De ruimtelijke inpassing van zonneparken in Nederland
Klimaatakkoord
In het rapport Hoofdlijnen uit het Klimaatakkoord van 10 juli 2018 is verkend wat nodig is om de uitstoot van broeikasgassen in Nederland met 49% te verminderen in 2030 ten opzichte van 1990. In dit rapport staat onder andere dat wordt voorzien in een hernieuwbaar elektriciteitssysteem in 2050 met richting 2030 vooraleerst Wind op Land en Zon-PV. De ambitie bedraagt circa 35 TWh productie in 2030.
Zonneprojecten
Gemeenten en provincies moeten in staat worden gesteld om een goed plan met draagvlak te maken met de Regionale Energie Strategieën (RES), gelet op kosteneffectiviteit, doelbereik, ruimtelijke inpassing en (impact op) het energiesysteem. Zonne-energie en zonneprojecten zijn noodzakelijk in de energietransitie.
Ruimtelijke inpassing
De uitspraak van de Afdeling over het Plan voor de Zon van de gemeente Leeuwarden toont aan dat de afweging over ruimtelijke aanvaardbaarheid van zonneprojecten in het bestemmingsplan moet zijn gemaakt. De ruimtelijke inpassing lijkt een struikelblok te zijn om zonneprojecten te kunnen realiseren.
Plan voor de Zon
Het bestemmingsplan Leeuwarden – Partiële herziening Plan voor de Zon staat in de gemeente Leeuwarden toe dat op de gronden ten zuiden van de N31 zonneprojecten (zonneparken) kunnen worden gerealiseerd. In het bestemmingsplan is voorzien in verschillende soorten zonneprojecten. Met dit plan is beoogd om belemmeringen voor het realiseren van zonneprojecten weg te nemen.
Verordening Romte Fryslân 2014
De provinciale verordening ruimte van de provincie Friesland bevat regels over onder andere opstellingen voor zonne-energie. In de uitspraak van de Afdeling tegen het bestemmingsplan komt onder meer aan bod of het plan in strijd is met deze verordening.
Wirdum en Wytgaard
De dorpen Wirdum en Wytgaard verzetten zich tegen het bestemmingsplan. De Dorpsbelangen menen onder andere dat de omvang van de te realiseren zonneparken onvoldoende zijn beperkt, en dat het plan in strijd is met de Verordening Romte Fryslan 2014. De Afdeling meent dat dit betoog slaagt.
Beperking
De afwijkingsbevoegdheid voor Nieuw Stroomland staat in artikel 6.1 sub e van het plan. In de toelichting op het bestemmingsplan staat een drempelwaarde van maximaal 115 ha voor de omvang van zonneparken waaronder het gebied Nieuw Stroomland. Hiermee wordt beoogd ervoor te zorgen dat deze drempelwaarde niet wordt overschreden. Het toestaan van zonneparken in het gebied Nieuw Stroomland kan via een omgevingsvergunning waarbij binnenplans kan worden afgeweken. Hiervoor geldt de reguliere voorbereidingsprocedure van 8 weken van de Wabo.
Maximale invulling planregels
De Afdeling stelt vast dat de planregels de omvang voor zonneparken in het gebied Nieuw Stroomland niet beperken, behalve een maximale gezamenlijke oppervlakte van 115 ha. In de procedure is gebleken dat de raad niet op elke locatie en/of in elke omvang in Nieuw Stroomland zonneparken aanvaardbaar acht.
Beoordeling aanvaardbaarheid
De raad stelt dat bij de toepassing van de afwijkingsbevoegdheid zal worden beoordeeld of een zonnepark ruimtelijk aanvaardbaar is. De Afdeling gaat daar niet in mee. Bij de vaststelling van het plan moet immers ook een afweging over de ruimtelijke aanvaardbaarheid worden gemaakt. Deze afweging kan niet worden doorgeschoven naar het moment waarop de afwijkingsbevoegdheid wordt toegepast.
Onderzoeken en motiveren afwegen
De Afdeling overweegt dat de raad bij de vaststelling van het plan moet onderzoeken en moet afwegen welke zonneparken in Nieuw Stroomland wel, en niet planologisch aanvaard zijn. Dit onderzoek en de daarin gemaakte beleidskeuzes zal onderdeel uitmaken van de ruimtelijke onderbouwing die behoort bij het bestemmingsplan. Daarna dient de raad in de planregels, waaronder de afwijkingsbevoegdheid, op te nemen onder welke voorwaarden en op welke locaties zonneparken wel zijn toegestaan. Het ontbreken van die afweging leidt tot een vernietiging van de aanduiding voor het ontwikkelingsgebied Nieuw Stroomland. Dit betekent dat het niet is toegestaan om in dat gebied met toepassing van een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid zonneparken toe te staan.
Conclusie
Het mogelijk maken van zonneparken vereist onderzoek en inzicht in keuzes van het bestuursorgaan. Als blijkt dat de maximale planologische invulling niet is gewenst, dan dient het plan te voorzien in duidelijke voorwaarden waaronder medewerking kan worden verleend aan afwijking van de planregels. De door de raad van Leeuwarden beoogde flexibiliteit met het Plan van de Zon voor het toestaan van zonneparken, sneuvelt door het ontbreken van een oordeel over de ruimtelijke aanvaardbaarheid van die parken in het gebied Nieuw Stroomland. In het licht van de Hoofdlijnen van het Klimaatakkoord zal het borgen van windenergie en zonne-energie in bestemmingsplannen waarschijnlijk meer aandacht en onderzoek vergen. Hebt u nog vragen dan kunt u contact opnemen met een van onze specialisten.