Werkgever die bonusregeling wil afschaffen vangt bot bij kantonrechter

Blog

Werkgever (TNO), kent een bonusregeling voor haar medewerkers. De Raad van Bestuur besluit tot het afschaffen van de bonusregeling. De OR stemt toe, onder het stellen van enkele voorwaarden. De afschaffing gaat gepaard met een afbouwregeling van drie jaar.

De Raad van Bestuur motiveert haar besluit als volgt. Het stimuleren van de medewerkers door middel van een variabele beloning is niet (meer) passend en gewenst, mede tegen de achtergrond van de in de maatschappij groeiende weerzin tegen bonussen en de bonuscultuur, met name in de publieke sector. Verder wil de Raad van Bestuur komen tot een vereenvoudigd, rechtvaardig en consistent arbeidsvoorwaardenbeleid.

De kantonrechter staat een eenzijdige afschaffing van de bonusregeling niet toe. De kantonrechter oordeelt dat het gaat om een arbeidsvoorwaarde, welke de medewerker al jarenlang ontvangt. De door TNO beoogde wijziging is niet redelijk. De kantonrechter wijst voor de (verdere) motivering naar het ABN AMRO arrest van het gerechtshof Amsterdam uit 2010.

In het ABN AMRO arrest ging het – kort gezegd – om het door ABN AMRO eenzijdig wijzigen van bonusaanspraken en een contractueel overeengekomen beëindigingsvergoeding. Het Hof wees de door ABN AMRO voorgestane eenzijdige wijziging af, kort gezegd met de motivering dat contractuele afspraken onverkort dienen te worden nagekomen. Het feit dat het maatschappelijke sentiment ten aanzien van bonussen en hoge vertrekvergoedingen is veranderd, deed daar, aldus het Hof, niet aan af. De kantonrechter volgt in deze zaak dus dezelfde lijn.