Herziening fosfaatrechten jongvee onrechtmatig
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 16 april 2019 in een drietal uitspraken geoordeeld, dat de overheid in strijd met de wet fosfaatrechten voor jongvee heeft herzien. Welke gevolgen hebben deze uitspraken voor u?
Essentie stelsel van fosfaatrechten
Met ingang van 1 januari 2018 geldt er voor de melkveehouderij een stelsel van fosfaatrechten. Melkveehouders mogen hierdoor op hun bedrijf alleen melkvee houden als zij over voldoende fosfaatrechten beschikken. Eén fosfaatrecht staat gelijk aan één kilogram fosfaatproductie door het melkvee. Indien de fosfaatproductie van het melkvee op het bedrijf over een jaar hoger is dan het aantal fosfaatrechten, dreigt een bestuurlijke boete.
Aantal fosfaatrechten
Begin 2018 hebben alle melkveehouders een beschikking ontvangen van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarin het aantal fosfaatrechten voor hun bedrijf is vastgesteld. Het aantal fosfaatrechten wordt op grond van artikel 23 lid 3 Meststoffenwet (Msw) bepaald op basis van de fosfaatproductie van het aantal stuks melkvee, dat op de peildatum 2 juli 2015 op het bedrijf werd gehouden en in het systeem voor Identificatie & Registratie voor dieren (I&R) stond geregistreerd.
Definitie melkvee
Niet voor alle soorten runderen heeft de landbouwer fosfaatrechten nodig. Alleen voor “melkvee” in de zin van de Meststoffenwet (Msw) zijn fosfaatrechten nodig. Het begrip “melkvee” is in artikel 1, eerste lid, aanhef en onder kk. Msw als volgt gedefinieerd:
- Melk- en kalfkoeien, te weten koeien die tenminste éénmaal hebben gekalfd en die voor de melkproductie of de fokkerij worden gehouden met inbegrip van koeien die drooggezet zijn alsmede koeien die worden vetgemest en in de mesttijd worden gemolken (diercategorie 100);
- Jongvee jonger dan 1 jaar voor de melkveehouderij, en vrouwelijke opfokkalveren voor de vleesveehouderij tot 1 jaar (diercategorie 101);
- Jongvee ouder dan 1 jaar, te weten alle runderen van 1 jaar en ouder inclusief overig vleesvee, maar met uitzondering van roodvleesstieren en fokstieren (diercategorie 102).
Beleidsregel fosfaatrechten jongvee
Op 20 juli 2018 is de Beleidsregel fosfaatrechten jongvee van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in werking getreden (Stcrt. 2018, nr. 38996). Volgens de Minister zou na de invoering van de fosfaatrechten onduidelijkheid zijn ontstaan over de vraag in hoeverre het jongvee binnen de vleesveehouderij onder de definitie van “melkvee” in de Meststoffenwet valt en of hiervoor fosfaatrechten nodig zijn.
In artikel 3 van deze Beleidsregel is bepaald, dat voor de toekenning van fosfaatrechten onder “jongvee ouder dan 1 jaar, te weten alle runderen van 1 jaar en ouder inclusief overig vleesvee, maar met uitzondering van roodvleesstieren en fokstieren” als bedoeld in artikel 1, eerste lid, aanhef en onder kk, sub 3 Msw wordt verstaan: vrouwelijk jongvee voor de melkveehouderij en jongvee van 1 jaar en ouder dat bestemd is om een zoogkoe te worden.
Door deze Beleidsregel zijn niet langer fosfaatrechten nodig voor jongvee dat nooit een kalf krijgt en alleen wordt gehouden voor de vleesproductie.
Herziening fosfaatrechtenbeschikking
De Beleidsregel is echter ingevoerd nadat de fosfaatrechten al waren toegekend aan de melkveehouders. RVO heeft hierdoor namens de Minister aanleiding gezien om in diverse gevallen de toekenning van fosfaatrechten te herzien, omdat ten onrechte jongvee zou zijn meegeteld dat nooit een kalf krijgt en alleen wordt gehouden voor de vleesproductie. Volgens RVO zou dit jongvee volgens de Beleidsregel vallen onder de uitgezonderde roodvleesstieren of fokstieren.
Tegen de herzieningsbeschikking van de Minister staat bezwaar en beroep open. In deze drie uitspraken van het CBb, hebben de landbouwers bezwaar en daarna beroep ingesteld tegen de herziening van hun fosfaatrechten.
