Paardenhouderij, paardenfokkerij of manege, what’s in a name?

Blog

De diversiteit aan verschijningsvormen in de paardenwereld kan leiden tot discussie als de bestemmingsplanvoorschriften niet goed zijn afgestemd op de bedrijfsactiviteiten. De Afdeling zag zich gesteld voor de vraag welke bedrijfsactiviteiten behoren tot de bestemming ‘paardenhouderij’ en ‘paardenfokkerij’.

De Rijvereniging (RSA) heeft diverse malen dressuurwedstrijden, springwedstrijden, clinics en andere evenementen op het perceel georganiseerd. De gemeente Ouder-Amstel accepteerde dit niet en ging na het opleggen van een dwangsombeschikking ook over tot invordering bij RSA van € 5.000,= aan verbeurde dwangsommen. Deze activiteiten zouden volgens de gemeente in strijd zijn met de in het vigerende bestemmingsplan opgenomen bestemming: “Agrarische doeleinden” en met de subbestemming “Abf: paardenfokkerij”. Ook zouden deze activiteiten in strijd zijn met de in 2010 verleende vrijstelling voor een paardenhouderij op het perceel.

De RSA was van mening dat de gemeente onvoldoende rekening zou hebben gehouden met de activiteiten die horen bij een paardenhouderij. De RSA meende dat bij de uitleg van de planvoorschriften van het bestemmingsplan en de verleende vrijstelling, aansluiting diende te worden gezocht bij de door de VNG in samenwerking met de Sectorraad Paarden (SRP) opgestelde “Herziene Handreiking voor de Praktijk; Paardenhouderij en Ruimtelijke Ordening”. Hieruit zou volgen dat ook dergelijke activiteiten horen bij een paardenhouderij.

De RSA werd in bezwaar en in beroep in het ongelijk gesteld en uiteindelijk werd de kwestie voorgelegd aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling). De Afdeling oordeelde dat er geen wettelijke verplichting geldt voor het College om aansluiting te zoeken bij de handreiking. De verleende vrijstelling om een paardenhouderij te exploiteren, leidde volgens de Afdeling dan ook niet tot een andersluidend oordeel. Bovendien was de Afdeling van oordeel dat onder de subbestemming “paardenfokkerij” niet wordt verstaan: “manege, een bedrijf dat onder meer is gericht op het lesgeven in paarden en het houden van wedstrijden of evenementen”.

De RSA diende derhalve aan de gemeente € 5.000,= aan verbeurde dwangsommen te betalen en zal zich voortaan moeten onthouden van het organiseren van dergelijke activiteiten op dat perceel.

Uit deze uitspraak blijkt wel dat een grote diversiteit aan verschijningsvormen in de paardenwereld bestaat, wat kan leiden tot discussie bij de uitleg van bestemmingsplanvoorschriften. Dat discussie op dit punt vaker plaatsvindt, is niet nieuw. De SRP en de VNG hebben dit in 2004 gesignaleerd en een handreiking uitgebracht. De handreiking is in mei 2014 geactualiseerd en heet “de Paardenhouderij in het Omgevingsrecht”. Dit instrument biedt gemeenten de mogelijkheid om een afgewogen, zorgvuldig en transparant plattelandsbeleid te bevorderen voor wat betreft de paardenhouderij.

Wilt u meer weten over dit onderwerp of over de handreiking ‘Paardenhouderij en Ruimtelijke Ordening’, dan kunt u contact opnemen met één van onze advocaten uit de sectie Hippisch recht.