Wanprestatie bouwer silopark onrechtmatige daad jegens huurder?

Blog

Kan een huurder van een silo die gedurende de huurperiode instort de bouwer van de silo aansprakelijk stellen op grond van onrechtmatige daad? Een recent gepubliceerde uitspraak van de rechtbank Overijssel biedt duidelijkheid.

De feiten

In het voorliggende geval heeft Triferto B.V. (hierna: “Triferto”), een bedrijf dat zich bezighoudt met import, export en opslag van kunstmeststoffen met de verhuurder een huurovereenkomst gesloten voor de huur van drie silo’s. Deze silo’s zijn in opdracht van de verhuurder gebouwd door aannemer B. (hierna: “B”). Op 18 december 2009 wordt een lading urean gelost vanuit een schip in silo 3. Urean is een vloeibare meststof. Tijdens het lossen bezwijkt Silo 3 en stort in elkaar. Ook andere silo’s raken beschadigd en daardoor komt urean in het milieu terecht. De verzekeraars van Triferto keren in totaal een bedrag van € 615.528,86 uit aan Triferto. Uit de verschillende schaderapportages die zijn opgesteld blijkt dat de oorzaak van het instorten van silo 3 waarschijnlijk ligt aan een foutieve constructie van de silo’s door de aannemer.

Procedure verzekeraars – B

De verzekeraars starten een gerechtelijke procedure tegen B en een onderaannemer. Daarin vorderen zij veroordeling van B en die onderaannemer tot vergoeding van de door de verzekeraars aan Triferto uitgekeerde schade. De verzekeraars stellen onder meer dat de onjuiste constructie van de silo’s wanprestatie oplevert aan de zijde van B en de onderaannemer tegenover de verhuurder en dat zij tekort zijn geschoten in hun verplichtingen om de silo’s deugdelijk op te leveren aan de verhuurder. Volgens de verzekeraars levert dit tegenover Triferto als huurder van de silo’s een onrechtmatige daad op ex artikel 6:162 lid 2 BW wegens een doen of een nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijke verkeer betaamt.

Juridisch kader

Als je wanprestatie pleegt, dan handel je daardoor in de regel niet onrechtmatig ten opzichte van een derde die daardoor schade lijdt. De schuldenaar (B en onderaannemer) is alleen tegenover zijn wederpartij (verhuurder) aansprakelijk. Uit vaste jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat wanprestatie van een contractspartij onder omstandigheden tevens onrechtmatig handelen jegens een derde kan opleveren. Indien de belangen van een derde zo nauw zijn betrokken bij de behoorlijke uitvoering van de overeenkomst dat hij schade of een ander nadeel kan lijden als een contractant in die uitvoering tekort schiet, kunnen de normen van hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijke verkeer betaamt, meebrengen dat die contractant deze belangen dient te ontzien door zijn gedrag mede door die belangen te laten bepalen.

Bij de beantwoording van de vraag of een dergelijke situatie zich voordoet zal de rechter de ter zake dienende omstandigheden van het geval in zijn beoordeling dienen te betrekken, waaronder:

  • de hoedanigheid van alle betrokken partijen;
  • de aard en strekking van de desbetreffende overeenkomst;
  • de wijze waarop de belangen van de derde zijn betrokken;
  • de vraag of deze betrokkenheid voor de contractant kenbaar was;
  • de vraag of de derde er op mocht vertrouwen dat zijn belangen zouden worden ontzien;
  • de vraag in hoeverre het voor de contractant bezwaarlijk was met de belangen van de derde rekening te houden;
  • de aard en omvang van het nadeel dat voor de derde dreigt en de vraag of van hem kon worden gevergd dat hij zich daartegen had ingedekt;
  • alsmede de redelijkheid van een eventueel aan de derde aangeboden schadeloosstelling.

De uitspraak

In dit specifieke geval komt de rechtbank tot het oordeel dat Triferto niet een dusdanig nauw betrokken belang heeft bij de, tussen verhuurder en B gesloten, aannemingsovereenkomst voor de silo’s dat de wanprestatie jegens verhuurder tevens een onrechtmatige daad jegens Triferto oplevert. De verzekeraars hebben dit onvoldoende onderbouwd.

De verzekeraars hebben enkel gesteld dat als een ander dan Triferto de silo’s zou hebben gehuurd, B en de onderaannemer eveneens aansprakelijk zouden zijn. Daarnaast stellen de verzekeraars dat B en de onderaannemer als professionele partijen hadden kunnen weten dat de verhuurder de silo’s zou verhuren, waardoor niet relevant zou zijn wie de gebruiker zou zijn. De rechtbank gaat hier niet in mee. Zij oordeelt dat dit niet kan gelden als een bijzondere omstandigheid die tot de conclusie leidt dat de belangen van Triferto nauw betrokken waren bij de overeenkomst. Het enkele feit dat Triferto belang had bij een correcte uitvoering van de overeenkomst, is onvoldoende om te worden aangemerkt als “bijzondere omstandigheid” dat de belangen van Triferto nauw betrokken waren bij de tussen verhuurder en B gesloten overeenkomst. De vorderingen van de verzekeraars worden dan ook afgewezen omdat geen onrechtmatige daad ten opzichte van Triferto is gepleegd.

Conclusie

De huurder die wordt geconfronteerd met een wanpresterende contractant van zijn verhuurder, heeft een flinke horde te nemen voordat hij met succes die contractant  aansprakelijk kan stellen voor de door hem geleden schade. De hierboven besproken uitspraak toont aan dat de schadelijdende derde bijzondere omstandigheden moet stellen en moet onderbouwen waaruit blijkt dat zijn belangen nauw betrokken zijn bij de overeenkomst. Het enkele feit dat de derde belang heeft had bij een correcte uitvoering van de overeenkomst, is onvoldoende.

Klik hier voor de uitspraak.

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel, neem dan contact op met één van onze specialisten.