Is de gemeente aansprakelijk voor het in rook opgaan van een afgevoerde woonwagen? 

Blog

De gemeente Venlo heeft een woonwagen die na een ontruiming aan de kant van de weg zou worden gezet, afgevoerd en laten opslaan. Op het opslagterrein wordt de woonwagen echter in brand gestoken en daardoor grotendeels verwoest. De Rechtbank en het Hof oordelen dat de gemeente hier niet voor aansprakelijk is, maar wat vindt de Hoge Raad?

Woonwagen afgevoerd en opgeslagen na ontruiming

De eigenaar van een woonwagen huurt voor zijn woonwagen een standplaats van een woningcorporatie. Als de politie ruim 130 gram harddrugs in die woonwagen vindt, wordt de woonwagen door de gemeente Venlo gesloten en wordt bovendien de huurovereenkomst door de rechter ontbonden. Bij de ontruiming van de standplaats laat de gemeente Venlo de woonwagen, die aan de kant van de weg werd gezet, afvoeren en ergens anders opslaan.

Het wordt voor de eigenaar van de woonwagen echter nog erger. Na een inbraak bij het opslagbedrijf, is de woonwagen in brand gestoken en grotendeels tenietgegaan. Het (waardeloze) restant van de woonwagen wordt daarna definitief vernietigd door de gemeente.

Eigenaar van de woonwagen vordert schadevergoeding

De eigenaar van de woonwagen stelt de gemeente aansprakelijk voor het tenietgaan van de woonwagen. Volgens de eigenaar van de woonwagen had de gemeente voor een deugdelijke opslag moeten zorgen en betere maatregelen moeten treffen om beschadigingen te voorkomen.

Rechtbank en Hof: gemeente niet aansprakelijk

De Rechtbank Limburg is van mening dat de gemeente de woonwagen terecht heeft afgevoerd en opgeslagen, omdat de eigenaar – ondanks dat hij op de hoogte was van de ontruiming – daar niet zelf voor had zorggedragen. Het kan de gemeente dan niet worden verweten dat de woonwagen in brand wordt gestoken bij het door de gemeente ingeschakelde opslagbedrijf. De eigenaar van de woonwagen had bovendien zelf eerder contact met de gemeente kunnen opnemen om de woonwagen op te halen, maar dat heeft hij niet gedaan. Dat komt voor zijn risico, net als het feit dat de woonwagen ten tijde van de brandstichting niet verzekerd was. De gemeente wordt door de Rechtbank dan ook niet aansprakelijk geacht voor het tenietgaan van de woonwagen.

De eigenaar van de woonwagen gaat hiertegen in hoger beroep bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, maar dat mag hem niet baten: de uitspraak blijft in stand. De eigenaar van de woonwagen laat het er ook dan niet bij zitten en stelt beroep in cassatie in bij de Hoge Raad.

Ambtshalve toepassing artikel 5:29 Awb?

De eigenaar van de woonwagen voert in cassatie – onder meer – aan dat het Gerechtshof toepassing had moeten geven aan afdeling 5.3.1 van de Awb, waarin de last onder bestuursdwang is geregeld.

Het handelen van de gemeente tot het afvoeren en opslaan van de woonwagen moet volgens de eigenaar van de woonwagen namelijk worden opgevat als het uitvoeren van een last onder bestuursdwang. Afdeling 5.3.1 – en met name artikel 5:29 Awb – zou de eigenaar van de woonwagen in dit geval een grotere rechtsbescherming bieden voor het afvoeren, opslaan en teruggeven van zijn woonwagen dan de civielrechtelijke regels die door de Rechtbank en het Gerechtshof zijn toegepast. De eigenaar van de woonwagen vindt daarom dat dit artikel moet worden toegepast bij de beoordeling van deze zaak, ondanks dat daar door hem bij de Rechtbank, noch bij het Gerechtshof, een beroep op is gedaan.

De Procureur-Generaal van de Hoge Raad gaat daar niet in mee. Hij stelt dat slechts in het geval dat in artikel 5:29 Awb sprake zou zijn van een recht waarbij ‘zo fundamentele belangen spelen dat de toepassing en handhaving ervan niet kan worden overgelaten aan de personen op wie het recht van toepassing is’, dit artikel ambtshalve had moeten worden toegepast. Dat is echter niet geval. Als de eigenaar van de woonwagen een beroep had willen doen op de rechtsbescherming van artikel 5:29 Awb, had hij dat expliciet moeten doen. Nu hij dat niet heeft gedaan, is dat artikel terecht niet toegepast door de Rechtbank en het Gerechtshof.

Is het van belang dat de eigenaar van de woonwagen uiteindelijk is vrijgesproken?

Ook voert de eigenaar van de woonwagen aan dat het Gerechtshof er rekening mee had moeten houden dat hij – uiteindelijk – is vrijgesproken van het feit dat hij 130 gram harddrugs voorhanden zou hebben gehad. Dat is cru, want dat was voor hem nou juist het begin van alle ellende.

De Procureur van de Hoge Raad gaat ook daar echter niet in mee. Op het moment van afvoeren en opslaan van de woonwagen was het voldoende gerechtvaardigd voor de gemeente om daartoe over te gaan: de eigenaar van de woonwagen was in eerste instantie wel strafrechtelijk veroordeeld, de woonwagen was gesloten door de gemeente, de huurovereenkomst was ontbonden en de ontruiming was toegewezen. De gemeente hoefde er dan ook niet van af te zien om de woonwagen af te voeren en op te slaan, ook al bestond de mogelijkheid dat de eigenaar van de woning nog zou worden vrijgesproken.

Hoge Raad laat het arrest van het Gerechtshof in stand

De Procureur-Generaal van de Hoge Raad kan zich ook niet vinden in de andere gronden die de eigenaar van de woonwagen in cassatie naar voren brengt. De Hoge Raad volgt de conclusie van de Procureur-Generaal en in haar arrest van 23 juni 2017 verwerpt zij het beroep van de eigenaar van de woonwagen. De eigenaar van de woonwagen wordt bovendien veroordeeld in de proceskosten aan de kant van de gemeente van ongeveer € 5.000,00.

Belang voor de praktijk

Voor de gemeente Venlo is deze zaak dus goed afgelopen. Dat betekent niet dat dit in andere gevallen ook zo zal zijn.

Een gemeente zal hoe dan ook de nodige zorgvuldigheid in acht moeten nemen bij het afvoeren en opslaan van zaken. Het is mogelijk dat op grond van artikel 5:29 Awb voor de gemeente in dit soort gevallen een verderstrekkende zorgvuldigheidsnorm geldt dan waar in deze zaak vanuit is gegaan door de Rechtbank en het Gerechtshof, maar aan dat artikel is niet getoetst.

Een gemeente zou zich er van op de hoogte moeten stellen of eigenaar van deze zaken wel in de gelegenheid is gesteld om deze zaken zelf op te slaan en de gemeente doet er hoe dan ook goed aan om zich per geval af te vragen of er wel voldoende rechtvaardiging bestaat voor het afvoeren en opslaan van zaken.

Bovendien is aan te bevelen dat de zaken met de nodige zorg worden afgevoerd en opgeslagen, bijvoorbeeld door dit te laten doen door en bij een gespecialiseerd opslagbedrijf.

Het is goed denkbaar dat in deze zaak de uitkomst anders was geweest als de eigenaar van de woonwagen niet op de hoogte was geweest van de ontruiming, als de woonwagen bij de gemeente zelf was opgeslagen of als een beroep was gedaan op artikel 5:29 Awb.