Kan iemand aansprakelijk zijn zonder een schadevergoeding te hoeven betalen?

Blog

U kent het reclamespotje uit 2011 van een bekende Leidse onderwijsinstelling vast nog wel: een beroemde ex-strafrechtadvocaat rijdt met zijn auto tegen een tractor aan, waarop de chauffeurs van de tractor naar hun nek grijpen en “een artikeltje 6:162 van het Burgerlijk Wetboek voelen opkomen”. Een slimme actie, want de chauffeurs hopen hiermee hun “schade” van de ex-advocaat te kunnen vorderen. Maar is dit altijd zo? Leidt aansprakelijkheid automatisch tot betaling? Dit vraagstuk stond de afgelopen vijftien jaar centraal in een geschil tussen de voetbalclub Vitesse en de Provincie Gelderland. Op 24 juni jl. deed de Hoge Raad definitief uitspraak.

Het geschil: Provincie Gelderland vs. Vrienden van Vitesse

Betaald voetbalorganisatie Vitesse uit Arnhem en haar private financiers, “de Vrienden van Vitesse”, hebben jarenlang geprocedeerd tegen de Provincie Gelderland. Reden hiervoor was dat enkele gedeputeerden van de Provincie Gelderland in 2001 toezeggingen hadden gedaan om – als onderdeel van een financieel reddingsplan voor Vitesse – onder meer de huur van het voetbalstadion te verlagen en zo Vitesse van de financiële ondergang te redden.

Er is tussen partijen eerst geprocedeerd over de aansprakelijkheid. Hierover heeft de Hoge Raad in 2010 geoordeeld dat de Provincie aansprakelijk is voor de geleden schade (HR 25 juni 2010, ECLI:NL:HR2010:BL5420). De Hoge Raad benadrukte in de uitspraak dat gedragingen van gedeputeerden een onrechtmatige daad van de Provincie kunnen opleveren, maar alleen als die gedragingen in het maatschappelijk verkeer als gedragingen van de Provincie zelf kunnen worden gezien. Daar was volgens de Hoge Raad in dit (bijzondere) geval sprake van. Op basis van deze toezeggingen hadden Vitesse en de Vrienden van Vitesse hoge kosten gemaakt door hun deel van het reddingsplan wel uit te voeren. Deze schade moest de Provincie  vergoeden.

Schadestaatprocedure: geen schade

Of de Provincie de schade van Vitesse en de Vrienden van Vitesse moest vergoeden (en zo ja tot welk bedrag) was onderwerp van het geschil waarover de Hoge Raad dus recentelijk uitspraak heeft gedaan (HR 24 juni 2016:ECLI:NL:HR:2016:1309). Het standpunt van de Provincie was dat Vitesse en de Vrienden van Vitesse ook zonder de door de Provincie gemaakte fout in dezelfde situatie zouden hebben verkeerd en dat de Provincie daarom de schade niet zou hoeven te vergoeden. De Vrienden van Vitesse hadden Vitesse immers (aldus de Provincie) toch wel willen redden, ook zonder (eventuele) waarschuwingen van de gedeputeerden dat de huurverlaging nog niet zeker was. Zowel de Rechtbank, Gerechtshof als de Hoge Raad volgen de Provincie in haar standpunten en de vorderingen zijn derhalve afgewezen.

Conclusie

Indien u nadeel ondervindt van een onrechtmatige gedraging van een ander, hoeft dit dus nog niet te betekenen dat u recht heeft op schadevergoeding. De recente uitspraak van de Hoge Raad maakt dit nog maar eens duidelijk. Wat vaak wordt vergeten, is dat voor de toewijzing van een vordering tot schadevergoeding daadwerkelijk schade moet zijn geleden, deze schade aantoonbaar moet zijn en (waar het voor Vitesse hier op stukliep) dat de schade moet zijn veroorzaakt door de onrechtmatige handeling.