Gebruik parkeerplaats in een appartementencomplex
Ter verdediging hebben de eigenaren aangevoerd dat het appartementsgebouw geen inpandige fietsenstalling kent voor bewoners. De bij het appartement behorende berging leende zich volgens de eigenaren ook niet voor het stallen van fietsen. Omdat er een dringende behoefte bestond voor het oplossen van het fietsenprobleem, een behoefte die verder zou gaan dan slechts die van deze eigenaren, is door de eigenaren aangevoerd dat de door de Vereniging van Eigenaren genomen maatregelen in strijd zijn met de normen van redelijkheid en billijkheid.
De kantonrechter heeft voorop gesteld dat het reglement van splitsing een regeling mag bevatten omtrent het gebruik van de privégedeelten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het hier privéparkeerplaatsen in een voor alle bewoners toegankelijke parkeergarage betreft. Het gebruik hiervan vergt enige mate van ordening. Omdat het splitsingsreglement de vergadering van de Vereniging van Eigenaren de bevoegdheid geeft regels te stellen omtrent het gebruik van privégedeelten, kon de Vereniging van Eigenaren de gewraakte regeling dus opnemen in het huishoudelijk reglement.
Wat betreft de uitleg van het splitsingsreglement is de bewoording van de akte van splitsing doorslaggevend. In het bijzonder gaat het om de uitleg van de term ‘parkeerplaats’. Naar het oordeel van de kantonrechter gaat de uitleg die de eigenaren gaven verder dan de uitleg in het algemeen spraakgebruik. In het dagelijks spraakgebruik wordt onder een parkeerplaats niet een fietsenstalling verstaan. De kantonrechter achtte de stelling van de eigenaren dat de sommatie van de Vereniging van Eigenaren in strijd is met de redelijkheid en billijkheid, onjuist. De kantonrechter stelt dat het toezien op de naleving van het splitsingsreglement en het huishoudelijk reglement een taak is van de Vereniging van Eigenaren. Met het oog hierop is het niet in strijd met de redelijkheid en billijkheid dat zij tegen het stallen van fietsen optrad.