De waarschuwingsplicht van de aannemer voor meerwerk

Blog

Schenkeveld Advocaten - rekenmachine papieren

De Hoge Raad heeft op 1 juli jl. een belangrijk arrest gewezen over de waarschuwingsplicht van de aannemer voor de kosten van meerwerk. De Hoge Raad vindt dat de aannemer niet van tevoren duidelijk hoeft te maken hoe hoog die kosten zijn, als het de opdrachtgever duidelijk is dat het verrichten van het meerwerk extra kosten met zich meebrengt. De Hoge Raad vernietigt daarmee het eerdere arrest van 16 januari 2016 van het Gerechtshof Leeuwarden.

Het werk

Deze zaak gaat over een opdrachtgever die een aannemer vraagt om een aantal raatliggers voor hem te maken. Een raatligger is een verhoogde stalen balk met daarin raatvormige openingen. Er kunnen meerdere redenen zijn om zo’n balk in een werk aan te willen brengen. Een dergelijke balk heeft de constructieve eigenschap dat ten opzichte van een normale balk het draagvermogen groter is, terwijl het gewicht lager is; een dergelijk balk kan echter ook een esthetische verfraaiing zijn.

De overeenkomst

De opdrachtgever is met de aannemer telefonisch overeengekomen dat deze raatliggers € 9.000,= exclusief BTW kosten. Voorafgaand aan de productie heeft de aannemer de opdrachtgever echter gevraagd of de raatliggers ook nog bewerkt moesten worden. De opdrachtgever heeft de aannemer vervolgens een detaillering toegestuurd, waaruit bleek dat de raatliggers inderdaad bewerkt moesten worden. De aannemer heeft de bewerking uitgevoerd en levert de raatliggers aan de opdrachtgever.

Factuur voor het meerwerk

De aannemer stuurt de opdrachtgever twee facturen: een voor het werk van € 9.000,= exclusief BTW. Deze tweede factuur is voor het meerwerk, de extra bewerking, en bedraagt € 42.564,36 inclusief BTW. De opdrachtgever betaalt de eerste factuur wel maar de tweede factuur niet. De opdrachtgever stelt wel te begrijpen dat het meerwerk extra geld zou kosten, maar hij vindt het bedrag buitensporig hoog.

De waarschuwingsplicht

In de procedure staat de vraag centraal of de aannemer de opdrachtgever moest waarschuwen voor deze extra hoge kosten. Deze vraag wordt beantwoord aan de hand van artikel 7:755 BW.  Daarin is de waarschuwingsplicht geregeld. In eerste aanleg en in hoger beroep is geoordeeld dat de aannemer geen waarschuwingsplicht had. Dit is interessant, omdat het Hof Leeuwarden  op 16 januari 2016 oordeelde dat de aannemer niet alleen moet waarschuwen voor (de noodzakelijkheid van) het meerwerk en dat daaruit kosten voortvloeien voor de opdrachtgever, maar ook dat de aannemer erop moet wijzen wat de omvang van de kosten van het meerwerk zijn.

De uitspraken van de Rechtbank Limburg en het Hof Den Bosch in de onderhavige zaak zijn een trendbreuk ten opzichte  van de heersende leer.

Een redelijke prijs

De Hoge Raad vindt dat de door de opdrachtgever voorgestane uitleg van artikel 7:755 BW (in lijn met de uitspraak van het Hof Leeuwarden van 16 januari 2016) een verkeerde uitleg is. Volgens de Hoge Raad heeft de aannemer geen waarschuwingsplicht, als het de opdrachtgever duidelijk is dat als het meerwerk wordt verricht dit tot prijsverhoging van het werk leidt. In dat geval moet de opdrachtgever bij de aannemer informeren naar de hoogte van het meerwerk.  Een ruimere uitleg van dit wetsartikel zou volgens de Hoge Raad erop neerkomen dat de aannemer tot iets verplicht zou worden dat niet in lijn is met de bedoeling van de wetgever. De wet stelt namelijk in artikel 7:752 BW dat als er geen prijs is genoemd, dat de opdrachtgever dan een redelijke prijs is verschuldigd. De opdrachtgever wordt met andere woorden als er geen dialoog is geweest over de prijs van het meerwerk, door artikel 7:752 BW beschermd.

Is de uitspraak juist?

Deze uitspraak is juist. De wettelijke regeling komt erop neer dat zowel de opdrachtgever als aannemer in feite toebedeeld krijgen wat hen toekomt als zij de prijs van het meerwerk niet met elkaar hebben afgestemd. De uitspraak van het Hof Leeuwarden heeft ook (hoe juist deze in eerste opzicht ook lijkt te zijn) in de literatuur de nodige kritiek gekregen. Uit de uitspraak blijkt dat deze kritiek terecht is geweest.

Voorkom discussie over meerwerk

De les uit deze uitspraak is (opnieuw) dat opdrachtgever en aannemer het beste het meerwerk en de hoogte daarvan vóór uitvoering goed met elkaar afstemmen. Zo wordt voorkomen dat opdrachtgever en aannemer hierover in een discussie belanden. Ook gemeenten sluiten veelvuldig overeenkomsten tot aanneming van werk. Daarbij hoeft immers niet alleen te worden gedacht aan het verrichten van bouwwerken, maar bijvoorbeeld ook het verzorgen van de groenvoorziening binnen de gemeente. Deze uitspraak is dan ook breed toepasbaar en zeer relevant. Een tip is dan ook om het meerwerk en de kosten daarvan op voorhand te bespreken en vast te leggen.

Vragen over de waarschuwingsplicht van de aannemer?

Mocht u vragen hebben over dit onderwerp, dan kunt u deze stellen aan een van de specialisten van onze afdeling Onroerend Goed.