Parkeren op de walkant zonder vergunning, mag dat?

Blog

Kan een gemeente van een burger verlangen om een parkeervergunning aan te vragen om te parkeren op een bij hem zelf in eigendom toebehorende parkeerplaats op een walkant? Op 16 december 2015 gaf de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: “de Afdeling”) antwoord op deze vraag.

Feiten

Op 18 september 2013 heeft het College van de gemeente Enkhuizen (hierna: “het College”) een parkeervergunning voor het parkeren in de binnenstad van Enkhuizen verleend aan appellant. Appellant was het niet eens met dit besluit en ging in bezwaar en vervolgens in beroep. De reden om in beroep te gaan tegen de verleende parkeervergunning is gelegen in het feit dat met het besluit impliciet is vastgesteld dat appellant voor het parkeren op de bij hem in eigendom behorende walkant een vergunning nodig heeft. Het aanvragen van een vergunning is in dit geval de aangewezen manier om een oordeel te verkrijgen over de vraag of een dergelijke vergunning daadwerkelijk is vereist. Bij uitspraak van 13 juni 2014 heeft de rechtbank het door appellant daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.

De walkant

Appellant heeft in 2001 zijn woning gekocht met daarbij inbegrepen over een breedte van vier panden, de walkant langs het water van de Noorder Boerenvaart. Tussen zijn woning en de walkant loopt een weg, de Noorder Boerenvaart. Op de walkant bevinden zich vier parkeerplaatsen die met parkeerbeugels zijn afgesloten, een strook gras, een tuin en een steiger voor de aanleg van de boot van appellant. Toen appellant de woning aan het opknappen was en de parkeerplaatsen wilde gebruiken voor de tijdelijke opslag van bouwmaterialen, stelde het College zich op het standpunt dat de parkeerplaatsen op de walkant behoren tot de ‘openbare weg’ in de zin van de Wegenwet. Dit heeft volgens het College tot gevolgtrekking dat appellant op basis van de parkeerverordening 2012 van de gemeente Enkhuizen (hierna: “de parkeerverordening”) een parkeervergunning dient aan te vragen.

Openbare weg

De rechtbank volgt de gemeente in haar standpunt en bepaalt dat aangezien de walkant van appellant altijd openbaar toegankelijk was geweest en dat er van gemeentewege onderhoud aan de walkant heeft plaatsgevonden, er sprake is van een openbare weg en dat deze valt onder de parkeerverordening op basis waarvan appellant een parkeervergunning nodig heeft om op die parkeerplaats te mogen parkeren.

Eigen terrein

Appellant betoogt in hoger beroep dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de bij hem in eigendom toebehorende parkeerplaats op de walkant naast de Noorder Boerenvaart behoort tot de openbare weg als bedoeld in de Wegenwet. De walkant is volgens appellant geen openbare weg en de parkeerplaatsen zijn evenmin openbaar. Appellant stelt dat voor het parkeren op eigen terrein hij daarom helemaal geen vergunning nodig heeft.

Verkeersbanen

De Afdeling overweegt dat er inderdaad geen sprake is van een openbare weg in de zin van de Wegenwet. Onder verwijzing naar haar uitspraak van 5 maart 2008, nummer 200705655/1 overweegt de Afdeling dat het doel van de Wegenwet is het treffen van een regeling ten behoeve van het openbaar verkeer. Blijkens de geschiedenis van de totstandkoming van de Wegenwet werd een afzonderlijke bepaling, waarin tot uitdrukking komt wat tot de wegen geacht wordt te behoren, niet nodig en niet gewenst geacht omdat voornamelijk door de praktijk zelf wordt aangegeven wat tot weg gerekend te behoren. De Wegenwet heeft, zo heeft de Afdeling in die uitspraak geoordeeld, betrekking op verkeersbanen die een functie vervullen ten behoeve van het afwikkelen van het openbaar verkeer en die derhalve naar haar aard of functie een grote, onbepaalde publiekgroep dienen.

Afwikkeling openbaar verkeer

De Afdeling overweegt verder dat gezien de inrichting van de walkant van de Noorder Boerenvaart moet worden vastgesteld dat dit geen verkeersbaan is die een functie vervult ten behoeve van het afwikkelen van het openbaar verkeer. Die functie vervult de tussen de percelen van appellant gelegen openbare weg, de Noorder Boerenvaart. Nu de walkant als zodanig geen weg is in de zin van de Wegenwet komt de Afdeling aan de vraag of deze openbaar is geworden niet toe. De Afdeling constateert dat de walkant en de daarop aanwezige parkeerplaatsen geen openbare weg is en dat daarom ter plaatse ook geen vergunningsplicht kan gelden. Het College had de aanvraag van appellant om een parkeervergunning moeten afwijzen aangezien hij reeds beschikte over parkeerplaatsen op eigen terrein. Het hoger beroep is daarom gegrond.

Vergelijkbare situaties

De uitspraak van de Afdeling geeft een nadere invulling aan de vraag wanneer sprake is van een ‘openbare weg’ zoals bedoeld in de Wegenwet. Deze uitspraak kan in potentie gevolgen hebben voor meerdere gemeenten. Zo is het niet uitgesloten dat vergelijkbare situaties zich voordoen, waarbij de gemeente zich, kennelijk ten onrechte, op het standpunt zou kunnen stellen dat een eigen parkeerplaats openbare weg zou zijn geworden, terwijl deze nooit de functie heeft vervult ten behoeve van het afwikkelen van het openbare verkeer.

Klik hier voor de uitspraak.

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel, neem dan contact op met één van onze specialisten.