Intrekken onherroepelijke omgevingsvergunning voor windpark is mogelijk
In het klimaatakkoord uit 2019 is als doelstelling geformuleerd om de broeikasgasemissie in 2030 met 49% te reduceren ten opzichte van 1990. Wind op zee of land kan bijdragen aan die doelstellingen. Dit kan door bijvoorbeeld met een bestemmingsplan en omgevingsvergunning een windpark mogelijk te maken. Het is daarbij belangrijk goed op Europese regels te letten. Dat blijkt uit een recente uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland.
Omgevingsvergunning windpark Dronten
Voor een windpark in de gemeente Dronten, Windplan Blauw, is een rijksinpassingsplan vastgesteld en daarnaast een omgevingsvergunning verleend voor het in werking hebben van windturbines. Het plan en de omgevingsvergunning zijn sinds een uitspraak van de Raad van State d.d. 6 november 2019 onherroepelijk. De windturbines staan gereed om in april 2023 in gebruik te worden genomen. Volgens een belangenorganisatie is de omgevingsvergunning in strijd met het Europees recht verleend. Zij verzoekt het college van Dronten de omgevingsvergunning in te trekken.
Miliebeoordeling vereist
Op basis van de SMB-richtlijn van de EU geldt dat voor plannen en programma’s over ruimtelijke ordening en een toekomstig kader vormen voor het verlenen van vergunningen, een milieubeoordeling is vereist. De regels voor het in werking hebben van windturbines zijn opgenomen in paragraaf 3.2.3 van het Activiteitenbesluit milieubeheer. In een uitspraak van 2021 heeft de Raad van State geoordeeld dat de regels uit het Activiteitenbesluit een plan of programma zijn in de zin van de SMB-richtlijn. Voor die regels is geen milieubeoordeling uitgevoerd, terwijl dat wel was vereist. Om dit gebrek voorlopig te repareren is er een tijdelijke overbruggingsregeling, totdat de vereiste milieubeoordeling is uitgevoerd.
Intrekken omgevingsvergunning
Terug naar de zaak. De rechtbank verwijst naar het Nevele-arrest uit 2020 van het Hof van Justitie van de EU. Op grond daarvan kan het niet nakomen van de procedureregels uit de SMB-richtlijn leiden tot het intrekken van de omgevingsvergunning. De rechtbank doet dat in deze zaak niet, omdat de verwachting is dat begin 2024 de milieubeoordeling is uitgevoerd en de windturbines pas in de loop van 2023 in werking zijn. Dat is volgens de rechtbank een acceptabele periode. De omgevingsvergunning blijft dus in stand.
De rechtbank geeft wel een waarschuwing. Als de milieubeoordeling en de nieuwe bepalingen over windturbines langer op zich laten wachten, dient de omgevingsvergunning mogelijk wel ingetrokken te worden.
Advies of bijstand nodig?
Heeft u nog vragen over deze uitspraak of heeft u vragen over een omgevingsvergunning, neem dan contact op met een van onze specialisten overheidsrecht.