Hennep in het gehuurde

Blog

Verhuurder (een woningstichting) heeft ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woonruimte (een standplaats) gevorderd op grond van het feit dat in de woonruimte door de politie (onder andere) een grote hoeveelheid hennep is aangetroffen.

De ex-partner van de huurder (die geen medehuurder is) is als verdachte aangemerkt.

In de procedure bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch staat de vraag centraal of de betreffende gedraging van de ex-partner aan de huurder is toe te rekenen en of beëindiging van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde dus mogelijk is.

Het Gerechtshof overweegt dat beslissend is of geoordeeld moet worden dat de huurder zich zelf niet als een goed huurder heeft gedragen. Het hof overweegt dat bij de beantwoording van de vraag of hiervan sprake is, de rechter de vraag dient te beantwoorden of er een voldoende verband bestaat tussen die gedragingen (in dit geval de hennepteelt) en het gebruik van het gehuurde. Daarvan is in elk geval sprake, aldus het hof, als de huurder van die gedragingen op de hoogte was, of daarmee ernstig rekening diende te houden, maar heeft nagelaten de in verband daarmee redelijkerwijs te verlangen maatregelen te treffen.

De verhuurder stelt dat de huurder van de hennepteelt op de hoogte was. De huurder betwist dat. Het Hof stelt de verhuurder in de gelegenheid om bewijs te leveren.

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel, neem dan contact op met één van onze specialisten.