Het recht van de architect op betaling; wanneer is de opdracht verstrekt?

Blog

De architect heeft recht op betaling van zijn werkzaamheden als daartoe opdracht is verstrekt. Maar vaak is het onduidelijk of dat het geval is. Er is nu een tendens in de rechtspraak waar te nemen waaruit blijkt dat ondanks dat de opdrachtgever niet expliciet opdracht heeft verstrekt, de opdrachtgever toch moet betalen.

Opwekken gerechtvaardigd vertrouwen

De rechtbank Noord-Nederland kreeg te oordelen over een kwestie waarin door een coöperatie en een gemeente een architect is geselecteerd. De architect is verzocht om de politieke besluitvorming over het project af te wachten. De definitieve opdrachtverstrekking heeft daarna niet meer plaatsgevonden. De architect stelde echter ten aanzien van de door hem verrichte voorbereidende werkzaamheden, dat hij er gerechtvaardigd op heeft mogen vertrouwen dat een overeenkomst van opdracht met de gemeente tot stand was gekomen. De gemeente heeft de architect namelijk verzocht om na het winnen van de architectenselectie deel te nemen aan het project door het maken van schetsen. Hem is ook verzocht een begroting op te stellen en om het ontwerpplan te toetsen aan het bestemmingsplan. Uiteindelijk heeft de architect een compleet ontwerp inclusief de bijbehorende intellectuele eigendomsrechten bij de gemeente ingeleverd. Door steeds verder strekkende werkzaamheden op te dragen, zo oordeelde de rechtbank, heeft de gemeente het gerechtvaardigd vertrouwen gewekt bij de architect dat er een opdracht werd verstrekt. De opdrachtgever was dus gehouden om de architect een vergoeding voor zijn werkzaamheden te betalen.

Vertrouwen op een vervolgopdracht

Iets soortgelijks was aan de orde in een uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden. Nadat een haalbaarheidsstudie was betaald, heeft een architect in eerste instantie uit klantvriendelijkheid aanvullende werkzaamheden verricht. Op enig moment heeft de architect verzocht om een vervolgopdracht omdat een doorstart werd gemaakt en andere opties werden verkend. Omdat de opdrachtgever daarop geen antwoord heeft gegeven, maar wel nadere verzoeken om allerlei werkzaamheden werd gedaan, mocht de architect er gerechtvaardigd op vertrouwen dat hij zijn verdere werkzaamheden voor een tweede haalbaarheidsonderzoek eveneens verrichte op basis van een overeenkomst van opdracht. Ook hier werd een redelijk loon vastgesteld voor de verrichte werkzaamheden.

Voorlopig ontwerp en definitief ontwerp

Een zelfde conclusie is te trekken in situaties waarin aan een architect opdracht wordt verstrekt tot het vervaardigen van een voorlopig ontwerp en de vraag wordt gesteld om een overeenkomst met betrekking tot het definitief ontwerp op te stellen. De architect wordt dan gevraagd om meer te doen dan van hem verlangd kon worden op grond van de opdracht met betrekking tot het voorlopig ontwerp. Daar past wel de kanttekening bij dat het een en ander te bewijzen is en het bijvoorbeeld niet zo moet zijn dat de opdrachtgever zich slechts heeft willen laten informeren over de kosten van een eventueel vervolgtraject met betrekking tot het definitief ontwerp. Als die “match” er niet is, dan is er van het geven van een opdracht geen sprake en dat kan verstrekkende gevolgen hebben voor de architect, bijvoorbeeld dat de architect een compleet definitief ontwerp heeft gemaakt in het vertrouwen dat hij daar uiteindelijk wel opdracht voor zou krijgen, maar dat dit toch voor zijn rekening dient te blijven.

Waarschuwing

Zowel de aanbestedende dienst als de opdrachtnemer doen er verstandig aan goed met elkaar kort te sluiten of er nou opdracht wordt verstrekt, wat die opdracht dan inhoudt, wat daarvoor wordt betaald, en dat vast te leggen. Dit om te voorkomen dat de daadwerkelijke opdracht tussen de wal en het schip belandt. De nadelige gevolgen daarvan kunnen groot zijn.

Mocht u naar aanleiding van deze uitspraak nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met één van onze specialisten.

Bron: Kroniek Architectenrecht in TBR 2017/121