Dient de schade vergoed te worden indien de gemeente geen bestemmingsplan vaststelt?

Blog
Schenkeveld Advocaten - Schenkeveld Ilse van der Poel © Hélène de Bruijn Fotografie–9397

Op 3 maart 2017 heeft de Hoge Raad geoordeeld over een kwestie waarbij een gemeente en een projectontwikkelaar een (bevoegdheden)overeenkomst hadden gesloten. De gemeente was verplicht om alles te doen wat binnen haar vermogen lag om een bestemmingsplan vast te stellen. Er wordt een bedrag van € 560.651,–gevorderd omdat geen bestemmingsplan is vastgesteld.

Feiten

De gemeente is op grond van de overeenkomst verplicht om de projectontwikkelaar in staat te stellen om op het verkochte de bouw mogelijk te maken van 12 woningen. De gemeente zou daarbij alles doen wat binnen haar vermogen lag om het bestemmingsplan (vrijstelling) voor de woningbouw op voortvarende wijze tot stand te laten komen.

Verzoek wijziging bestemmingsplan

De projectontwikkelaar heeft verzocht om het bestemmingsplan te wijzigen zodat de bouw van de 12 woningen mogelijk wordt. De gemeente heeft meegedeeld aan de projectontwikkelaar dat het voorgenomen bouwplan qua bestemming en bouwhoogte in strijd is met het bestemmingsplan. Er kan aan het verzoek alleen tegemoet worden gekomen door een herziening van het bestemmingsplan. Deze procedure kan in gang  worden gezet nadat de gemeente de leges, haalbaarheidsonderzoeken en het meest recente stedenbouwkundig ontwerp heeft ontvangen. De gemeente heeft ook aangegeven dat het niet op voorhand zeker is dat de procedure zal leiden tot een herziening van het bestemmingsplan.

Bestemmingsplan wordt niet vastgesteld

Er is door de projectontwikkelaar aan bovenstaande voorwaarden voldaan en de procedure tot herziening van het bestemmingsplan is vervolgens doorlopen. Echter, op het moment dat het ontwerpbestemmingsplan ter inzage werd gelegd zijn een groot aantal zienswijzen ingediend. Het ontwerpbestemmingsplan is met deze ingebrachte zienswijzen aan de Raad van de gemeente voorgelegd en de Raad heeft vervolgens besloten om het ontwerpbestemmingsplan niet vast te stellen. Tegen dit besluit staat gedurende zes weken beroep open. De projectontwikkelaar heeft geen beroep ingesteld.

Niet nakoming overeenkomst

In plaats van beroep in te stellen, heeft de projectontwikkelaar aan de gemeente laten weten dat het niet vaststellen van het bestemmingsplan niet in overeenstemming is met de koopovereenkomst aangezien daarin staat opgenomen dat er 12 aaneengesloten woningen in vier lagen worden gebouwd. De gemeenteraad heeft om die reden (12 woningen in 4 lagen) echter het bestemmingsplan niet vastgesteld. De gemeente is in gebreke gesteld en verzocht om alsnog na te komen. De gemeente heeft in de reactie hierop aangegeven dat er diverse mogelijkheden zijn om te komen tot een alternatief plan binnen de kaders van de overeenkomst. Vervolgens is er een tweede ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd. De gemeenteraad heeft echter vervolgens besloten dit ontwerp niet verder te behandelen en heeft aan het College verzocht om het voorstel verder te volmaken. Daarna heeft de projectontwikkelaar aan de gemeente laten weten dat verzuim is ingetreden en de overeenkomst wordt ontbonden. Vervolgens heeft de gemeente weer aansprakelijkheid betwist en heeft zij aangegeven dat zij bereid is om haar inspanningsverplichting uit hoofde van de koopovereenkomst na te komen. De gemeente heeft aangegeven dat ze graag in overleg wil treden op welke wijze tegemoet kan worden gekomen aan de wens van de gemeenteraad zodat opnieuw een ontwerpbestemmingsplan kan worden vastgesteld. De projectontwikkelaar heeft echter verder overleg afgewezen.

Procedure schadevergoeding

Vervolgens is er een dagvaarding betekend aan de gemeente waarin onder meer de schadevergoeding van € 560.651,– is gevorderd. De rechtbank heeft geoordeeld dat op de gemeente een inspanningsverplichting rust. De gemeente mocht vervolgens aantonen dat zij aan deze inspanningsverplichting heeft voldaan. De rechtbank komt tot het oordeel dat de gemeente aan de inspanningsverplichting heeft voldaan. Dit betekent dat de gemeente niet tekort is geschoten in de nakoming van haar inspanningsverplichting. Er is dus geen schadevergoeding verschuldigd. Dit oordeel wordt door het Hof bekrachtigd.

Hoge Raad

Aan de Hoge Raad wordt voorgelegd of het oordeel van het Hof correct is.

De Advocaat-Generaal is van oordeel dat het Hof er terecht op heeft gewezen dat de gemeente bij de nakoming van de overeenkomst haar volledige publiekrechtelijke verantwoordelijkheid houdt. Dit betekent dat er ook acht moet worden geslagen op betrokken belangen van particulieren. Daar komt nog bij dat het besluit tot het vaststellen van het bestemmingsplan door de gemeenteraad genomen moest worden en niet door het College. Dit terwijl het College de overeenkomst was aangegaan. Er wordt door de Advocaat-Generaal overwogen dat het niet voor de hand ligt dat de gemeente een garantie heeft willen geven dat er een vrijstelling van het bestemmingsplan zou komen. Het Hof voegt daaraan nog het volgende toe. Als professionele partij en als partij die regelmatig zaken met de gemeente heeft gedaan mag de projectontwikkelaar geacht worden er kennis van te hebben gehad dat de voor de verwezenlijking van de voorgenomen bouwplannen nog een procedure nodig was om de vrijstelling van het bestemmingsplan vastgesteld te krijgen en dat daarbij de gemeenteraad het laatste woord had. Er mocht dan ook niet gerechtvaardigd op vertrouwd worden dat de gemeente het resultaat gegarandeerd had.

Het cassatieberoep wordt door de Hoge Raad verworpen. Klik hier voor de uitspraak.

Conclusie bevoegdhedenovereenkomsten

Het is van belang om in bevoegdhedenovereenkomsten, zoals een dergelijke overeenkomst is, heel goed vast te leggen wat over en weer de verantwoordelijkheden zijn. Uit de conclusie van de Advocaat-Generaal blijkt in ieder geval dat er discussie kon ontstaan over de vraag of de gemeente een garantie had gegeven of dat er alleen sprake was van een inspanningsverplichting. Het is van belang om in een dergelijke overeenkomst goed te benoemen welk orgaan welke verantwoordelijkheid heeft en expliciet te benoemen welk orgaan heeft ingestemd met de overeenkomst. Normaal gesproken zal dit het College zijn aangezien zij bevoegd is om privaatrechtelijke overeenkomsten aan te gaan, maar het komt ook wel voor dat de Raad om goedkeuring van de overeenkomst wordt verzocht.

Indien u vragen heeft over dit artikel, dan kunt u uiteraard contact opnemen met één van onze specialisten.