De Impact van de Rendac-uitspraak op Intern Salderen
Belangrijke koerswijziging natuurvergunning
De Rendac-uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 18 december 2024, heeft aanzienlijke gevolgen voor intern salderen. Deze uitspraak heeft het juridische kader gewijzigd en stelt nieuwe voorwaarden aan intern salderen.
Deze uitspraak heeft grote implicaties voor zowel de agrarische sector als ruimtelijke ontwikkelingen, zoals woningbouw en infrastructuur.
Wat is intern salderen?
Bij intern salderen wordt gekeken of een nieuwe activiteit op een bepaalde plek past binnen de stikstofuitstoot die daar al is toegestaan. Dit geldt voor alle gebieden binnen Natura 2000 waar de stikstofuitstoot verandert. Voor de Rendac-uitspraak werd aangenomen dat intern salderen vergunningsvrij was.
De Rendac-uitspraak heeft daar verandering in gebracht.
Belangrijkste wijzigingen door de Rendac-uitspraak
1. Vergunningplicht voor intern salderen
Volgens de Afdeling is voor intern salderen onder de Omgevingswet en ook voorheen onder de Wet natuurbescherming een natuurvergunning nodig. Dit betekent dat bedrijven en projectontwikkelaars bij wijzigingen of uitbreidingen alsnog een vergunning moeten aanvragen en mogelijk een passende beoordeling moeten laten uitvoeren.
2. Beperking van latente ruimte
De uitspraak beperkt het gebruik van latente stikstofruimte. Dit betekent dat bedrijven niet langer stikstofruimte kunnen inzetten die eerder was vergund, maar nooit feitelijk is gebruikt. Dit kan bijvoorbeeld gelden voor veehouderijen die in het verleden een vergunning hebben gekregen voor een groter aantal dieren, dan dat er daadwerkelijk werd gehouden.
3. Toetsing aan het additionaliteitsvereiste
De uitspraak stelt dat intern salderen als een mitigerende maatregel moet worden beschouwd. Dit betekent dat bij intern salderen moet worden aangetoond dat de maatregel een daadwerkelijke bijdrage levert aan stikstofreductie en dat deze reductie niet al nodig is voor andere natuurbeschermingsdoelstellingen.
4. Nieuw toetsingskader
Voor bedrijven geldt dat activiteiten die op of na 1 januari 2020 fysiek zijn gestart en waarvoor eerder geen natuurvergunning nodig was, alsnog vergunningplichtig zijn, als de activiteit na deze uitspaak nog in uitvoering is of nog wordt geëxploiteerd en significante gevolgen daarvan niet op grond van objectieve gegevens op voorhand zijn uitgesloten.
5. Handelen zonder vergunning
Het verrichten van een activiteit zonder benodigde natuurvergunning is in strijd is met artikel 5.1, eerste lid, onder e, van de Omgevingswet. Tegen het voortzetten van een activiteit zonder vergunning kan handhavend worden opgetreden.
5. Overgangsperiode
Voor de activiteiten die in de afgelopen 5 jaar zijn uitgevoerd wirdt een overgangstermijn van vijf jaar gegeven tot 1 januari 2030. Tot die tijd kan niet gehandhaafd worden tegen het ontbreken van een natuurvergunning voor de activiteit. Deze termijn is ingegeven vanuit de rechtszekerheid. Bedrijven hebben daardoor de tijd om voor deze activiteiten aslnog een vergunning aan te vragen, of om de activiteiten zodanig aan te passen dat geen natuurvergunning is vereist.
6. Verband met de Amercentrale-uitspraak
De Amercentrale-uitspraak is op dezelfde dag gewezen en behandelt dezelfde materie. De Amercentrale-uitspraak bevestigt de nieuwe koers die met de Rendac-uitspraak is ingezet, maar verwijst grotendeels naar deze laatste als leidraad voor het herziene juridische kader.
7. Praktische gevolgen voor bedrijven en overheden
Bedrijven in de agrarische sector, industrie en infrastructuur moeten bij wijzigingen in hun bedrijfsvoering rekening houden met de aangescherpte vergunningplicht en de beperkingen van latente stikstofruimte.
Overheden, zoals provincies en gemeenten, moeten het beleid en de vergunningverlening aanpassen. Dit zal onder andere gevolgen hebben voor nieuwe ontwikkelingen.
Woningbouwprojecten op voormalige agrarische percelen kunnen vertraging oplopen, als niet wordt voldaan aan het additionaliteitsvereiste.
8. Uitspraken na de Rendac-uitspraak
Na de Rendac-uitspraak zijn tot nu toe slechts enkele uitspraken gepubliceerd, waarin de Rendac-uitspraak is aangehaald.
De rechtbank Den-Haag heeft op 24 december 2024 aanleiding gezien om een tussenuitspraak te doen in de beroepsprocedures over de natuurvergunning van Royal Schiphol Group N.V. Partijen mogen daarin zich uitlaten over de Rendac-uitspraak, en de betekenis daarvan voor die beroepsprocedures.
Ook de rechtbank Noord-Nederland heeft in een beroepsprocedure over een monovergister op 5 februari 2025 gewezen op de Rendac-uitspraak. Omdat ook in dat beroep de gevolgen voor Natura 2000-gebieden zijn beoordeeld op basis van intern salderen, is het beroep gegrond en zal opnieuw op het bezwaar moeten worden beslist.
9. Conclusie
De Rendac-uitspraak markeert opnieuw belangrijke koerswijziging in het Nederlandse stikstofbeleid.
Bent u een ondernemer, projectontwikkelaar of agrarisch ondernemer, en wilt u weten wat deze uitspraak voor uw project betekent? Neem dan contact op met een van onze gespecialiseerde advocaten omgevingsrecht. Wij kunnen u adviseren over de gevolgen van deze uitspraak.
Meer weten? Lees de volledige Rendac-uitspraak van de Raad van State.