Voorkom de schijn van volmachtverlening
Op deze vraag heeft het Hof Den Haag op 9 februari 2016 antwoord gegeven.
Verkeerd herstel
De aannemer heeft de vloerverwarming en de vloertegels laten installeren door zijn onderaannemer tegelzetter X. De klant is na de oplevering niet tevreden omdat X de tegelvloer niet in het gewenste patroon heeft neergelegd. X wordt door de klant gevraagd om dat te herstellen. X gaat over tot het gevraagde herstel maar rekent daarvoor € 1.150,-. Ook na het herstel blijft de klant ontevreden. De tegels liggen niet goed omdat sommige tegels uitsteken. Nu klaagt de klant bij de aannemer. De aannemer schakelt vervolgens tegelzetter Y in. Ook over Y is de klant niet tevreden. De klant klaagt ook over het werk van tegelzetter Y. Tegelzetter Y voert herstelwerkzaamheden uit. De klant blijft ontevreden en dagvaardt de aannemer.
De procedure in eerste aanleg
Tussen partijen is in geschil of de vloer juist is aangelegd. De klant meent van niet en verwijst daarvoor naar twee rapportages van twee verschillende deskundigen. De klant vordert ontbinding van de overeenkomst, een bedrag van € 4.700,- uit hoofde van de overeenkomst met de aannemer en daarnaast € 1.150,-, het bedrag dat de klant heeft betaald aan X. Voorts vordert de klant nog aanvullende schadevergoeding. De klant krijgt in eerste aanleg gelijk. De aannemer stelt hoger beroep in.
Uitgaan van deskundigenrapporten
In hoger beroep stelt de aannemer dat niet van de deskundigenrapportages kan worden uitgegaan. Uit de rapportages volgt dat de vloeren niet conform de eisen voor goed en deugdelijk werk voor tegelvloeren zijn aangelegd. De aannemer meent dat de rapportages niet door onpartijdige deskundigen zijn opgesteld omdat de deskundigen zijn ingeschakeld door de klant. Het Hof passeert dit verweer. De enkele stelling dat de rapportages zijn opgesteld door deskundigen die ingeschakeld zijn door de andere partij, is onvoldoende. De aannemer zou moeten aantonen waarom de bevindingen van de deskundigen onjuist zijn en moeten motiveren dat de werkzaamheden wel juist zijn uitgevoerd.
Tekortkoming (ook toerekenbaar?)
Vast komt te staan dat de aannemer tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. De vloer is niet deugdelijk gelegd. Dan volgt de vraag of de tekortkoming ook aan de aannemer kan worden toegerekend. Ook dat blijkt het geval. De aannemer probeert zich te verweren met de stelling dat de gebreken zijn veroorzaakt door toedoen van de klant. Dit mag de aannemer niet baten. De aannemer heeft namelijk niet gemotiveerd of aangetoond dat de vastgestelde gebreken zouden kunnen zijn veroorzaakt door de klant. De tekortkoming wordt dan ook toegerekend aan de aannemer.
Ontbinding
Vanwege de ontbinding laat het Hof zich uit over de vraag of de prestaties ongedaan kunnen worden gemaakt en zo nee, of dan een waardevergoeding op zijn plaats is. Het Hof is van oordeel dat het geleverde werk van de (onder)aannemer niet of bezwaarlijk ongedaan kan worden gemaakt. De waarde van dat werk is in eerste aanleg op nihil gesteld. De aannemer heeft dat in hoger beroep opvallend genoeg niet betwist. Ook het Hof gaat hier daarom van uit. De aannemer krijgt dus geen vergoeding voor het geleverde werk ex artikel 6:272 lid 1 BW. Ten aanzien van de klant oordeelt het Hof dat zijn prestatie wel ongedaan kan worden gemaakt. De aannemer moet dus de koop-aanneemsom van € 4.700,- terugbetalen.
Ook aanspraak op extra betaalde bedrag?
De vraag die zich dan voordoet is of de klant ook aanspraak kan maken op terugbetaling van het bedrag van € 1.150,-. Tegelzetter X heeft namelijk de verkeerd gelegde tegels alleen willen herstellen als de klant € 1.150,- zou betalen. De aannemer meent daarom dat dit een aparte overeenkomst betreft tussen de klant en tegelzetter X.
Gerechtvaardigd vertrouwen
Het Hof oordeelt dat de klant gerechtvaardigd heeft mogen vertrouwen op de schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid van tegelzetter X en dat komt voor risico voor de aannemer. Tegelzetter X had het bedrag van € 1.150,- namelijk op de achterkant van de orderbevestiging van de aannemer bijgeschreven. De klant heeft toen het bedrag, de aanneemsom en de herstelkosten in totaal € 5.850,- in één keer aan tegelzetter X betaald. Dat alles in één keer is betaald heeft de klant ook per e-mail bevestigd aan de aannemer. De klant mag daarom ervan uit gaan dat tegelzetter X als hulppersoon van de aannemer is aan te merken. De aannemer is daardoor gebonden aan de door de tegelzetter X met de klant gesloten overeenkomst over het herstel van de gebreken. Dit betekent dat de aannemer ook die herstelkosten aan de klant moet vergoeden. De klant krijgt alle kosten vergoed en de aannemer het geleverde werk niet vergoed.
Conclusie
In beginsel geldt dat als geen sprake is van volmacht, dan wel een andere rechtsverhouding, een tussenpersoon geen overeenkomsten kan sluiten waar de ‘achterman’ aan gebonden is. Bij aanneming van werk is het opletten geblazen. In dat geval kan namelijk snel de indruk worden gewekt dat er sprake is van schijn van volmachtverlening. Dan komt er dus wél een rechtshandeling tot stand tussen de ‘achterman’ en de derde. In dit geval is de aannemer gebonden aan de overeenkomst die door tegelzetter X, zijn onderaannemer, is gesloten met de klant. Gelet op het feit dat het Hof heeft geoordeeld dat de overeenkomst terecht is ontbonden, moet de aannemer óók het extra betaalde bedrag van € 1.150,- aan de klant vergoeden.
Heeft u vragen over aanneming van werk, neem dan contact op met één van onze specialisten.