De plicht van de opdrachtgever tot het signaleren van bouwfouten

Blog

Tussen partijen is een geschil ontstaan naar aanleiding van de bouw van de woning van de opdrachtgever door aanneemster. Er is geen isolatie aangebracht in de garagekap. Opdrachtgever en aanneemster verschillen van mening over de vraag of aanneemster aansprakelijk is voor dit gebrek of dat de opdrachtgever dit gebrek tijdens het bouwproces had moeten signaleren.

Ter plaatse van de deuren en ramen van de woning komt regelmatig vocht uit het dakoverstek. Tussen partijen staat vast dat aanneemster volgens het ontwerp wel isolatie had moeten aanbrengen en dat het ontwerp deugdelijk is. Opdrachtgever stelt dat hij recht heeft op vergoeding van de kosten van herstel van dit gebrek door aanneemster.

Aanneemster stelt dat het ontbreken van isolatie bij nauwlettend toezicht ontdekt had kunnen worden. Nu daarover door opdrachtgever geen opmerking is gemaakt, is dit gebrek dus geaccepteerd. Zij stelt voorts dat zij op verzoek van opdrachtgever minder ventilatie­roosters in de garage heeft aangebracht dan in het bestek was voorzien. Volgens haar is daardoor sprake van meer condensvorming dan nodig was geweest. Aanneemster ontkent overigens dat er sprake is van – zoals opdrachtgever stelt – “buitengewoon veel” condensvorming.

Arbiters overwegen dat het ontbreken van isolatie hoe dan ook een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst is, nu vast staat dat deze wel had moeten worden aangebracht. Het ontstaan van vochtoverlast door condensatie is bij uitstek het gevolg van het ontbreken van isolatie. Arbiters zijn van oordeel dat van opdrachtgever als leek in redelijkheid niet kon worden verwacht dat hij tijdens de bouw zou opmerken dat de isolatie niet werd aangebracht en dat dit voor hem derhalve een verborgen gebrek was. Er komt naar het oordeel van de Arbiters dan ook geen betekenis toe aan het feit dat hij daarover bij de oplevering geen opmerking heeft gemaakt. Op grond daarvan heeft opdrachtgever recht op verrekening van de door hem gevorderde schadevergoeding.

Het oordeel van arbiters lijkt juist. Alleen als sprake is van een evidente bouwfout (daarvan is sprake) èn de directie deze bouwfout op had moeten merken (daarvan is blijkbaar geen sprake) hadden de kosten die gepaard gaan met het herstel van het gebrek voor rekening van de opdrachtgever gekomen. Dan zou door het niet ingrijpen van de door de opdrachtgever ingeschakelde directie sprake zijn van acceptatie van de bouwfout door de opdrachtgever.

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel, neem dan contact op met één van onze specialisten.