Last onder dwangsom voor het handelen van drugs vanuit voertuig
Op 22 april 2020 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) een uitspraak gewezen, waarin een last onder dwangsom is opgelegd vanwege het handelen van drugs vanuit een voertuig. Een interessante uitspraak vanwege perikelen over onder andere de gebruikershoeveelheid en bevoegdheidsgebrek.
Varianten handelen drugs
Anders dan de gebruikelijke sluiting van een woning door het aantreffen (c.q. handelen vanuit de woning) van drugs, komt het ook veelvuldig voor dat iemand handelt in drugs vanuit een voertuig. Denk aan het leveren van bestelde drugs aan huis of aan bezoekers van (grote) evenementen. Bij de sluiting van een woning maakt een burgemeester gebruik van zijn bevoegdheid daartoe op grond van het gehanteerde Damoclesbeleid gebaseerd op artikel 13b van de Opiumwet. Het gaat hier veelal om bestuursdwang.
Bij het handelen van drugs vanuit een voertuig ligt dit anders. Immers, bestuursrechtelijk een voertuig sluiten is niet mogelijk. De Algemene plaatselijke verordening (Apv) biedt daarvoor dan ook mogelijkheden, zoals het opleggen van een last onder dwangsom in verband met het overtreden van een bepaling uit de Apv.
Casus in kwestie
Bij besluit van 16 oktober 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders een persoon – onder oplegging van een dwangsom (€ 5.000,- per overtreding) – gelast om niet binnen de gemeente Ermelo op of aan de weg post te vatten of zich daar heen en weer te bewegen zich op of aan wegen in of op een voertuig te bevinden of daarmee heen en weer of rond te rijden, met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarbij te bemiddelen (lees: artikel 2:74 lid 1 van de Apv).
Redengevend daarvoor is een op ambtseed opgemaakt proces-verbaal van de politie waarin staat vermeld dat politieambtenaren hebben waargenomen dat hij bij het evenement ‘Braderie van Ermelo’ envelopjes aan bezoekers van dit evenement overhandigde, zoals cocaïne en 1,2 milliliter GHB.
Tegen het besluit is door appellant bezwaar gemaakt.
Bezwaar en beroep
De burgemeester heeft het bezwaar van appellant ongegrond verklaard. Daartegen heeft hij beroep ingesteld. De rechtbank heeft het beroep van appellant gegrond verklaard, het besluit vernietigd en bepaald dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten worden. Hiertegen heeft appellant hoger beroep ingesteld bij de Afdeling.
Hoger beroep
In hoger beroep heeft appellant een aantal beroepsgronden aangevoerd. Vooropgesteld meent hij dat er een bevoegdheidsgebrek is ten aanzien van de last onder dwangsom. Immers, het college heeft de last onder dwangsom opgelegd terwijl de burgemeester het bevoegde orgaan is (belast met de openbare orde en veiligheid). Daarnaast zouden de politierapporten niet juist zijn en zouden deze tevens niet zijn ondertekend. Voorts zou de jurisprudentie over de gebruikershoeveelheid (eigen gebruik en daarboven) niet toepasbaar zijn op zijn zaak. Bovendien zou de rechtbank gesproken hebben over handel in drugs op ‘openbare plaatsen’, terwijl de last spreekt over handel ‘op of aan de weg’. Tot slot wordt nog verweer gevoerd tegen de hoogte van de dwangsom.
Bevoegdheidsgebrek?
De Afdeling meent dat er geen bevoegdheidsgebrek meer kleeft aan het primaire besluit waarin aanvankelijk is besloten om aan appellant een last onder dwangsom op te leggen. Hoewel het college in eerste instantie niet het bevoegde orgaan is tot de oplegging daarvan, heeft de burgemeester de beslissing op bezwaar (c.q. het heroverwegingsbesluit) genomen en ondertekend. Dat betekent dat het bevoegdheidsgebrek is hersteld, aldus de Afdeling. Bekrachtiging achteraf is daarvoor niet nodig.
Juistheid informatie?
Ten aanzien van alle op ambtseed proces-verbalen geldt dat een bestuursorgaan in beginsel mag afgaan op de juistheid van de bevindingen zoals daarin staan weergegeven. Als de bevindingen worden betwist, dan zal moeten worden onderzocht of dat terecht is of niet. De Afdeling ziet echter geen aanleiding om te twijfelen aan de proces-verbalen waarop het primaire besluit rust en gaat dus uit van de juistheid van de bevindingen als vermeld in de proces-verbalen.
Gebruikershoeveelheid?
Bij het sluiten van woningen geldt dat er sprake moet zijn van een handelshoeveelheid drugs. Dat is volgens vaste rechtspraak meer dan 0,5 gram harddrugs of 5 gram softdrugs. Bezit van drugs onder deze hoeveelheid wordt geacht voor eigen gebruik te zijn (lees: een gebruikershoeveelheid). De Afdeling meent dat deze rechtspraak zich niet leent voor de onderhavige zaak. Daarvoor is van belang dat de Apv zo is geformuleerd dat de aanwezigheid van drugs geen voorwaarde is. Immers, het enkele ‘postvatten met de kennelijke bedoeling’ is voldoende om in strijd te handelen met artikel 2:74 lid 1 van de Apv. Daarvoor is het aanwezig zijn van drugs verder niet vereist.
Weg of openbare plaats?
Over dit standpunt van appellant is de Afdeling vrij kort aangezien de Apv zo is opgesteld dat onder ‘openbare plaats’ ook ‘weg’ wordt verstaan.
Evenredige last of punitieve sanctie?
Een last onder dwangsom kwalificeert als een herstelsanctie. Als iemand na een last niet opnieuw een overtreding begaat, zal hij geen dwangsom verbeuren. Het doel is dan ook om herhaling te voorkomen en een last onder dwangsom wordt daarom niet gezien als punitieve sanctie. Daarbij komt dat het strafrecht niet aan de weg staat om ook bestuursrechtelijk op te treden. Tot slot oordeelt de Afdeling dat € 5.000 per overtreding met een maximum van € 20.000,- in redelijke verhouding staat tot het ermee te dienen doel, te weten het bestrijden van drugscriminaliteit en het brengen van maatschappelijke rust in de omgeving.
Conclusie
De mogelijkheid om via het bestuursrecht drugscriminaliteit te bestrijden kan niet alleen via het Damoclesbeleid en de Opiumwet, maar ook via de Apv in samenhang met de Opiumwet. Anders dan de gebruikelijke drugsvondsten in woningen, zoals bijvoorbeeld hennepkwekerijen, wordt de openbare orde en veiligheid ook aangetast door dealers die veelvuldig drugs handelen vanuit voertuigen. Een last onder dwangsom kan hiervoor uitkomst bieden. Het is dan ook raadzaam om een en ander concreet te regelen in de Apv.
Het is wel van belang om de Apv zo te formuleren dat zo min mogelijk discussie kan ontstaan over bijvoorbeeld het wel of niet aanwezig zijn van drugs of dat de aangetroffen hoeveelheid drugs enkel een gebruikershoeveelheid betrof. Mogelijk voorkomt u hiermee ook bewijsproblemen of ingewikkelde formuleringen van een last, omdat de Apv te veel criteria vermeld.
Tot slot geldt dat de burgemeester het bevoegde orgaan is ten aanzien van de openbare orde en veiligheid. Mocht een onbevoegd orgaan het primaire besluit per abuis hebben genomen, zorg er dan voor dat de beslissing op bezwaar door het bevoegde orgaan is genomen en is ondertekend.
Indien u vragen heeft kunt u contact opnemen met onze specialisten.