Gepubliceerde overheidsinformatie en het vertrouwensbeginsel, hoe zit dat?
De belastingdienst heeft op zijn website informatie gegeven over de huurtoeslag bij een woonboot. Aan de hand van die informatie heeft een huurster een huurtoeslag aangevraagd. Diezelfde huurtoeslag wordt later met terugwerkende kracht weer beëindigd. Biedt de tekst op de website van de Belastingdienst een grondslag voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel?
Vertrouwensbeginsel
Voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel is nodig dat er aan het bestuursorgaan toe te rekenen concrete, ondubbelzinnige toezeggingen zijn gedaan door een daartoe bevoegd persoon, waaraan rechtens te honoreren verwachtingen kunnen worden ontleend (zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 20 januari 2016). Door de strenge eisen die worden gesteld aan een beroep op het vertrouwensbeginsel, wordt een beroep daarop niet snel gehonoreerd. In de uitspraak van de Raad van State van 21 maart 2018 gaat het om de vraag of iemand gerechtvaardigd mag vertrouwen op overheidsinformatie die op de website van de Belastingdienst is gepubliceerd.
Huurtoeslag woonboot
De huurster van een woonboot heeft in 2013 huurtoeslag voor dat jaar aangevraagd. De Belastingdienst/Toeslagen heeft de huurster voor dat jaar een voorschot huurtoeslag verleend. Bij besluit van 16 april 2014 heeft de Belastingdienst de huurster medegedeeld dat de huurtoeslag per 1 januari 2013 wordt beëindigd en dat zij de ontvangen toeslag moet terugbetalen. Volgens de Belastingdienst is een woonboot namelijk geen onroerende zaak omdat deze niet duurzaam met de grond is verenigd, zodat de huurster niet in aanmerking komt voor huurtoeslag. De huurster heeft tegen het besluit van 16 april 2014 bezwaar gemaakt, maar dat bezwaar is ongegrond verklaard. De huurster heeft hiertegen vervolgens geen beroep ingesteld, zodat het besluit in rechte vaststaat.
Bezwaar tegen besluit met dezelfde inhoud
Op 13 februari 2015 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de huurtoeslag over 2013 opnieuw berekend en het voorschot vastgesteld op nihil. Op 17 februari 2015 wordt het teveel ontvangen bedrag ingevorderd. De huurster tekent bezwaar aan tegen het besluit van 13 februari 2015. Dat bezwaar wordt door de Belastingdienst/Toeslagen ongegrond verklaard. De huurster gaat nu wel in beroep. De rechtbank oordeelt echter dat de Belastingdienst/Toeslagen het bezwaar niet-ontvankelijk had moeten verklaren. De huurster had namelijk eerder geen beroep ingesteld, waardoor dat besluit in rechte vast is komen te staan. Volgens de rechtbank kan de huurster niet later meer opkomen tegen een besluit (het besluit van 13 februari 2015) met dezelfde inhoud.
Waartegen is bezwaar gemaakt?
Ter zitting heeft de huurster betoogd dat zij niet alleen het besluit van 13 februari 2015 aan de kaak wilde stellen, maar ook het invorderingsbesluit van 17 februari 2015. De Afdeling oordeelt dat de rechtbank het bezwaar tegen het besluit van 13 februari 2015 terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Dit is namelijk een zogenoemde systeembeschikking, die is gevolgd op het besluit van 16 april 2014. Het is dus geen (nieuw) besluit waartegen een rechtsmiddel open staat. Het bezwaar tegen het besluit van 17 februari 2015 is door de rechtbank echter ten onrechte niet in haar oordeel betrokken. De Afdeling doet wat de rechtbank had behoren te doen en heeft de gronden gericht tegen het besluit van 17 februari 2015 alsnog behandeld.
Sprake van een concrete en ondubbelzinnige toezegging?
De huurster doet een beroep op het vertrouwensbeginsel. De huurster is namelijk van oordeel dat zij mocht afgaan op de informatie die stond op de website van de Belastingdienst. Volgens de huurster moet de Belastingdienst daarom afzien van de invordering. In 2012 stond namelijk op de website de volgende informatie:
“Woonboot
U kunt geen huurtoeslag krijgen als u een woonboot huurt. U kunt wel huurtoeslag krijgen voor een zogenoemde waterwoning. Dit is een drijvende woning die duurzaam vastzit aan de grond, bijvoorbeeld met palen.”
In 2015 heeft er een wijziging plaatsgevonden van de definitie van woonboot. Namelijk dat huurtoeslag kan worden verkregen voor een waterwoning, waarna een definitie wordt gegeven van een waterwoning.
“Waterwoning
Een waterwoning is een zelfstandige woonruimte als de woning met palen vastzit aan de waterbodem en niet met het water meebeweegt. De opgang naar de woning is een vaste verbinding tussen de wal en de waterwoning.”
Oordeel Afdeling
De Afdeling oordeelt dat geen sprake is van een concrete en ondubbelzinnige toezegging door de Belastingdienst/Toeslagen. Aan informatie op de website kan niet het rechtens te honoreren vertrouwen worden ontleend dat een aanspraak bestaat op huurtoeslag. De website is slechts een hulpmiddel en de gegeven informatie is niet leidend.
Conclusie
Een beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt zelden. Ook in dit geval mocht de huurster niet uitgaan van de informatie zoals die stond op de website van de Belastingdienst/Toeslagen. Informatie gepubliceerd door overheden is slechts informatief en niet leidend. Bent u onzeker of u aan een mededeling vertrouwen kunt ontlenen? Vraag dan om nadere informatie aan één van onze specialisten huurrecht.
Lees ook: Belastingdienst toeslagen