Wijzigingen wetsvoorstel permanente crisis- en herstelwet

Blog

Op 4 januari 2012 is het wetsvoorstel voor de Permanente Crisis- en Herstelwet (Chw) ingediend. Onderstaand zal ik ingaan op de belangrijkste wijzigingen die dit wetsvoorstel tot gevolg zal hebben.

Allereerst is van belang is dat het wetsvoorstel sterk is gewijzigd nadat de Afdeling Advisering van de Raad van State een kritisch advies had gegeven over het voorontwerp voor de Permanente Chw. In het voorontwerp was bijvoorbeeld een voorstel opgenomen om alle Chw-maatregelen in de desbetreffende wetten permanent op te nemen. Dit terwijl het ingediende wetsvoorstel een voortzetting van de reeds bestaande Crisis- en Herstelwet betreft waarin een aantal verbeteringen staat opgenomen. Wel is de geldigheidsduur van de Chw van 1 januari 2014 omgezet naar onbepaalde tijd.

De achtergrond van de wijzigingen is dat er minder lasten moeten zijn, dat een snelle en flexibele en zorgvuldige besluitvorming moet plaatsvinden, en dat de problemen die zijn ontstaan in de praktijk weggenomen moeten worden. Onderstaand worden een aantal aspecten uit de permanente Chw besproken.
Allereerst vindt een aanpassing van de inperking van het beroepsrecht van de decentrale overheden plaats. Door deze aanpassing kan er door decentrale overheden geen beroep ingesteld worden tegen besluiten van de centrale overheid maar wel tegen besluiten van andere overheden.
Ten tweede vervalt in het wetsvoorstel voor de permanente Chw de afzonderlijke tijdelijke afwijkingsmogelijkheid van het bestemmingsplan van 5 jaar, zoals opgenomen in artikel 2.12 lid 2 Wabo. Wel zal de omgevingsvergunning voor een tijdelijke planologische afwijking worden toegevoegd aan de zogenaamde kruimellijst van het Bor (artikel 4 van bijlage II). Als gevolg hiervan zal de termijn voor de tijdelijke afwijkingsmogelijkheid worden verdubbeld van 5 naar 10 jaar. Voor de kruimelgevallen kan dan op grond van artikel 2.12 lid 1 onder a, sub 2 van de Wabo een omgevingsvergunning worden verleend. Op deze procedure is de reguliere voorbereidingsprocedure van de Wabo van toepassing. Dit betekent dat de nieuwe tijdelijke afwijkingsmogelijkheid van 5 naar 10 jaar wordt opgeschroefd en de termijn wordt teruggebracht van 26 naar 8 weken (met een mogelijkheid van 6 weken verlenging). Voor zover het tijdelijke planologische afwijkingen betreft voor een termijn langer dan tien jaar, zal een omgevingsvergunning langs de weg van artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 3 van de Wabo (het voormalige projectbesluit) moeten worden verkregen.

Ten derde dient op grond van artikel 2.31 lid 1 aanhef en onder b van de Wabo de omgevingsvergunning te worden geactualiseerd indien uit onderzoek is gebleken dat de aan de vergunning verbonden voorschriften niet meer toereikend zijn. In dat geval is het bevoegd gezag verplicht om de vergunning ambtshalve aan te passen, tenzij de grondslag van de aanvraag wordt verlaten. Deze koppeling wordt echter verlaten als de permanente Crisis- en Herstelwet wordt ingevoerd. Het bevoegd gezag kan namelijk bij een wijziging van de vergunning, voorzover nodig, aan de omgevingsvergunning voorschriften verbinden die leiden tot toepassing van andere technieken dan de technieken die in de oorspronkelijk vergunningaanvraag waren opgenomen. Hiermee kan dus worden afgeweken van de grondslag van de aanvraag.

Ten aanzien van planschade geldt dat de omgevingsvergunning voor de activiteiten aanleg en slopen en de afwijking van de beheersverordening als zelfstandige planschadeoorzaak worden opgenomen. Bovendien wordt er aan artikel 6.1 Wro een nieuw lid toegevoegd waarin is geregeld dat er eerst duidelijkheid moet zijn over het besluit inzake de flexibiliteitsbepalingen en de vergunning voor het aanleggen en/of slopen voordat de planschade kan worden vastgesteld.

Ten aanzien van de onlosmakelijke samenhang geldt tot slot dat dit begrip door het wetsvoorstel permanente Chw wordt verduidelijkt door een definitie van dit begrip in de Wabo op te nemen en artikel 2.7 Wabo te herformuleren.

Daarnaast vinden er nog diverse andere wijzigingen plaats die ik in deze nieuwsbrief buiten beschouwing laat. Mocht u prijs stellen op een uiteenzetting van de overige (belangrijkste) wijzigingen dan kunt u hierover een e-mail aan mij sturen.