Schadevergoeding voor gemeente na Wob-misbruik

Blog

Heeft een gemeente recht op schadevergoeding als sprake is van misbruik van recht in het kader van een Wob-verzoek? De rechtbank Den Haag vindt van wel.

De Wob

De Wet openbaarheid van bestuur (hierna: “Wob”) regelt het recht op informatie van de overheid. Eenieder kan een verzoek om informatie neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid richten aan een bestuursorgaan of een onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkende instelling, dienst of bedrijf. De beslistermijn op een Wob-verzoek is slechts vier weken (met eventueel verlenging voor nog eens vier weken). Wanneer om milieu-informatie wordt gevraagd is de termijn slechts twee weken indien het bestuursorgaan voornemens is de milieu-informatie te verstrekken terwijl naar verwachting een belanghebbende daar bezwaar tegen heeft. Het bestuursorgaan verbeurt, nadat de indiener van het Wob-verzoek het bestuursorgaan schriftelijk in gebreke heeft gesteld, een dwangsom indien niet tijdig op het verzoek wordt beslist.

Misbruik Wob

In de afgelopen jaren is een aantal keer naar voren gekomen dat op grond van de Wob verzoeken worden ingediend die niet gericht zijn op het verkrijgen van informatie, maar op het innen van dwangsommen als niet tijdig op het verzoek wordt beslist. Dit wordt als misbruik van de Wob gezien. De rechtbank Den Haag heeft recentelijk uitspraak gedaan in twee vrijwel identieke zaken waarin de gemeente via een civielrechtelijke route schadevergoeding heeft gevorderd van twee Wob-verzoekers.

Besluit tot afwijzing Wob-verzoeken

Bij besluit van 1 april 2014 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden (hierna: “het college”) een viertal verzoeken om toezending van informatie van gedaagde van respectievelijk 14 februari, 21 februari, 28 februari en 7 maart 2014 aangemerkt als een vorm van misbruik van de Wob en de verzoeken op die grond afgewezen (het besluit van 1 april 2014).

Onrechtmatige daad verzoeker

In datzelfde besluit heeft de gemeente gedaagde aansprakelijk gesteld op grond van onrechtmatige daad en gedaagde aangeschreven tot vergoeding van schade ter hoogte van € 350,–. In de tussentijd heeft gedaagde het college een viertal ingebrekestellingen gestuurd omdat hij vindt dat het college niet tijdig een besluit heeft genomen op de vier verzoeken om informatie. Het college heeft deze ingebrekestellingen niet-ontvankelijk verklaard en verwezen naar het besluit van 1 april waarin zij oordeelde dat er sprake was van misbruik van recht.

Verzoek om informatie salaris ambtenaren

Gedaagde gaat in de tussentijd gewoon door met het doen van verzoeken om informatie op grond van de Wob. Zo heeft hij op 11 april 2014 een verzoek om toezending van informatie gestuurd met het kenmerk ‘ambtenaren’. In het verzoek staat een grote hoeveelheid informatie over wat onder een ambtenaar wordt verstaan. Halverwege de tweede pagina vraagt gedaagde om openbaarmaking van de salarissen van ambtenaren en vervolgt hij zijn brief met het geven van nog meer informatie over ambtenaren.

Verzoek om een besluit

Op 10 mei 2014 heeft gedaagde de gemeente een brief gestuurd met het kenmerk ‘ambtenaren’ waarbij onderaan de eerste pagina, te midden van de overige tekst, stond geschreven dat:

“Op 11 april van dit jaar heb ik een brief gestuurd. De beslistermijn daarvan is verstreken. Ik wens binnen 14 dagen een besluit.”

Besluit 20 mei 2014

Het college heeft op 20 mei 2014 gereageerd op het verzoek om informatie van 11 april 2014 en medegedeeld dat het college geen besluit in de zin van de Wob zal nemen maar dat de betreffende informatie gevonden kan worden op de website van de gemeente waarop de gevraagde informatie al openbaar is gemaakt. Daarnaast heeft het college aan gedaagde geschreven dat zij de wijze waarop hij zijn verzoek om informatie indient beschouwt als een vorm van misbruik van de Wob.

Bezwaren niet-ontvankelijk

Gedaagde heeft bezwaar gemaakt tegen de besluiten. Het college heeft vervolgens de bezwaren tegen de besluiten niet-ontvankelijk verklaard en in stand gelaten. Gedaagde heeft vervolgens geen beroep ingesteld.

Onrechtmatig handelen

De gemeente voert aan dat gedaagde met zijn verzoeken om informatie en zijn ingebrekestellingen misbruik maakt van de Wob dan wel van de Awb en dus onrechtmatig handelt jegens de gemeente. De gemeente licht toe dat gedaagde in de aanhef van zijn verzoeken niet duidelijk maakt dat het om Wob-verzoeken gaat. De verzoeken worden te midden van een grote hoeveelheid tekst van informatieve aard gedaan. Ook de ingebrekestellingen heeft gedaagde op zeer verhullende wijze te midden van een grote hoeveelheid tekst opgenomen. Gedaagde heeft dus als het ware zijn verzoeken “verstopt”.

