Funderingsherstel in Amsterdam

Blog

In Amsterdam spelen veel funderingsproblemen. De gemeente schrijft pandeigenaren aan en probeert onder oplegging van lasten onder dwangsom ervoor te zorgen dat funderingsherstel wordt uitgevoerd. Vanwege de locatie van de panden in de binnenstad in Amsterdam en de ondergrond, is funderingsherstel vaak kostbaar.

Het loont om te beoordelen of het funderingsonderzoek, dat ten grondslag ligt aan een last onder dwangsom, juist tot stand is gekomen. Op 2 november 2016 heeft de Afdeling het hoger beroep van de Stichting Behoud Vastgoed en een andere appellant gegrond verklaard. Wat speelde er?

Casco funderingsonderzoek

De gemeente Amsterdam heeft een bouwtechnisch onderzoek laten uitvoeren. Dat bestaat onder andere uit een oploodmeting en een vloerwaterpassing. Uit het onderzoek blijkt dat de draagkracht van de fundering niet voldoet aan artikel 2.6 lid 1 Bouwbesluit 2012. De gemeente legt een last onder dwangsom op. In bezwaar wordt erkend door de gemeente dat die oploodmeting en vloerwaterpassing niet zouden deugen. Toch laat de gemeente de last in stand, omdat uit een visuele waarneming blijkt dat sprake is van scheefstand en dat daarom de fundering niet voldoet aan het Bouwbesluit.

Beroep Rechtbank

De rechtbank Amsterdam heeft bij uitspraak van 14 september 2015 overwogen dat de resultaten van de oploodmeting en de voorgevelwaterpassing niet zouden zijn bestreden. Tegen die overweging stellen de stichting en appellant hoger beroep in.

Deugdelijke metingen

De Afdeling stelt dat omdat het casco funderingsonderzoek niet berust op deugdelijke metingen, het onderzoek niet door de gemeente mag worden gebruikt om te onderbouwen dat funderingsherstel op korte termijn noodzakelijk is. Omdat dit onderzoek niet kan dienen voor onderbouwing van die stelling, is daarmee wat de Afdeling betreft niet aannemelijk gemaakt dat het pand niet zou voldoen aan artikel 2.6 lid 1 Bouwbesluit 2012.

Enkel visuele waarneming

De gemeente heeft, ondanks de gebreken aan het casco funderingsonderzoek, in bezwaar geprobeerd dit gebrek te passeren. In de beslissing op bezwaar is kennelijk gesteld dat niet de onjuiste metingen bepalend zouden zijn geweest voor de conclusie dat de fundering niet langer voldoet, maar de visueel waargenomen scheefstand.

Volstaat visuele scheefstand?

Uit de visueel waargenomen scheefstand zou alleen al blijken dat de fundering niet voldoet aan het bouwbesluit. De gemeente probeert onder verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling van 18 maart 2015 te stellen dat op basis van die visueel waargenomen scheefstand ook kan worden vastgesteld dat de fundering niet voldoet.

Systeem Bouwbesluit

De Afdeling constateert dat als toepassing van een methode niet uitvoerbaar is, aan de hand van andere methodiek moet worden bepaald of het bouwwerk voldoet. De gemeente heeft niet aannemelijk gemaakt dat toepassing van artikel 2.7 of 2.8 van het Bouwbesluit praktisch niet uitvoerbaar zou zijn.

Alternatief onderzoek

De gemeente zou dan putten moeten graven onder het pand. De gemeente heeft gesteld dat dat lastig zou zijn, vanwege de aanwezigheid van prostitutiebedrijven op de begane grond. Ook het feit dat bij het ontgraven een gevaarlijke situatie kan ontstaan, betekent niet dat praktisch gezien niet kan worden voldaan aan het Bouwbesluit en de wijze waarop het bezwijken van de bouwconstructie kan worden beoordeeld.

Visuele waarneming is onvoldoende

Tot slot merkt de Afdeling op dat het enkel visueel waarnemen van scheefstand er niet toe leidt dat niet aan het Bouwbesluit zal worden voldaan. In de uitspraak van 18 maart 2015 waar de gemeente op wijst, zijn ook andere methoden toegepast. Zo is een deformatiemeting uitgevoerd en is het zakkingsgedrag gemonitord door meetboutjes aan te brengen en de hoogte daarin periodiek te meten.

Conclusie Afdeling

Het voorgaande betekent dat de Afdeling het hoger beroep van partijen gegrond verklaart. De uitspraak van de voorzieningenrechter van 14 september 2015 wordt door de Afdeling vernietigd, net als de beslissing op bezwaar. De Afdeling treft daarnaast een voorlopige voorziening, waarbij het primaire besluit, de last onder dwangsom, wordt geschorst tot zes weken na verzending van de nieuwe beslissing op bezwaar. Zou binnen die periode een voorlopige voorziening worden gevraagd, dan loopt de schorsing door totdat op dat verzoek uitspraak is gedaan.

Funderingsonderzoek

Op het moment dat een funderingsonderzoek moet worden uitgevoerd, omdat sprake is van mogelijk funderingsherstel, loont het om te kijken of dat onderzoek is gebaseerd op de juiste uitgangspunten. Blijkt dat de metingen die ten grondslag liggen aan het onderzoek niet deugdelijk zijn, dan kan het handhavingsbesluit door de rechtbank worden vernietigd. In deze zaak speelt een rol dat vaststaat dat Miriade metingen onjuist waren verricht.

Als u naar aanleiding van deze uitspraak vragen heeft, neem dan contact op met één van onze specialisten.