Is de begrenzing van een Natura 2000 gebied onjuist?

Blog

De staatssecretaris van Economische Zaken wijst met zogenoemde aanwijzingsbesluiten Natura 2000-gebieden aan. Zo heeft hij op 11 juni 2014 de Veluwe aangewezen als speciale beschermingszone in de zin van de Habitatrichtlijn. Daarbij heeft de staatssecretaris tevens de eerdere aanwijzing van de Veluwe als speciale beschermingszone in de zin van de Vogelrichtlijn, gewijzigd. Over het aanwijzingsbesluit is door de Afdeling een tussenuitspraak gedaan op 10 februari 2016.

Inhoud aanwijzingsbesluit

In het aanwijzingsbesluit staat welke dieren, planten en of vogels worden beschermd, wat de doelen zijn om het gebied in stand te houden, en ook waar exact de grens ligt van het te beschermen gebied. Daarbij bestaat een zekere beoordelingsruimte, volgens de uitspraak van de Afdeling van 22 april 2015.

Gevolgen aanwijzing

Door het aanwijzingsbesluit moet voor het betreffende gebied een beheerplan worden vastgesteld. In een dergelijk gebied liggen soms percelen die niet in eigendom zijn van de Staat, maar van een privaatrechtelijke rechtspersoon. Door de aanwijzing ontstaat een vergunningplicht op grond van artikel 2.7 Wet natuurbescherming voor het realiseren van projecten of het verrichten van andere handelingen, die de kwaliteit van de natuurlijke habitats of de habitats van soorten in het Natura 2000 kunnen verslechteren of een significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor dat gebied is aangewezen.

De Veluwe

De aanwijzing van een gebied als Habitatrichtlijn gebied en/of Vogelrichtlijngebied mag alleen op basis van ecologische en/of ornithologische criteria. De staatssecretaris mag daarbij geen rekening houden met vereisten op sociaal, economisch of cultureel gebied. Ook wordt geen rekening gehouden met de eventuele negatieve gevolgen van de aanwijzing voor bedrijfsactiviteiten of agrarische activiteiten in of bij het gebied.

Tussenuitspraak

De staatssecretaris heeft van de Afdeling de opdracht gekregen om enkele gebreken in het aanwijzingsbesluit Veluwe te herstellen. Zo moet een nadere motivering worden gegeven voor de begrenzing van het gebied.

Bewijslast

Voor het eerst spreekt de Afdeling uit dat als een belanghebbende zich niet kan vinden in de begrenzing van het gebied, dat dan diegene de bewijslast draagt dat de begrenzing op basis van ecologische en/of ornithologische criteria onjuist is. In de procedure over het aanwijzingsbesluit Biesbosch in 2014 oordeelde de Afdeling dat door de appellante geen redenen van ecologische aard waren aangevoerd. Naast het noemen van ecologische redenen (Habitatrichtlijn gebied) of ornithologische redenen (Vogelrichtlijn gebied) waarom de begrenzing niet juist is, moet ook aannemelijk worden gemaakt dat de begrenzing niet juist is. Vervolgens moet dan de Afdeling in beroep ervan worden overtuigd dat de gekozen begrenzing niet is gebaseerd op die redenen.

Gevolgen

Voor de Vogelrichtlijn gebieden geldt dat die allen al zijn aangewezen. De nog te nemen aanwijzingsbesluiten zullen dan strekken tot aanwijzing van een Habitatrichtlijn gebied. Om de begrenzing van het gebied te bestrijden kunnen alleen ecologische criteria worden aangevoerd én moet aannemelijk worden gemaakt dat die begrenzing onjuist is. Of de Afdeling in de toekomst zal gaan oordelen dat een appellant in de bewijslast is geslaagd, dat moet worden afgewacht.

Heeft u vragen over de aanwijzing van een speciale beschermingszone of over de Wet natuurbescherming, neem dan contact op met één van onze specialisten.