Wob-verzoeken zijn gericht op innen dwangsommen

De gemeente stelt dat het misbruik daarin zit dat gedaagde met zijn verzoeken niet beoogt dat de gevraagde informatie openbaar wordt gemaakt, maar dat hij beoogt dwangsommen van de gemeente te incasseren op grond van artikel 4:17 Awb en een eventuele proceskostenvergoeding. Hierdoor heeft de gemeente schade geleden die bestaat uit het aantal uren dat ambtenaren onnodig hebben besteed aan het herkennen en verwerken van de verzoeken om informatie en ingebrekestellingen van gedaagde.

Verklaring voor recht onrechtmatig handelen

De gemeente vordert een verklaring voor recht dat gedaagde onrechtmatig jegens de gemeente heeft gehandeld met de indiening van zijn verzoeken om informatie en de ingebrekestellingen. Ook vordert de gemeente dat het gedaagde wordt verboden om meer dan twee Wob-verzoeken per kalendermaand bij de gemeente in te dienen en te gebieden om bij het doen van een Wob-verzoek in de aanhef te vermelden dat het een Wob-verzoek betreft, zulks op straffe van een dwangsom. Daarnaast vordert de gemeente dat gedaagde wordt veroordeeld tot het vergoeden van de door de gemeente geleden schade.

Besluiten onherroepelijk dus geen verklaring voor recht

De gemeente heeft in haar besluiten steeds overwogen dat gedaagde met de Wob-verzoeken en de ingebrekestellingen misbruik van recht heeft gemaakt. Gedaagde heeft de mogelijkheid om de besluiten aan de bestuursrechter vast te leggen niet benut, zodat deze besluiten onherroepelijk zijn geworden. Op grond daarvan komt de rechtbank tot het oordeel dat de gemeente geen belang meer heeft bij de gevorderde verklaring voor recht omdat het reeds vaststaat dat gedaagde met de Wob-verzoeken en ingebrekestellingen misbruik van recht heeft gemaakt.

Algemeen belang van openbaarheid prevaleert

Het gevorderde verbod op het meer dan twee Wob-verzoeken per kalendermaand te doen wordt afgewezen. De rechtbank maakt een belangenafweging en overweegt dat een verbod niet verder mag reiken dan uit oogpunt van doelmatigheid, en rekening houdend met de betrokken belangen, geboden is. In dit kader komt de rechtbank tot het oordeel dat er een algemeen belang van openbaarheid van informatie bestaat en gezien het feit dat gedaagde na de periode februari 2014 tot juli 2014 geen verzoeken of ingebrekestelling meer heeft ingediend, wijst zij het gevorderde verbod af.

Gebod om te vermelden dat het een Wob-verzoek betreft

Het gevorderde gebod om in de aanhef van een Wob-verzoek te vermelden dat het een Wob-verzoek betreft, wordt toegewezen. Toewijzing van dit gebod komt naar het oordeel van de rechtbank niet in strijd met het uitgangspunt dat Wob-verzoeken vormvrij zijn. De rechtbank verwacht dat toewijzing van het gebod op straffe van een dwangsom misbruik van recht door gedaagde zal doen tegengaan.

Schadevergoeding

De gevorderde schadevergoeding van € 350,– voor werkzaamheden van ambtenaren voor het besluit van 1 april 2014 wordt toegewezen. Voldoende aannemelijk is dat het gevorderde schadebedrag de daadwerkelijke kosten voor de werkzaamheden van de ambtenaren niet overschrijdt. De gemeente had een hoger bedrag gevorderd dat zag op werkzaamheden die ambtenaren hebben moeten maken na 1 april 2014. De rechtbank komt echter tot het oordeel dat de werkzaamheden die betrekking hebben op de Wob-verzoeken na 1 april 2014 een beperkte inhoud hebben gehad aangezien deze besluiten voortborduren op de werkzaamheden die de gemeente reeds in het kader van het besluit van 1 april 2014 heeft moeten verrichten.

Conclusie

Volgens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zijn momenteel geen andere vergelijkbare zaken waarin de civiele rechter een gemeentelijke claim voor gemaakte arbeidskosten in het kader van de Wob honoreert. De hier bovengenoemde uitspraak is een grote opsteker voor gemeenten.

Afschaffen dwangsom

Als het aan minister Plasterk van binnenlandse zaken ligt, is het überhaupt de vraag of de Wob in de toekomst nog als middel kan worden gebruikt om dwangsommen te incasseren. Begin december 2014 heeft hij een wetsontwerp bij de Tweede Kamer ingediend welke zal moeten leiden tot het afschaffen van een dwangsom bij misbruik van de Wob. De Tweede Kamer heeft een besluit daarover echter uitgesteld en wacht eerst de behandeling van het door GroenLinks en D66 ingediende initiatief voorstel Wet open overheid af. De Wet open overheid zou dan in plaats van de Wob moeten komen waarbij tevens ook de dwangsom zou worden afgeschaft.

Klik hier voor de uitspraak.

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel, neem dan contact op met één van onze specialisten.