Woningsluiting bij kleine hoeveelheid drugs terecht?

Blog

Schenkeveld Advocaten - cocaine

De politie heeft in een woning een aantal zakjes gevonden, gevuld met kleine hoeveelheden cocaïne (0,5 gram) en heroïne (1,4 gram). De aangetroffen drugs vallen onder lijst I en lijst II van de Opiumwet. Naar aanleiding van de vondst heeft de burgemeester besloten om de woning voor een aantal maanden te sluiten. Op 24 april 2019 heeft de rechtbank zich uitgelaten over de vraag of de vondst van een geringe hoeveelheid harddrugs een sluiting van een woning rechtvaardigt.

Sluiting woning

De burgemeester heeft bij besluit van 5 april 2018 een last onder bestuursdwang opgelegd, waarbij een woning is gesloten voor de duur van zes maanden. In de woning is door de politie namelijk een geringe hoeveelheid harddrugs aangetroffen.

Tegen dit besluit hebben de bewoners van de woning bezwaar gemaakt. De burgemeester heeft bij besluit van 9 augustus 2018 het bezwaar van de bewoners ongegrond verklaard. Tegen het bestreden besluit hebben de bewoners beroep ingesteld bij de rechtbank.

Beroep bewoners

De bewoners voeren aan dat de burgemeester had moeten volstaan met een waarschuwing, omdat zij bereid zijn hulp te accepteren. Bij het opleggen van de last onder bestuursdwang is de burgemeester voorbij gegaan aan het feit dat in kwestie jonge kinderen in de woning wonen. Het sluiten van de woning voor zes maanden zou daarmee een onevenredig zware maatregel zijn.

Burgemeester bevoegd tot handhaven?

Op grond van de Opiumwet was de burgemeester destijds bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang indien in een woning een middel als bedoeld in lijst I of II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt, dan wel daartoe aanwezig is.

De aanwezigheid van meer dan 0,5 gram harddrugs  is in de regel genoeg om aan te nemen dat de drug bestemd is voor de verkoop, aflevering of verstrekking daarvan. De grens van 0,5 gram wordt door het Openbaar Ministerie gehanteerd als criterium voor eigen gebruik. Hoewel het criterium van 0,5 gram harddrugs voor eigen gebruik arbitrair is, wordt door de rechtspraak aangesloten bij deze grens (zie ECLI:NL:RVS:2018:738).

Wanneer 0,5 gram harddrugs of meer in een woning wordt aangetroffen, is het aan de bewoners om aannemelijk te maken dat de aangetroffen harddrugs niet voor verkoop, verstrekking of aflevering aanwezig was, maar voor eigen gebruik.

De aangetroffen drugs overschrijdt het criterium voor eigen gebruik van 0,5 gram, waardoor de burgemeester op grond van de Opiumwet in beginsel bevoegd is om een last onder bestuursdwang op te leggen.

Beleidsregels

De Opiumwet voorziet niet in een verplichting om een last onder bestuursdwang op te leggen in een situatie zoals deze, maar in de mogelijkheid daartoe. Ter invulling van deze bevoegdheid zijn beleidsregels vastgesteld. Hierin wordt het bezit van meer dan 0,5 gram harddrugs aangemerkt als handelsvoorraad. In beginsel wordt na het voor de eerste maal aantreffen van de handelshoeveelheid harddrugs in een woning besloten tot een sluiting.

Oordeel rechtbank

Naar het oordeel van de rechtbank heeft de burgemeester onvoldoende inzichtelijk gemaakt waarom niet kon worden volstaan met een waarschuwing. Daartoe acht de rechtbank allereerst van belang dat de totale hoeveelheid harddrugs de grens voor eigen gebruik slechts in zeer geringe mate overschrijdt. Daarnaast heeft de burgemeester onvoldoende duidelijk gemaakt waarom het in dit geval noodzakelijk was om de woning te sluiten voor de duur van zes maanden.

Omstandigheden van het geval

Hoewel de woning is gelegen in een wijk die is aangewezen als veiligheidsrisicogebied vanwege de problematiek rond drugs en geweld, is de zeer geringe hoeveelheid harddrugs van zeer kleine invloed op de drugscriminaliteit in de wijk. Daar komt bij dat niet is gebleken van enige loop van kopers en/of leveranciers van en naar de woning en evenmin van andere concrete aanwijzingen van drugshandel.  Ook heeft de verhuurder geen meldingen van overlast ontvangen.

Al met al valt volgens de rechtbank niet in te zien waarom bij een zo gering inbreuk op de openbare orde niet had kunnen worden volstaan met een waarschuwing.

Het beroep van de bewoners wordt door de rechter gegrond verklaard, waarna de rechtbank zelf voorziet en de bewoners een bestuurlijke waarschuwing oplegt.

Conclusie

Zelfs als de burgemeester in beginsel handhavend mag optreden, is het van belang om alle omstandigheden van het geval in ogenschouw te nemen en te betrekken bij een handhavingsbesluit. Met name wanneer het gaat om sluiting van een woning zal de burgemeester met terughoudendheid van zijn bevoegdheid gebruik moeten maken, zeker wanneer een zeer geringe hoeveelheid harddrugs wordt aangetroffen. Heeft u nog vragen? Neemt u dan contact op met een van onze specialisten op het gebied van Overheidsrecht