Belangrijke wijzigingen mestwetgeving
Per 1 april 2015 koppeling AGR/GPS-apparatuur met vrachtauto verplicht bij vervoer vaste mest
Bij het aan- en afvoeren van meststoffen dient volgens de mestwetgeving steeds het hierin aanwezige stikstofgehalte en fosfaatgehalte te worden gemeten. Deze meting vindt plaats door analyse en bemonstering van de betreffende aangevoerde of afgevoerde meststoffen door de vervoerder. De uitkomst van de bemonstering is voor de landbouwer van belang voor zijn verantwoordingsplicht in het kader van de gebruiksnormen en voor de mestverwerkingsplicht. Indien bij de aan- of afvoer van meststoffen een onjuist stikstofgehalte en fosfaatgehalte wordt vastgelegd (er wordt bijvoorbeeld een hoger gehalte opgegeven dan daadwerkelijk wordt afgevoerd), riskeert de landbouwer een bestuurlijke boete wegens overschrijding van de gebruiksnormen. Ook riskeert de landbouwer een bestuurlijke boete als hij niet kan verantwoorden waar de op zijn bedrijf aangevoerde meststoffen zijn afgezet.
Ter voorkoming van fraude bij de bemonstering en registratie van de stikstof- en fosfaatgehaltes is het noodzakelijk dat de aangevoerde en afgevoerde meststoffen traceerbaar zijn. De vervoerder van de meststoffen is dan ook verplicht een systeem van automatische gegevensregistratie en Global Positioning Systeem (AGR/GPS-apparatuur) te hanteren bij het laden en lossen van de mest.
Omdat drijfmest verpompbaar is (want vloeibaar), kan bij het laden en lossen van de vrachtauto automatisch een mestmonster worden genomen van de drijfmest. Hierbij is de vervoerder nu al verplicht te zorgen voor een automatische koppeling tussen de bemonsteringsapparatuur en de AGR/GPS-apparatuur.
In tegenstelling tot drijfmest is vaste mest niet-verpompbaar, zodat een automatische bemonstering en koppeling met de AGR/GPS-apparatuur niet mogelijk is. De vervoerder is bij een vracht vaste mest verplicht om hiervan een representatief monster te nemen, evenredig verdeeld over de vracht. Tot op heden hanteren vervoerders hierbij ‘losse koffers’ met AGR/GPS-apparatuur. Volgens de staatssecretaris waarborgen deze ‘losse koffers’ onvoldoende dat het fysieke mesttransport overeenkomt met de opgegeven gehaltes op het vervoersbewijs dierlijke meststoffen (VDM). Het zou te fraudegevoelig zijn.
Met ingang van 1 april 2015 is ter voorkoming hiervan, bij het vervoer van vaste mest, een onlosmakelijke verbinding verplicht van de AGR/GPS-apparatuur op het chassis van het transportmiddel, waarmee de mest wordt vervoerd. Hiermee wordt voor het vervoer van vaste mest aangesloten bij de verplichting die al geldt bij het vervoer van drijfmest. De sector krijgt gedurende een overgangsperiode, tot 1 januari 2016 de gelegenheid om de transportmiddelen uit te rusten met de gekoppelde AGR/GPS-apparatuur.
Korrelen is met terugwerkende kracht per 1 januari 2014 mestverwerking
Volgens de Meststoffenwet bestaat het verwerken van dierlijke mest, naast de mogelijkheid van export, uit het behandelen van de mest tot een bepaald eindproduct dat voldoet aan nader door de Minister te bepalen eisen. Er is volgens de Uitvoeringsregeling pas sprake van mestverwerking, indien het eindproduct bestaat uit as waarin maximaal 10% organische stof aanwezig is. Dit betekent dat diverse bewerkingsmethodes, zoals covergisten, scheiden en korrelen, niet als verwerkingsmethodes worden aangemerkt. Bij korrelen worden dierlijke meststoffen gedroogd en vervolgens tot korrels geperst. Bij deze methode blijft meer dan 10% organische stof achter in het eindproduct, zodat hiermee tot op heden niet werd voldaan aan de mestverwerkingsplicht.
Met de huidige wijziging zal het bewerken van dierlijke mest tot mestkorrels ook als mestverwerking gaan gelden, waardoor ook hiermee kan worden voldaan aan de mestverwerkingsplicht. Opvallend is dat het mestkorrelen met terugwerkende kracht per 1 januari 2014 als mestverwerkingsmethode wordt erkend. Nu deze methode in de sector veelvuldig wordt toegepast, zal de huidige wijziging naar verwachting een gunstig effect hebben op de omvang en de invulling van de mestverwerkingsplicht van landbouwers en voor de sector. Landbouwers hebben tot 31 december 2014 de tijd om hun mestverwerkingsplicht voor 2014 in te vullen en aan de RVO op te geven. Met de erkenning van korrelen als verwerkingsmethode kan deze invulling wellicht eenvoudiger plaatsvinden dan vooraf was gedacht.
Wilt u op de hoogte blijven van de ontwikkelingen op het gebied van mestwetgeving of heeft u hierover vragen vanuit uw praktijk, bijvoorbeeld over de invulling van uw mestverwerkingsplicht voor 31 december 2014, neem dan contact op met één van onze specialisten.