Hoestende werknemer met corona die weigerde naar huis te gaan mocht worden ontslagen
Onlangs heeft de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ontbonden van een werknemer die zwaar hoestend op het werk verscheen, maar weigerde het advies van zijn collega’s op te volgen om naar huis te gaan. Een aantal dagen later bleek hij besmet te zijn met het coronavirus.
Wat was er aan de hand?
De werknemer, ruim twintig jaar in dienst bij zijn werkgever (een chemiebedrijf), verscheen op 15 maart 2021 zwaar hoestend op zijn werk. Hierop adviseerden meerdere collega’s hem om naar huis te gaan. De werknemer weigerde dit, de klachten zouden volgens hem te wijten zijn aan zijn bronchitis. De volgende dag meldde hij zich alsnog ziek, waarna hij op 18 maart liet weten besmet te zijn met het coronavirus. In de periode daarna bleek een van de collega’s met wie hij op 15 maart had gewerkt ook besmet te zijn geraakt.
Hierop verzocht de werkgever de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst met de werknemer te ontbinden. Daarvoor voerden zij verschillende ontslaggronden aan, waaronder verwijtbaar handelen en een verstoorde arbeidsverhouding.
Wat besliste de kantonrechter?
In zijn uitspraak van 6 augustus 2021 overwoog de kantonrechter allereerst dat de werknemer verwijtbaar heeft gehandeld door met verkoudheidsklachten op het werk te verschijnen en niet naar huis te gaan toen zijn collega’s hem daarop aanspraken. Daarmee heeft de werknemer in strijd gehandeld met de coronagedragsregels van de werkgever en de richtlijnen van de Rijksoverheid. Maar de kantonrechter overwoog vervolgens dat dit onvoldoende was om tot ontslag over te gaan. Daarbij woog volgens de kantonrechter mee dat de werknemer zich de volgende dag wel had ziek gemeld en zich op corona had laten testen. Ook speelde mee dat de werknemer in zijn functie weinig direct contact had met andere werknemers en er maar één andere collega besmet raakte.
Toch vond de kantonrechter dat er wel een andere grond was om de arbeidsovereenkomst te ontbinden, namelijk de verstoorde arbeidsverhouding.
Volgens de kantonrechter had de werknemer het vertrouwen van zijn collega’s en leidinggevenden beschaamd door, ondanks de adviezen van minimaal vier collega’s om naar huis te gaan, toch aan het werk te blijven. Daarbij speelde onder meer mee dat de werknemer geen goede reden had om niet naar huis te gaan: er was vervanging aanwezig en hij zou bij een ziekmelding gewoon doorbetaald worden. Ook woog volgens de kantonrechter mee dat de werknemer zich de volgende dag wel had ziek gemeld en laten testen. Daarnaast hielp het niet mee dat de werknemer zich tijdens de procedure op het standpunt stelde dat zijn collega’s niet de waarheid vertelden en hij geen berouw toonde. Dit gedrag maakte volgens de kantonrechter de vertrouwensbreuk alleen maar groter, reden waarom de werknemer niet meer terug mocht keren bij zijn werkgever.
Vragen?
Heeft u vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust contact op met een van onze advocaten arbeidsrecht. Dat kan door te bellen met 072 514 46 66. U kunt ook het contactformulier invullen, dan ontvangt u binnen 24 uur antwoord.