Hennepkwekerij in woning: boete op grond van Huisvestingswet?

Blog

Het kweken van hennep in een woning kan verstrekkende gevolgen hebben. Zo kan een woning worden gesloten op grond van de Opiumwet of kan een huurovereenkomst worden beëindigd als wordt geconstateerd dat de bewoner hennep kweekt. Zou aan de bewoner ook een bestuurlijke boete kunnen worden opgelegd op grond van de Huisvestingswet?

Ontdekking van 257 hennepkweekpotten

De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft zich recent over deze vraag moeten buigen. Het ging om een woning in de gemeente Tilburg, waar in één van de drie slaapkamers maar liefst 257 hennepkweekpotten en overige benodigdheden voor het kweken van hennep werden aangetroffen. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg heeft de bewoner hiervoor een bestuurlijke boete van € 4.000,00 opgelegd.

Onttrekking van woonruimte

Het college heeft daaraan ten grondslag gelegd dat de bewoner de slaapkamer die werd gebruikt als hennepkwekerij, aan de woonbestemming heeft onttrokken. Met andere woorden: deze kamer is niet als woonruimte gebruikt. Dat is op grond van de Huisvestingswet verboden als daar geen onttrekkingsvergunning voor is verleend (het zal duidelijk zijn dat in dit geval geen vergunning is verleend). Het college heeft voor deze overtreding op grond van – en in lijn met – haar eigen beleidsregels de bestuurlijke boete opgelegd.

Concrete boetebedragen in huisvestingsverordening

De rechtbank laat de boete in stand, maar de Afdeling is het daar niet mee eens. In de Huisvestingswet is namelijk bepaald dat de gemeenteraad in een huisvestingsverordening kan bepalen dat een boete wordt opgelegd voor het zonder vergunning onttrekken van woonruimte, maar dan moet wel een concreet boetebedrag daarvoor in de verordening worden opgenomen.

Boetebedrag in beleidsregels is onvoldoende

In de geldende huisvestingsverordening van de gemeente Tilburg waren echter geen concrete boetebedragen opgenomen: deze zijn alleen opgenomen in de beleidsregels. Daarvan zegt dat Afdeling dat dit niet mogelijk is. De Afdeling concludeert dat er geen grondslag voor het opleggen van de bestuurlijke boete bestaat en deze wordt dan ook vernietigd. Als klap op de vuurpijl mag het college ook nog eens bijna € 2.500,00 proceskosten aan de bewoner terugbetalen.

Waar moet u op letten?

Uit deze uitspraak lijkt te volgen dat het in beginsel mogelijk is om een bestuurlijke boete op te leggen op grond van de Huisvestingswet, als een deel van een woning wordt gebruikt als hennepkwekerij. De Afdeling besteedt daar verder geen aandacht aan, maar in de uitspraak in eerste aanleg heeft dat bij rechtbank niet op bezwaren gestuit.

Als de gemeente van een dergelijke sanctie gebruik wenst te maken, zal de gemeenteraad er wel op moeten letten dat in de plaatselijke huisvestingsverordening een concreet boetebedrag wordt opgenomen voor het zonder vergunning onttrekken van woonruimte. Als dat niet gebeurt, bestaat er immers geen grondslag voor het opleggen van de bestuurlijke boete.

Het opnemen van concrete boetebedragen in beleidsregels is daarvoor expliciet niet voldoende: dat kan alleen in een huisvestingsverordening.

Heeft u vragen over dit onderwerp of heeft u advies nodig op het gebied van onttrekking of omzetting van woonruimte, de Huisvestingswet of plaatselijke huisvestingsverordeningen? Neemt u dan contact op met een van onze deskundigen op het gebied van Overheidsrecht of Vastgoedrecht.

Lees hier de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.