van de boete niet ambtshalve is toegestaan. De  rechter kan dat alleen doen indien daarop door één van de partijen een beroep wordt gedaan.

In geschillen over de verschuldigdheid van contractuele boetes wordt daarom regelmatig een beroep gedaan op matiging. De rechter gaat daar niet vaak in mee, omdat partijen nu eenmaal als sanctie op een bepaalde gedraging of een nalaten die boete zijn overeengekomen. Soms komt het voor dat de rechter wel overgaat tot matiging van de boete. Dat was het geval in een zaak die speelde bij het Hof Den Haag.

Tussen partijen Mens B.V. en Mens in privé (Mens/verkoper) en Kortekaas B.V. en Kortekaas in privé (Kortekaas/koper), is een koopovereenkomst gesloten voor de verkoop van een gedeelte van een perceel grond. In de akte van levering van de grond zijn twee optierechten van koop opgenomen. Kortekaas B.V. mag op grond van de eerste optie het resterende deel van het perceel kopen van Mens B.V. Daarnaast mag Kortekaas op basis van een tweede optie een naastgelegen perceel van Mens kopen. In de akte is verder bepaald dat op verzoek van koper verkoper binnen zes maanden na dat verzoek aan de levering van het resterende deel/het naastgelegen perceel moet meewerken op straffe van een boete van € 200.000,-.

Kortekaas B.V. en Kortekaas sommeren op 11 mei 2007 Mens B.V. en Mens om uiterlijk op 13 juni 2007 mee te werken aan de levering. Mens B.V. en Mens weigeren. Kortekaas B.V. en Kortekaas beginnen een procedure tegen Mens B.V. en Mens. De rechtbank bepaalt bij vonnis van 2 december 2009 dat Mens B.V. en Mens allebei de boete zijn verschuldigd van € 200.000,- en veroordeelt hen om medewerking te verlenen aan de levering. Zowel Mens B.V. en Mens gaan tegen dat vonnis in hoger beroep bij het Hof Den Haag en doen daarin een beroep op matiging van de boete.

Het Hof stelt – onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad uit 2007 inzake Bart Smit/Intrahof – dat matiging alleen aan de orde kan komen als toepassing van het boetebeding leidt tot een buitensporig en onaanvaardbaar resultaat. Daarbij moet ook worden gelet op de verhouding tussen de schade en de hoogte van de boete, de aard van de overeenkomst en de inhoud en strekking van het beding en de omstandigheden waarin het is ingeroepen.

In deze zaak was volgens het Hof door Kortekaas B.V. en Kortekaas niet voldoende gesteld over de geleden schade. De schade betreft volgens het Hof alleen de gemaakte proceskosten in de procedure in eerste aanleg omdat als Mens B.V. en Mens vrijwillig hadden voldaan aan hun verplichtingen, die procedure niet gevoerd had hoeven worden. Per partij (Mens B.V. en Mens) betreft dat circa € 24.000,- omdat de proceskosten in eerste aanleg in totaal € 47.653,04 bedragen. Afgezet tegen het boetebedrag van € 200.000,- komt het Hof tot een matiging van bijna 60 % en bepaalt het de boete op € 80.000,- die Mens is verschuldigd aan Kortekaas.

Bij het geschil tussen Mens B.V. en Kortekaas B.V. is de wanverhouding tussen de boete en de uiteindelijke schade zelfs nog groter, nu de schade daar € 23.940,- bedraagt. Het Hof matigt de boete tot een bedrag van € 26.000,- dat Mens B.V. aan Kortekaas B.V. is verschuldigd.

Het arrest van het Hof toont aan dat onder omstandigheden een beroep op matiging van de boete slaagt. Van belang is wel dat de partij die zich daarop beroept moet onderbouwen waarom matiging is vereist. Op basis van de zaak Bart Smit/Intrahof dient daarbij onder meer te worden ingegaan op de verhouding tussen de schade en de boete. In deze zaak is daar met succes op ingegaan omdat het beroep op matiging slaagt.