PAS maakt einde aan de bouw van koeien- en andere veestallen met een hoge stikstofuitstoot in natuurgebieden

Blog

Op 1 juli 2015 treedt voor de agrarische sector de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) in werking. Wist u al de PAS aanleiding heeft gegeven voor GS om alleen nog Nb-vergunningen te verstrekken voor stallen die minder stikstof in de lucht brengen? Kortom, bent u al klaar voor de PAS? Dit artikel geeft nog eens overzichtelijk de wijzigingen van de PAS weer.

Aanleiding voor de PAS

De rijksoverheid heeft in Nederland diverse gebieden als Natura 2000-gebied aangewezen. In de Natura 2000-gebieden vinden planten, vogels en andere dieren de bescherming die nodig is om de soorten en hun leefgebieden in stand te houden. In Noord-Holland zijn bijvoorbeeld de Eilandspolder, Duinen Den-Helder-Callantsoog, Kennemerland-Zuid, Polder Westzaan als Natura 2000-gebieden aanwezen.

Feit is dat in veel Natura-2000 gebieden overbelasting van stikstofdepositie plaatsvindt. Dit is een groot probleem voor de realisatie van de instandhoudingsdoelstellingen voor de stikstofgevoelige natuur in die gebieden. Nederland heeft zich verplicht om aan de instandhoudingsdoelstellingen te voldoen op grond van de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn.

De gebiedsanalyse is door de minister openbaar gemaakt en zijn te raadplegen op de website http://pas.natura2000.nl/.

Kern van de PAS

De kern van de PAS is kort gezegd dat aan de ene kant verdere achteruitgang van kwetsbare natuur wordt voorkomen en aan de andere kant er weer ruimte wordt gecreëerd  voor economische ontwikkeling. Hierdoor kan de vergunningverlening voor activiteiten die gepaard gaan met stikstoftoename weer op gang komen.

Het voorgaande wordt mogelijk door de uitvoering van twee soorten maatregelen. Het eerste type maatregel ‘bronmaatregelen’ levert een bijdrage aan een vermindering van stikstofdepositie. Bijvoorbeeld maatregelen in het kader van de Meststoffenwet, Besluit gebruik dierlijke meststoffen, Besluit mestbassins milieubeheer en Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij (staleisen).
Het tweede type maatregelen zijn de zogenaamde ‘herstelmaatregelen’; maatregelen ter verbetering van de staat van de instandhouding van de betrokken habitats en soorten. Hierbij kan worden gedacht aan hydrologische maatregelen en effectgerichte maatregelen tegen verzuring (zoals maaien en afvoeren, intensiever begrazen).

Het doel van de PAS is dat de totale stikstofdepositie in de Natura 2000-gebieden op termijn afneemt.

Wijzigingen door de inwerkingtreding van de PAS

De PAS wordt opgenomen in de Natuurbeschermingswet 1998. De gewijzigde Natuurbeschermingswet treedt per 1 juli 2015 in werking.

Tot 1 juli kon een ondernemer voor een project waardoor de stikstofdepositie toeneemt, deze toename salderen met de afname van stikstofdepositie door het (deels) stoppen van een ander bedrijf. De ondernemer met het uitbreidende bedrijf kon hiertoe de ammoniakrechten aankopen van het stoppende bedrijf. Dit is onder de gewijzigde Natuurbeschermingswet niet meer mogelijk, deze kent namelijk een expliciet verbod op extern salderen.

Daarvoor in de plaats kan gebruik worden gemaakt van de stikstof die beschikbaar is gesteld in de ‘ontwikkelingsruimte’  -de toegestane toename in de stikstofneerslag- per Natura 2000-gebied. De ondernemer dient voor de stikstof kort gezegd een aanvraag in te dienen bij het bevoegd gezag (Gedeputeerde Staten of door een omgevingsvergunning aan te vragen).