Oordeel CBb
Het CBb oordeelt dat de interpretatie die de Minister in de Beleidsregel en in de herzieningsbeschikkingen geeft van het begrip “melkvee” een te vergaande beperking inhoudt van de definitie van “melkvee” in de Meststoffenwet. Volgens artikel 3 van de Beleidsregel valt “jongvee ouder dan 1 jaar” alleen nog onder het begrip “melkvee” voor zover het “vrouwelijk” en “voor de melkveehouderij” is of “bestemd is om zoogkoe te worden”.
Geen beperkte interpretatie
De wet biedt geen ruimte voor deze beperkte interpretatie. De tekst van de Meststoffenwet is volgens het CBb duidelijk: onder jongvee ouder dan 1 jaar vallen alle runderen van 1 jaar of ouder, inclusief overig vleesvee, behalve roodvleesstieren en fokstieren. Uit de wettekst en de totstandkomingsgeschiedenis van de Meststoffenwet valt volgens het CBb niet af te leiden, dat jongvee ouder dan 1 jaar dat niet onder de Beleidsregel valt een voor de fosfaatrechten uitgezonderde roodvleesstier of fokstier zou zijn. De wetgever heeft juist herhaaldelijk bevestigd, dat een deel van het jonge vleesvee, namelijk de dieren in diercategorie 101 en 102, juist wel onder de definitie van “melkvee” valt.
Herziening is onrechtmatig
Volgens het CBb is de herziening van de aanvankelijk toegekende fosfaatrechten onrechtmatig, omdat de Minister in de herzieningsbeschikkingen niet van een juiste definitie van “melkvee” is uitgegaan. In deze drie zaken wordt daarom het beroep van de landbouwers gegrond verklaard, het besluit van de Minister op het bezwaar tegen de herzieningsbeschikking vernietigd en wordt de Minister opgedragen om binnen 6 weken een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraken.
Beleidsregel in strijd met Msw
Het belangrijkste gevolg van deze uitspraken is dat volgens het CBb de Beleidsregel fosfaatrechten jongvee te strenge eisen stelt aan de toekenning van fosfaatrechten voor jongvee ouder dan 1 jaar. De Beleidsregel is daarom in strijd met de Meststoffenwet en kan in deze vorm niet meer door de Minister worden toegepast.
Indien ook uw fosfaatrechten zijn herzien, omdat u jongvee heeft dat nooit een kalf krijgt en alleen wordt gehouden voor de vleesproductie, kunt u nu op grond van deze uitspraken alsnog meer fosfaatrechten claimen voor jongvee ouder dan 1 jaar.
Deze uitspraken hebben hierdoor gevolgen voor lopende procedures waarin de beschikkingen tot toekenning of herziening van de fosfaatrechten nog niet onherroepelijk zijn, en mogelijk ook voor onherroepelijke toekennings- en herzieningsbeschikkingen.
Lopende procedures
Beroep doen op oordeel CBb
Loopt een bezwaar-, beroeps- of hogerberoepsprocedure tegen een besluit tot toekenning of herziening van fosfaatrechten, waarbij de toekenning of herziening is gebaseerd op de Beleidsregel fosfaatrechten jongvee? Dan kan de landbouwer in die procedure een beroep doen op het oordeel van het CBb in deze uitspraken.
Gevolg: nieuw besluit
De Minister kan dan een nieuw besluit nemen, onder intrekking van het onterechte toekennings- of herzieningsbesluit. Dit nieuwe besluit maakt dan onderdeel uit van de lopende procedure, volgens artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht.
Onherroepelijke beschikkingen
Verzoek om herziening
Is de bezwaar-, beroepsprocedure tegen een beschikking tot toekenning of herziening van fosfaatrechten afgerond, of is tegen het besluit geen procedure gevoerd, dan kan een de landbouwer de Minister vragen om terug te komen op de toekennings- of herzieningsbeschikking. In het verzoek moet de landbouwer dan wel nieuwe feiten en omstandigheden stellen. Het gaat om nieuw gebleken feiten, of veranderde omstandigheden of een wijziging van het recht, na het herzieningsbesluit, én die niet voor dat besluit konden worden aangevoerd. Dit worden nova genoemd. Een rechterlijke uitspraak is in beginsel geen nova. Zie daarover de uitspraak van 24 mei 2017, ECLI:NL:CBB:2017:190. In bijzondere gevallen wordt een uitzondering daarop aanvaard. Of de uitspraken van het CBb van 16 april 2019 een uitzondering vormen, dat zal moeten blijken. Wordt het verzoek tot herziening afgewezen, dan kan daartegen bezwaar worden gemaakt. Daarna is beroep en hoger beroep mogelijk.
Heeft u vragen over de toekenning of herziening van fosfaatrechten of heeft u andere vragen over de Meststoffenwet, neemt u dan gerust contact op met een van onze agrarisch recht specialisten.