Nieuwe normen berekening kinderalimentatie

Blog

Met ingang van 1 april 2013 verandert de wijze waarop kinderalimentatie wordt berekend.

Met ingang van 1 april 2013 verandert de wijze waarop kinderalimentatie wordt berekend. De commissie binnen de rechterlijke macht die verantwoordelijk is voor de wijzigingen heeft hiermee tegemoet willen komen aan de bezwaren van veel ouders over de relatief ingewikkelde wijze waarop kinderalimentatie tot op heden werd berekend. De nieuwe regels moeten het mogelijk maken om in standaard gevallen op relatief eenvoudige wijze zelf de verschuldigde kinderalimentatie vast te stellen. Ook beogen de nieuwe richtlijnen beter in te spelen op de verschillende manieren waarop gescheiden ouders de zorg en opvoedingstaken (met daarbij behorende kosten) verdelen. Anders dan voorheen komt er –ook als hier niet de financiële voor ruimte voor is- een minimum bijdrage van € 50,- per maand.

Hoewel derhalve het nodige wijzigt, blijft het uitgangspunt dat de hoogte van de kinderalimentatie enerzijds afhangt van hetgeen een kind kost (de behoefte) en anderzijds afhangt van de financiële ruimte die iedere ouder heeft om een aandeel in deze kosten te hebben (de draagkracht).

Hieronder een opsomming van de belangrijkste wijzigen.

Kindgebonden budget

Ook onder de nieuwe regels wordt voor het vaststellen van de kosten (behoefte) van een kind aangesloten bij de hiervoor door het NIBUD ontwikkelde tabellen. Deze tabellen geven aan wat een kind in een bepaalde gezinssamenstelling en bij een bepaald netto gezinsinkomen van de ouders (toen zij nog samen waren) kost. Met ingang van 1 januari 2013 dient op het volgens de NIBUD tabel vastgestelde bedrag aan kosten van het kind nog het kindgebonden budget in mindering te worden gebracht. Het kindgebonden budget is een inkomensafhankelijke bijdrage van de overheid in de kosten voor kinderen. Door deze bijdrage voortaan van de kosten kinderen af te trekken, wordt het aandeel dat de door de ouders in de totale kosten van het kind hebben lager.

Zorgkorting

Voorts wordt voor de onderhoudsplichtige ouder een zorgkorting ingevoerd. Deze komt in plaats van de omgangskosten van € 5 per dag waar nu rekening mee gehouden wordt bij het bepalen van de draagkracht. De zorgkorting is bij een “standaard” omgangsregeling van iedere veertien dagen het weekend en de helft van de vakanties 15% van de kosten van het kind. Hoewel de richtlijnen op dit punt ruimte laten voor interpretatie, lijkt het erop dat de zorgkorting kan oplopen indien er een ruime omgangsregeling is. In co-ouderschapssituaties kan de korting zelfs oplopen tot 35% van de kosten van het kind. Indien er voldoende draagkracht is, mag de onderhoudsplichtige ouder de zorgkorting in mindering brengen op zijn onderhoudsbijdrage.

Draagkrachttabel

De derde verandering is dat er een draagkrachttabel wordt ingevoerd, waaruit eenvoudig de hoogte van de draagkracht van de ouders kan worden afgelezen. Tot voor kort werd uitgegaan van de feitelijke uitgaven van ouders, voortaan is dit een vast percentage van het netto inkomen. Omdat dit in situaties die afwijken van de standaard (dubbele woonlasten, hoge aflossingen op huwelijkse schulden e.d.) tot een onaanvaardbare uitkomst kan leiden, is een “aanvaardbaarheidstoets” ingevoerd, die het in uitzonderingssituaties mogelijk maakt om van de feitelijke uitgaven uit te gaan en zodoende meer maatwerk te leveren.

Ingangsdatum

De nieuwe regels zullen inwerking treden met ingang van 1 april 2013 en gelden voor nieuwe én oude gevallen. Voor oude gevallen geldt dat ze hetzij in onderling overleg, hetzij via een wijzigingsverzoek bij de rechter aangepast moeten worden. Dit gaat dus niet automatisch. Zeker bij de hogere kinderalimentaties en in situaties waarin er een ruime zorgverdelingsregeling bestaat, kan de nieuwe berekeningswijze honderden euro’s per maand per kind verschil maken.

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel, neem dan contact op met één van onze specialisten.