Denk aan de (agrarische) nevenactiviteiten bij een nieuw bestemmingsplan

Blog

(Agrarische) Bedrijven oefenen vaak naast hun reguliere werkzaamheden andere werkzaamheden uit, bijvoorbeeld een loonwerkbedrijf. Als het bestemmingsplan ter plaatse wordt gewijzigd dan kunnen dergelijke nevenactiviteiten worden meegenomen in het nieuwe bestemmingsplan.

Nevenactiviteiten en bestemmingsplannen

De nevenactiviteiten kunnen tijdens de voorbereiding van het bestemmingsplan door het bedrijf kenbaar worden gemaakt bij de gemeenteraad. Dan ontstaat discussie tussen het bedrijf en de gemeenteraad of die nevenactiviteit nu wel of niet in het nieuwe bestemmingsplan moet worden opgenomen. Is dit verzoek van het bedrijf voldoende concreet én tijdig kenbaar gemaakt aan de gemeenteraad, dan moet de gemeenteraad beoordelen of dit kan worden opgenomen in het nieuwe bestemmingsplan.  Doet de gemeenteraad dit niet dan kan de Afdeling het bestemmingsplan vernietigen.

De casus

Op 8 juli jl. heeft de Afdeling uitspraak gedaan in twaalf beroepen gericht tegen het vaststellingsbesluit van de gemeenteraad van Heeze-Leende, het bestemmingsplan ‘Buitengebied Heeze-Leende’.  Appellant sub 3 (overweging 6 e.v.) stelt dat de door hen verrichte loonwerkzaamheden (nevenactiviteit) ten onrechte niet zijn opgenomen in het bestemmingsplan. Het perceel is in het nieuwe bestemmingsplan bestemd als ‘Agrarisch-Agrarisch bedrijf’. De gemeenteraad meent dat sprake is van een klein agrarisch bedrijf op het perceel en dat het niet zeker is dat die hoofdfunctie (agrarisch) herkenbaar blijft als de nevenactiviteit wordt toegestaan. De gemeenteraad heeft wel een afwijkingsbevoegdheid in het plan opgenomen, waardoor deze nevenactiviteit alsnog kan worden toegestaan.

De uitspraak

De Afdeling meent dat de afwijkingsbevoegdheid hier niet volstaat. Bij het vaststellen van een nieuw bestemmingsplan moet de gemeenteraad rekening houden met een particulier initiatief, als dat voldoende concreet is, tijdig kenbaar is gemaakt en de ruimtelijke aanvaardbaarheid kan worden beoordeeld. De gemeenteraad heeft hiertegen aangevoerd dat de ruimtelijke onderbouwing voor het opnemen van de nevenactiviteit ontbreekt. Ook dat helpt de gemeenteraad niet. De gemeenteraad heeft namelijk appellant niet eens in de gelegenheid gesteld om die ruimtelijke onderbouwing in te dienen. De Afdeling vindt dat de gemeenteraad in dit geval had moeten beoordelen of de nevenactiviteit in het bestemmingsplan kon worden opgenomen. Doordat de gemeenteraad dat niet heeft beoordeeld, vernietigt de Afdeling het plandeel voor zover daarbij niet is voorzien in een loonwerkbedrijf als nevenactiviteit.

Conclusie

Op het moment dat de gemeenteraad bij de voorbereiding van een bestemmingsplan bekend is met een concreet initiatief dat ruimtelijke ontwikkelingen in het plangebied tot gevolg heeft, dan zal de gemeenteraad dat initiatief moeten beoordelen en zonodig dat in het plan moeten opnemen.

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel, neem dan contact op met één van onze specialisten.