Ook zijn grenswaarden ingevoerd. Wanneer de stikstofdepositie onder de grenswaarde blijft en er geen andere significantie negatieve effecten optreden, is niet langer een Nb-vergunning vereist op grond van artikel 19d eerste lid van de Natuurbeschermingswet. Dit is vastgelegd in de Natuurbeschermingswet en nader uitgewerkt in het Besluit grenswaarden PAS. Het op 19 juni 2015 bekend gemaakte Besluit grenswaarden PAS bepaalt kort gezegd dat de grenswaarden worden vastgesteld op 1,0 mol (= 14 gram per hectare) per hectare per jaar.

Ook is in de Natuurbeschermingswet de wijze van verlening door toedeling van ontwikkelingsruimte opgenomen. Het bevoegd gezag kan aan projecten en andere handelingen, waarvoor een toestemmingsbesluit wordt gevraagd, ontwikkelingsruimte toedelen. De uitgangspunten hiervoor worden vastgelegd in het Programma Aanpak Stikstof. Daarnaast kunnen provincies eigen beleidsregels vaststellen.

Regeling PAS

Op 17 juni jl. is de definitieve versie van de Regeling PAS vastgesteld. In deze regeling worden regels gesteld over onder meer de toedeling, reservering en registratie van ontwikkelingsruimte, de meldingsplicht voor projecten die onder de grenswaarde blijven en de referentiesituatie bij vergunningverlening.

Voor het bepalen van de hoogte van de ontwikkelingsruimte wordt een rekenmodel gebruikt: Aerius.  De ontwikkelingsruimte die beschikbaar komt, is onderverdeeld in twee segmenten. Het eerste segment is beschikbaar voor projecten van groot maatschappelijk belang, bijvoorbeeld de aanleg van wegen. Van deze projecten is een lijst beschikbaar.

In het tweede segment vallen nieuwe economische activiteiten. In de praktijk gaat het vaak om uitbreidingen of nieuwe vestigingen van veehouders. De provincies hebben gezamenlijk regels vastgesteld voor de toedeling van de ontwikkelingsruimte in dit segment. Uitgangspunten daarbij zijn:

  • Een bedrijf kan maximaal drie mol ontwikkelingsruimte per hectare krijgen.
  • Als een vergunning is verleend, moet de ruimte binnen twee jaar daadwerkelijk zijn benut. Zo niet, dan kan de provincie de vergunning weer intrekken.

Vergunningen worden verleend volgens het principe “wie het eerst komt, het eerst maalt”.

Beleid emissie-arme huisvestingssystemen landbouwdieren

Een voorbeeld van het eerste type maatregelen, de bronmaatregelen welke bijdragen aan een vermindering van stikstofdepositie, is de door GS van Noord-Holland op 23 juni jl. bekendgemaakte beleidsregel waarbij is bepaald dat vanaf 1 juli a.s. alleen nog Nb-vergunningen worden verstrekt voor stallen die minder stikstof in de lucht brengen.

De aangescherpte emissienormen worden opgenomen in landelijke regelgeving via het “Besluit emissie-arme huisvestingssystemen landbouwdieren”. Omdat dit besluit nog in voorbereiding is en de PAS per 1 juli van kracht is, hebben alle provincies hiervoor een tijdelijke beleidsregel opgesteld.

In deze beleidsregel  staan voorschriften die de emissie vanuit dierenverblijven aan een maximum verbinden. Veehouders die bijvoorbeeld een vergunning aanvragen voor een nieuwe stal, het vervangen of de verbouw van een bestaande stal en een beroep willen doen op de ontwikkelingsruimte die vrijkomt met de PAS, moeten zich aan deze voorschriften houden.

Gedeputeerde Staten delen bij een toestemmingsbesluit alleen ontwikkelingsruimte toe in de huisvestingssystemen in dat dierenverblijf die een emissiewaarde voor ammoniak hebben die gelijk of lager is dan de waarde die is vermeld in bijlage 1 behorend bij de Beleidsregels. Voor melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar geldt een emissiewaarde voor ammoniak in kg NH? per dierplaats per jaar van 11,0.

Heeft u plannen om uw bedrijf verder te ontwikkelen of heeft u plannen om een nieuw bedrijf te beginnen? Dan is het belangrijk dat u weet wat voor effect de regelgeving heeft op uw plannen. Heeft u hier vragen over, neem dan contact op met één van onze specialisten.