De verblijfsontzegging strafbaar stellen in APV?

Blog

De burgemeester kan op grond van de APV een verblijfsontzegging opleggen. Het Gerechtshof Amsterdam heeft geoordeeld over de vraag of het overtreden van een verblijfsontzegging het niet opzettelijk voldoen aan – kort gezegd – een bevel door een ambtenaar oplevert. Van belang is om in de APV vast te leggen wanneer een overtreding van een bepaling uit de APV strafbaar is.

Feiten

De burgemeester van Amsterdam heeft op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (“APV”) een bevel gegeven aan iemand om zich uit het uitgaansgebied Centrum (Leidseplein en Rembrandtplein en de verbindingswegen tussen de pleinen) te verwijderen en zich daar tot een bepaalde datum niet te bevinden. De betrokken persoon is echter wel aangetroffen.

Tenlastelegging

Het OM verwijt de persoon dat hij niet heeft voldaan aan het bevel van de burgemeester krachtens artikel 172 en/of 177 van de Gemeentewet en/of artikel 2.8 en 2.9B van de APV 2008 gegeven bevel.

Oordeel politierechter

De politierechter veroordeelt de persoon tot een geldboete van € 200,00 en subsidiair tot vier dagen hechtenis. Dit bevel is gegeven op grond van de artikelen.
Vervolgens is hoger beroep ingesteld. Tijdens het hoger beroep is aangevoerd dat de betrokken persoon de geldboete niet kan betalen vanwege zijn financiële omstandigheden.

Oordeel gerechtshof

Het Hof constateert dat sprake is van een overtreding op grond van artikel 2.8 van de APV. Dit terwijl artikel 2.9B van de APV (de verblijfsontzegging) is overtreden.

Het Gerechtshof is van oordeel dat de bepalingen uit een APV onder het begrip “wettelijk voorschrift” in de zin van artikel 184 Sr kunnen vallen.

De betrokken persoon heeft volgens het Hof een bevel van het openbaar gezag genegeerd dat is gegeven ter handhaving van de openbare orde. Vervolgens wordt bij de strafoplegging gekeken naar de vraag of de geldboete voldaan kan worden. Dat is niet het geval. Er wordt dan ook een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier dagen opgelegd. Klik hier voor de uitspraak.

Advies APV

In de annotatie bij deze uitspraak wordt betoogd dat de tenlastelegging niet op artikel 184 Strafrecht zou moeten worden gebaseerd, maar op overtreding van de APV zelf.[1] Noodzakelijk is hiervoor echter dan wel dat de gemeenteraad overtreding van de desbetreffende APV-bepaling strafbaar heeft gesteld. In de APV  van de gemeente Amsterdam is artikel 2.9A en 2.9B APV waarin de verblijfsontzegging staat opgenomen niet strafbaar gesteld. Mocht in de toekomst deze redenering door de rechtspraak worden gevolgd dan lijkt het raadzaam te zijn om in de APV nauwkeurig op te nemen welke bepalingen een overtreding opleveren. Geadviseerd wordt dan ook om hier aandacht aan te besteden in de APV.

Slot

Mocht u vragen hebben over de bevoegdheden van een burgemeester dan wel vragen over de APV, neem dan contact op met één van onze specialisten.


[1] J.G.Brouwer en C.E. Huls, noot bij AB 2016/391.