Wanneer is sprake van ‘hetzelfde perceel’ als bedoeld in het Bor?

Blog

Het college van B&W van Texel heeft een omgevingsvergunning geweigerd omdat geen sprake zou zijn van een bijbehorend bouwwerk als bedoeld in artikel 4 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor). De uitbreiding zou niet op ‘hetzelfde perceel’ betrekking hebben. Nu het Bor geen definitie geeft wat onder ‘hetzelfde perceel’ moet worden verstaan, heeft de Afdeling op 16 maart 2016 hierover uitsluitsel gegeven.

Appellant exploiteert recreatieappartementen op een nabij zijn woning gelegen perceel. Hij heeft op 15 augustus 2013 een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend voor het oprichten van een schuur/berging op het perceel waar appellant woont. Op 7 februari 2014 heeft hij een gewijzigde aanvraag ingediend. De schuur/berging wordt daarmee 1,5 meter dichter bij de oostelijke erfgrens gerealiseerd. In eerste instantie wordt deze vergunning verleend. Omdat een aantal belanghebbenden bezwaar heeft gemaakt,  wordt de omgevingsvergunning alsnog op 17 juli 2014 geweigerd.

Niet hetzelfde perceel

Het college weigert de omgevingsvergunning te verlenen op grond van artikel 2.12, eerste lid, aanhef, onder a, onder 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) jo artikel 4, aanhef en onder 1, van bijlage II van het Bor. Volgens het college is zij niet bevoegd omdat de schuur/berging niet is voorzien op hetzelfde perceel als de bedrijfswoning van appellant. Het perceel, waarop het gebouw met recreatieappartementen is gelegen, is bestemd voor “Recreatieappartementen”. Het perceel, waarop de schuur/berging is voorzien, is bestemd voor “Woondoeleinden”.

Oordeel rechtbank

De rechtbank verklaart het beroep van appellant ongegrond. De rechtbank volg het oordeel van het college dat de schuur/berging niet zal worden gerealiseerd op hetzelfde perceel als op de bedrijfswoning en laat de geweigerde vergunning in stand.

Standpunt appellant

In hoger beroep stelt de appellant dat het oordeel van de rechtbank onjuist is en dat het college wel van het bestemmingsplan mag afwijken. De schuur/berging wordt op hetzelfde perceel als het hoofdgebouw gerealiseerd en er is sprake van een bijbehorend bouwwerk als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van bijlage II van het Bor.

Overwegingen Afdeling

De Afdeling staat voor de vraag wat dient te worden verstaan onder het begrip ‘perceel’ en moet beoordelen of de rechtbank terecht heeft overwogen dat het college stelt dat een omgevingsvergunning niet kan worden verleend op grond van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2 Wabo juncto artikel 4, aanhef en onder 1, bijlage II Bor.

Het begrip ‘perceel’

In het Bor en de daarbij behorende bijlagen ontbreekt een definitie van het begrip ‘perceel’. Het college en ook de rechtbank hebben voor het begrip ‘perceel’ aansluiting gezocht bij de bestemmingen van de percelen. Dit is volgens de Afdeling niet van belang en ook is niet van belang dat het twee kadastrale percelen betreft.

Feitelijke actuele situatie

Om te bepalen wat wordt verstaan onder het begrip ‘perceel’ stelt de Afdeling dat daaronder valt de feitelijke actuele situatie waaronder de inrichting en de wijze van gebruik van de gronden.

Artikel 4 van het Bor toepasselijk

De Afdeling constateert dat de percelen als één geheel moeten worden aangemerkt. Het gebouw, waarin de recreatieappartementen zich bevinden, is het hoofdgebouw als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van het Bor. Dit gebouw is volgens de Afdeling noodzakelijk voor verwezenlijking van de bestemming en is gelet op de bestemming “Recreatieappartementen” het belangrijkste gebouw. De percelen waarop het hoofdgebouw ligt en waarop de schuur/berging is voorzien, zijn beide in eigendom van appellant. Gasten van de recreatieappartementen zullen van die schuur/berging gebruik gaan maken zodat het perceel waarop de schuur/berging kom te staan ook recreatief zal worden gebruikt.  Gelet daarop is de schuur/berging functioneel verbonden met het hoofdgebouw en daarom is sprake is van een bijbehorend bouwwerk als bedoeld in artikel 4 van het Bor.

Conclusie

Of sprake is van ‘hetzelfde perceel’ en of sprake is van een bijbehorend bouwwerk als bedoeld in artikel 4 van bijlage II van het Bor, is de feitelijke actuele situatie van belang. Daarvoor moet worden gekeken naar de inrichting en wijze van gebruik van de gronden. Dat percelen verschillende bestemmingen hebben of dat het gaat om verschillende kadastrale percelen speelt daarbij geen rol. Het college heeft dan ook ten onrechte geweigerd de vergunning te verlenen.

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel, neem dan contact op met één van onze specialisten.