Wetsvoorstel Kwaliteitsborging voor het bouwen

Blog

Na maanden van uitstel is op 18 januari 2017 de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen in de Tweede Kamer behandeld. Wat zijn de belangrijkste (privaat)rechtelijke wijzigingen die de bouwwereld mogelijk staan te wachten?

Privaatrechtelijk en publiekrechtelijke wijzigingen

Het wetsvoorstel bevat zowel een publiekrechtelijk als een privaatrechtelijk onderdeel. Met het wetsvoorstel wordt beoogd om de kwaliteit voor het bouwen te verbeteren door de introductie van een nieuw stelsel van kwaliteitsbewaking. Een van de (publiekrechtelijke) wijzigingen betreft het vervallen van de preventieve gemeentelijke toetsing bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning. Private instellingen worden belast met de kwaliteitsbewaking en controleren of aannemers zich houden aan de bouwtechnische eisen uit het Bouwbesluit 2012.

Informatieplicht van de aannemer

Een voorgestelde wijziging die voor aannemers ingrijpende gevolgen kan hebben, is het nieuwe artikel 7:765a BW. Dit artikel gaat over de nieuwbouw en verbouw van woningen van consumenten, en heeft betrekking op de informatieplicht van de aannemer. Deze informatieplicht gaat over de door de aannemer al dan niet te verstrekken verzekering of financiële zekerheid voor het nakomen van zijn verplichtingen. In de praktijk betekent dit dat voordat de consument gebonden is aan een overeenkomst van aanneming, de aannemer de consument schriftelijk en ondubbelzinnig informeert of, en zo ja, op welke wijze de nakoming van zijn verplichtingen tot uitvoering van het werk en zijn aansprakelijkheid voor aan de aannemer toe te rekenen gebreken, door een verzekering of financiële zekerheid is of zal worden gedekt. Het doel is dat de aannemer bij het sluiten van de overeenkomst de consument informeert of en op welke wijze hij/zij beschermd is tegen risico’s die zich tijdens de bouw kunnen voordoen. Denk hierbij aan het faillissement van de aannemer en schade als gevolg van gebreken die na de oplevering aan het licht komen.

Geen sanctie op niet voldoen aan informatieplicht

Het is de vraag of het nieuwe wetsartikel nodig is. Het merendeel van de nieuwbouw van woningen voor/door consumenten vindt plaats  op basis van de verschillende garantie- en waarborgregelingen. Denk bijvoorbeeld aan de SWK en de Woningborg Garantie- en waarborgregeling. Daarnaast staat geen sanctie op het niet voldoen aan de informatieplicht.  Kortom, er bestaan nog de nodige vragen over het doel en de effectiviteit van dit artikel.

Artikel 7:758 nieuw lid 4 BW aansprakelijkheid na oplevering

De wijziging van de aansprakelijkheid na oplevering voor gebreken, zoals nu opgenomen in artikel 7:758 BW, is de meest ingrijpende wetswijziging. De nu geldende hoofdregel met betrekking tot de aansprakelijkheid van de aannemer na oplevering, houdt in dat de aannemer ontslagen is van aansprakelijkheid voor gebreken die de opdrachtgever op het tijdstip van oplevering redelijkerwijs had moeten ontdekken. Het nieuwe wetsartikel stelt echter dat de aannemer aansprakelijk is voor gebreken die bij de oplevering van het werk niet zijn ontdekt, tenzij deze gebreken niet aan de aannemer zijn toe te rekenen. Ten opzichte van de huidige regeling vindt dus een grote wijziging plaats. Voorheen lag de bewijslast op de opdrachtgever, die moest bewijzen dat sprake was van een gebrek dat is toe te rekenen aan de aannemer. Nu wordt met dit voorstel deze bewijslast omgedraaid. De aannemer moet dus bewijzen dat het gaat om een gebrek dat niet aan hem is toe te rekenen.

Onduidelijke terminologie

De formulering in het wetsvoorstel is omstreden. Zo is het onduidelijk of de wijziging een verzwaarde onderzoeksplicht op de opdrachtgever legt, en kan discussie ontstaan over de wijze waarop een aannemer de oplevering van het werk moet inrichten om zijn aansprakelijkheid t.a.v. verborgen gebreken te kunnen “afdekken”. Voor een meer inhoudelijke uiteenzetting over deze onduidelijkheden wordt verwezen naar de “Open brief prof. mr. dr. M.A.B. Chao- Duivis aan Minister Blok en de leden van de Commissie Wonen en Rijksdienst”.

Invoering

De hiervoor genoemde wijzigingen zijn slechts een fractie van de vele wijzigingen die het wetsvoorstel beoogt door te voeren. Invoering van het wetsvoorstel vindt gefaseerd plaats, waarbij de inwerkingtreding van de hierboven genoemde wijzigingen mogelijk op 1 januari 2018 van kracht zullen worden. Of deze datum gehaald wordt is op dit moment de vraag. Het debat in de Tweede Kamer over het wetsvoorstel wordt volgende week hervat. Daarbij is het nog maar de vraag of het voorstel überhaupt nog voor de verkiezingen door de Eerste Kamer komt.

Mocht u nog vragen hebben over het Wetsvoorstel Kwaliteitsborging voor het bouwen, neem dan contact op met één van onze specialisten.