Kan er een vergunning voor tien jaar voor een asielzoekerscentrum worden verleend?

Blog
Schenkeveld Advocaten - Schenkeveld Ilse van der Poel © Hélène de Bruijn Fotografie–9397

Op 18 augustus jl. heeft de rechtbank Amsterdam een uitspraak gepubliceerd waarin geoordeeld wordt over de vraag of voor een tijdelijke opvang voor asielzoekers mag worden afgeweken van de Provinciale Ruimtelijke Verordening.

Vergunning tijdelijke opvang

Op 23 juli 2017 verleent het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Amsterdam aan het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) een vergunning voor de tijdelijke opvang van 704 asielzoekers in Amsterdam Nieuw-West voor een periode van tien jaar.

Strijd bestemmingsplan

De vergunning ziet toe op het bouwen van een bouwwerk en op het gebruik van gronden en bouwwerk in strijd met het bestemmingsplan. De vergunning wijkt namelijk af van het geldende bestemmingsplan omdat het complex daarin bestemd is als “Sport 2”. In het Besluit omgevingsrecht staat in artikel 4, 11e lid van bijlage II opgenomen dat een ander gebruik van gronden of bouwwerken als bedoeld in onderdelen 1 tot en met 10 in aanmerking komt voor een termijn van ten hoogste tien jaar.

Strijd artikel 24 Provinciale Ruimtelijke Verordening

Verzoekers zijn het niet eens met de vergunning. Zij voeren hiertoe onder meer aan dat sprake is van strijd met artikel 24 van de Provinciale Ruimtelijke Verordening Noord-Holland (PRV). De ruimtelijke onderbouwing zou niet voldoen aan het 6e lid van artikel 24 aangezien verdere verstedelijking in de vorm van bebouwing in bufferzones niet is toegestaan.

Op artikel 24 PRV kan –kort gezegd- een uitzondering worden gemaakt voor bouwen in een bufferzone indien:
a: sprake is van een groot openbaar belang;
b: er geen reële andere mogelijkheden zijn; en
c: de negatieve effecten zoveel mogelijk worden beperkt en de overblijvende effecten worden gecompenseerd.

Bufferzone

Vaststaat dat de projectlocatie binnen de bufferzone is gelegen. Ter zitting heeft het College nog het standpunt ingenomen dat het project bij nader inzien niet binnen de reikwijdte van de PRV valt omdat het maatschappelijke opvang betreft en geen wonen. De voorzieningenrechter stelt dat in een bodemprocedure moet worden nagegaan of het project binnen de werking van de PRV valt. De voorzieningenrechter toetst vooralsnog aan de PRV.

Tijdelijke aard

De voorzieningenrechter is van oordeel dat het belangrijk is dat er sprake is van een tijdelijke aard. Het bestaande sportgebouw blijft in tact en zal de maatschappelijke functie behouden en slechts op twee sportvelden achter het gebouw zullen tijdelijke units worden geplaatst ten behoeve van vreemdelingen. In de tussen en naast de units gelegen gronden zullen grasvelden blijven die als recreatievoorzieningen worden gebruikt. De locatie blijft dan ook openbaar toegankelijk. Daarbij wordt ook gekeken naar de vraag of de tijdelijke units voor de opvang verwijderd kunnen worden inclusief de fundering. Dat is het geval en wordt ook opgenomen in het contract met het COA. Daarna kan het terrein weer als sportveld gebruikt worden.

Mogelijkheden bestemmingsplan

Daarnaast wordt door de voorzieningenrechter beoordeeld hoeveel bebouwing het bestemmingsplan zelf toelaat. Bebouwing op de velden is toegestaan en wel tot een hoogte van 12 meter terwijl de units aanzienlijk lager zijn.

Afwijking artikel 24 Provinciale Ruimtelijke Verordening

De gemeente heeft betoogd dat met het project een groot openbaar belang wordt gediend waardoor afgeweken kan worden van artikel 24 Provinciale Ruimtelijke Verordening. De onderbouwing hiervoor is dat de gemeente Amsterdam zich door middel van een bestuursovereenkomst heeft gecommitteerd aan het creëren van 2000 opvangplekken. In de Houthavens zal in 2019-2020 een AZC komen voor 500 asielzoekers en de huidige locatie aan de Wenckebachweg met 1000 opvangplekken zal eind 2017 worden gesloten. In de tussenliggende periode is het huidige project nodig om de Amsterdamse opvangcapaciteit op peil te houden.

De voorzieningenrechter oordeelt dat ondanks het feit dat het project in een groene bufferzone ligt in redelijkheid tijdelijk van de bestaande bestemming kan worden afgeweken.

Geen reële andere mogelijkheden

Daarnaast is volgens de voorzieningenrechter ook aannemelijk gemaakt dat er geen reële andere mogelijkheden zijn. De voorzieningenrechter oordeelt dat moet worden besloten op de aanvraag zoals die is ingediend. Het bestaan van alternatieven kan dan ook slechts tot het onthouden van medewerking nopen indien op voorhand duidelijk is dat door verwezenlijking van alternatieven een gelijkwaardig resultaat kan worden bereikt met aanmerkelijk minder bezwaren. Verzoekers hebben dit laatste niet aannemelijk gemaakt. Het COA zelf heeft bovendien toegelicht dat er diverse andere mogelijkheden zijn onderzocht op haalbaarheid maar dat die allen zijn afgevallen.

Compenseren negatieve effecten

Voorts is de voorzieningenrechter van oordeel dat het besluit voldoende waarborgen bevat om negatieve effecten te compenseren aangezien de zichtbaarheid van het te realiseren AZC gering is vanaf de woonwijk mede door een hoge heg. Daarnaast hanteert de gemeente een strak beleid om eventuele negatieve gevolgen te voorkomen. Er is bijvoorbeeld een beveiligingsbedrijf 24 uur per dag aanwezig en er worden camera’s ingezet. Ook zijn er afspraken gemaakt met de sterke arm over inzet waarbij de wijkagent intensief is betrokken en ligt het politiebureau op iets meer dan een kilometer afstand. Daarnaast is in het AZC voldoende intensieve persoonlijke begeleiding voor de asielzoekers aanwezig. Er zijn naar het oordeel van de voorzieningenrechter dan ook voldoende waarborgen voor de veiligheid en er is geen enkel objectief aanknopingspunt gevonden om te twijfelen aan het betoog van het College.

Hoofdgroenstructuur

Tot slot is nog betoogd dat de huidige hoofdgroenstructuur van Amsterdam wordt verstoord. De Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur (TAC) heeft ook gesteld dat het project niet inpasbaar is. De gemeenteraad heeft bij besluit van 14 juli 2016 echter gebruik gemaakt van haar bevoegdheid om af te wijken van de hoofdgroenstructuur. Bovendien heeft het College de handreikingen en aandachtspunten die het TAC heeft gegeven om de negatieve effecten te verminderen meegenomen in haar besluitvorming. De gemeente is bevoegd om af te wijken van een advies en in dit geval is dat gedaan waardoor deze grond niet leidt tot toewijzing van het verzoek.

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening

De voorzieningenrechter oordeelt dat het besluit in bezwaar zal standhouden en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af. Het COA kan dus gebruik maken van de verleende omgevingsvergunning. Klik hier voor de uitspraak.